zaterdag 6 juni 2020

Saulus wordt Paulus


Extra materiaal van het verhaal voor kinderen. Verteld door Marianne tijdens de viering van 7 juni in de Ontmoetingskerk.

Video:

https://youtu.be/3oNlva6g3mk
Knutselwerkje: 

Een zonnebril voor PaulusEen knutselidee voor het bekeringsverhaal van Paulus op de weg naar Damascus. (Handelingen 9: 1-18) Hij werd verblind, vandaar een zonnebril. Moet op stevig papier afgedrukt worden, zodat het ook écht door de kinderen gedragen kan worden. Omdat het een verwerking was voor een kampboekje, moest er natuurlijk ook nog een bewaarhoesje bij komen, anders raken ze het kwijt.

zonnebril

Download de twee PDF files:


Kleurplaten: 





Het verhaal
De tekst ’Bijbel in gewone taal’ (Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1733-1734) 
Saulus was nog steeds een gevaar voor de volgelingen van de Heer Jezus. Hij wilde naar de stad Damascus om ook daar naar gelovigen te zoeken. Maar eerst ging hij naar de hogepriester. Hij vroeg of die hem brieven wilde meegeven voor de synagogen in Damascus. Want hij wilde toestemming hebben om alle gelovigen gevangen te nemen en hen naar Jeruzalem te brengen. Saulus vertrok naar Damascus. Toen hij daar bijna was, straalde er plotseling een licht uit de hemel om hem heen. Saulus viel op de grond en hoorde een stem zeggen: ‘Saulus, Saulus, waarom vervolg je mij?’ Saulus vroeg: ‘Heer, wie bent u?’ De stem zei: ‘Ik ben Jezus. Ik ben degene die jij vervolgt. Sta op en ga de stad in. Daar zal iemand je vertellen wat je moet doen.’ De mannen die met Saulus meereisden, hoorden wel een stem, maar ze zagen niemand. Ze waren zo verbaasd, dat ze niets wisten te zeggen. Saulus stond op van de grond. Zijn ogen waren open, maar toch kon hij niets zien. De mannen die bij hem waren, pakten zijn hand en brachten hem naar Damascus. Drie dagen lang kon Saulus niets zien. En al die tijd at en dronk hij niet. In Damascus woonde een gelovige die Ananias heette. In een droom zei de Heer tegen hem: ‘Ananias!’ Ananias antwoordde: ‘Ik luister, Heer.’ Toen zei de Heer tegen hem: ‘Ga naar het huis van Judas, in de Rechte Straat. Vraag daar naar een man die Saulus heet, en uit de stad Tarsus komt. Hij is aan het bidden, en hij heeft een droom gehad. In die droom heeft hij gezien dat er een man naar hem toe komt die Ananias heet. En die man zorgt ervoor dat hij weer kan zien.’ Ananias zei: ‘Heer, Saulus heeft uw volgelingen in Jeruzalem veel kwaad gedaan. Dat heb ik van veel mensen gehoord. En hij is naar Damascus gekomen om iedereen die in u gelooft, gevangen te nemen. Hij heeft toestemming van de hogepriesters.’ Maar de Heer zei: ‘Toch moet je gaan. Want ik heb Saulus uitgekozen om voor mij te werken. Hij moet over mij vertellen aan alle volken, aan koningen en aan de Israëlieten. Als dienaar van mij zal hij veel moeten lijden. Dat zal ik hem laten zien.’ Toen ging Ananias op weg. Hij ging het huis in waar Saulus was, en legde zijn handen op hem. Hij zei: ‘Saulus, vriend, op de weg naar Damascus heb je de Heer Jezus gezien. Nu heeft hij mij naar jou toe gestuurd. Want hij wil dat je weer kunt zien, en dat de heilige Geest in je komt.’ Meteen kon Saulus weer zien. Het was alsof er een blinddoek voor zijn ogen weggehaald werd. Saulus stond op en liet zich dopen. En toen hij gegeten had, kreeg hij zijn kracht terug. Saulus bleef nog een paar dagen bij de gelovigen in Damascus. Hij ging meteen in de synagogen vertellen dat Jezus de Zoon van God is. Iedereen die hem hoorde, was erg verbaasd. De mensen zeiden: ‘Dat is toch de man die in Jeruzalem de gelovigen vervolgde? Hij wilde alle volgelingen van Jezus gevangennemen en naar de hogepriesters brengen. Daarvoor is hij toch ook hierheen gekomen?’ Saulus voelde zich steeds sterker. Hij bleef over Jezus vertellen, en hij maakte duidelijk dat Jezus de messias is. De Joden in Damascus wisten niet hoe ze op hem moesten reageren. 

Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme) 
Saul is een Farizeeër. Hij wil de wet van God zo goed mogelijk navolgen. Daarom bedreigt hij de leerlingen van Jezus met de dood, want ze geloven niet zoals de andere joden. Hij gaat naar de hogepriester en vraagt: - Beste Hogepriester, mag ik de christenen van Damascus arresteren? De hogepriester geeft hem brieven die hem de toelating geven om christenen te arresteren in de synagogen van Damascus en hen naar Jeruzalem over te brengen. Saul is op weg en nadert Damascus. Ineens is er een hemels licht. Hij valt op de grond en hoort een stem: - Saul, Saul, waarom vervolg je Mij? - Wie bent U dan, Heer? vraagt Saulus. - Ik ben Jezus die jij vervolgt, zegt de stem, kom, sta op en ga de stad binnen. Daar zal men je zeggen wat je moet doen. Zijn reisgenoten staan sprakeloos. Ze horen wel een stem, maar zien niemand. Saulus staat van de grond op. Hij heeft zijn ogen open en toch kan hij niets meer zien. Daarom nemen ze hem bij de hand en brengen hem zo Damascus binnen. Drie dagen kan hij niet zien. Hij eet of drinkt ook niet. In Damascus woont een leerling van Jezus die Ananias heet. Jezus zegt in een droom tegen hem: - Ananias, sta op en ga naar de Rechte Straat. Vraag daar in het huis van Judas naar iemand uit Tarsus die Saul heet. Hij is nu juist aan het bidden en heeft in een droom gezien hoe iemand die Ananias heet, binnenkomt en hem de handen oplegt, zodat hij weer kan zien. - Maar Heer, zegt Ananias, iedereen vertelt hoeveel kwaad die man aan de christenen doet. Ook hier wil hij elke christen gevangen nemen. - Ga toch maar, zegt Jezus, want Ik heb hem uitgekozen om over Mij te spreken bij alle mensen. Ananias vertrekt, gaat het huis binnen en legt hem de handen op. - Saul, broeder, zegt hij, de Heer heeft mij gestuurd - Jezus, die je onderweg hebt gehoord - zodat je weer kunt zien en vervuld wordt van Heilige Geest. Meteen kan Saul weer zien. Hij staat op en laat zich dopen. Hij eet iets om weer op krachten te komen. Saul blijft enkele dagen bij de christenen in Damascus. In de synagogen zegt hij dat Jezus de Zoon van God is. Al wie dat hoort staat versteld: - Is dat niet de man die in Jeruzalem elke christen wilde doden en dat ook hier wilde doen? Een tijd later laat Saul zich Paulus noemen. Zo laat hij zien dat hij een ander mens geworden is, want hij wil Jezus volgen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten