Bidden om eenheid

 

Opening

Samen in gesprek met God

Laat de kinderen in een kring gaan zitten. Heet iedereen welkom.

Midden in de kring staat een kaars. Er omheen staan waxinelichtjes, die zullen tijdens de verwerking aangestoken worden. 

Steek de kaars aan, als teken dat God in ons midden is. Vraag de kinderen naar het licht te kijken.
Wees even stil, terwijl iedereen naar de kaars kijkt. Vraag dan aan de kinderen aan wie of aan wat ze gedacht hebben terwijl ze naar het vlammetje keken.
Als geen van de kinderen God noemt, kunt u vertellen dat u aan God gedacht heeft, en dus aan het bidden was.

Bid dan het openingsgebed of het Onze Vader, en lees de navertellin of het bijbelverhaal.

Bijbel

Navertelling Johannes 17,20-26

Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.

Johannes blijft ons vertellen over wat Jezus gezegd heeft.
Jezus heeft in de vorige weken al verteld dat wij als mensen veel van elkaar moeten houden. En dat, als Hij naar zijn Vader in de hemel is, de heilige Geest op aarde zal zijn. De Geest van God. Die Geest wil ons helpen als we het moeilijk hebben en ons troosten als we verdrietig zijn.
Maar Jezus wil nog meer vertellen. Wij horen dat in zijn gebed.

Jezus bidt en droomt van een groeiknuffel
Jezus bidt. Hij praat met zijn Vader in de hemel. Hij vertelt zijn Vader dat Hij aan de mensen over Hem verteld heeft. En hun de liefde heeft laten voelen die van Hem naar de mensen toegaat.
En Hij vraagt zijn Vader in de hemel, goed voor de mensen te zorgen als Jezus niet meer op aarde is. Jezus maakt zich zorgen om de mensen.
Het liefst zou Jezus willen dat alle mensen elkaar een knuffel gaven! En dat de mensen dan zouden voelen dat God de Vader en Jezus zelf ook meedoen in die knuffel. En dat ze zo steeds meer met elkaar verbonden raken.
Een groeiknuffel!
God de Vader, zijn Zoon Jezus en alle mensen op aarde: samen één. Dat ze elkaar even heel goed zouden vasthouden. Want dan pas voel je dat je allemaal bij elkaar hoort, dat je allemaal één bent. Dan voel je heel diep dat het niet uitmaakt wie je bent of hoe je bent, uit welk land je komt, welke kleur je hebt. Dan weet je ineens dat alle mensen bij elkaar horen.
Jezus bidt dat alle mensen op de hele wereld zo groeien tot één grote familie. Want Hij weet dat God van alle mensen houdt.
Terwijl Hij bidt vertelt Jezus zo zijn droom voor alle mensen aan zijn Vader.

Gebed

Openingsgebed

Lieve God,

Jezus vertelt ons dat U van ons houdt.
Hij vertelt ons over U,
over liefde, over samen zijn, over bidden.
U hoort bij ons, en wij bij elkaar en bij U.
We weten dat U naar ons luistert,
en als we samen bidden, 
dan zijn we met elkaar en met U verbonden.
Wilt U dan naar ons luisteren God,
dan luisteren wij ook naar U.

Amen

Dankgebed

Wij danken U, God,
het was mooi om met z’n allen een groeiknuffel te hebben.
Zo voelen we steeds beter dat U van ons houdt.
Wij danken U,
voor al die woorden die Jezus ons mee gaf,
over liefde, over samen zijn, over bidden.
God, wij willen helpen de wereld een beetje mooier te maken.
Met elkaar, met U
en met af en toe een knuffel,
moet dat toch lukken!

Amen

Verwerking

Bezig zijn met bidden

Deel het werkblad Bidden uit, dat u vindt bij Extra's.
Vraag de kinderen die plaatjes te omcirkelen waar opstaat waar zij vandaag voor zouden willen bidden.
Laat ze het omcirkelde plaatje inkleuren.
Terwijl ze kleuren vertelt u dat bidden eigenlijk gewoon praten met God is.
En, ook al kun je God niet zien, dat, als je héél goed luistert, Hij toch antwoord geeft. Probeer hier tijdens het kleuren met de kinderen over in gesprek te gaan.

Suggestie om het gesprek op gang te brengen:
Hoe kan je bellen met God? Heeft Hij een telefoon nummer?
Nee dat niet, maar hoe weet God dan dat je met Hem wilt praten? (Door je handen te vouwen, weet God dat jij met Hem wil praten.)

Vraag dan de kinderen om te vertellen waar ze voor willen bidden. Wanneer een kind iets noemt waar het voor wil bidden, laat dat kind dan even ophouden met kleuren. Vraag hem/haar of hij/zij daarvoor een kaarsje wil aan steken. Dat kan in alle stilte bij de kaars in het midden van de kring. Daarna kan het kind weer terugkomen en verder gaan met kleuren. Zo verbindt u een ritueel aan het gesprek.

Wanneer het gesprek is afgelopen en alle kinderen klaar zijn met kleuren, laat ze dan weer in de kring komen zitten. Bedank hen voor hun mooie antwoorden en voor alle kaarsjes die nu branden.
Vertel ook dat we ieder apart gebeden hebben, maar toch ook samen, want de kaarsjes die nu branden, branden samen, en laten zien dat we bij elkaar horen.

Om te laten zien 'hoe dat werkt' kun je de groeiknuffel doen. U vindt deze ook bij Verwerking.

Groeiknuffel!

Om de verwerking af te ronden kan het spel ‘de boom wordt hoe langer hoe dikker’ gespeeld worden. Het liedje dat hier bij hoort vindt u bij Extra's.

De kinderen maken een lange rij door elkaars hand vast te houden. Het voorste kind blijft stilstaan en de andere kinderen lopen tijdens het zingen van het liedje om dit kind heen, zodat er een dikke kluwen van kinderen ontstaat. Het liedje wordt net zo lang herhaald tot het laatste kind niet meer verder kan lopen.
Laat ze dan roepen: groeiknuffel!!

Het laatste kind kan nu terug lopen en zo de kluwen weer ontwarren, zodat er weer een lange rij kinderen ontstaat.
Hierbij wordt het tweede coupletje steeds herhaald.

Liedje: Al heeft Hij ons verlaten

Al heeft Hij ons verlaten, 
Hij laat ons nooit alleen.
Wat wij in Hem bezaten
is altijd om ons heen
als zonlicht om de bloemen
een moeder om haar kind.
Teveel om op te noemen
zijn wij door Hem bemind.

tekst: Jan Willem Schulte Nordholt
melodie: Herman Strategier.
overgenomen uit: Kom en zing,
geloofsliederen voor kinderen,
Adveniat KSSG, 2015

 

 

De boom die wordt hoe langer hoe dikker

Een liedje om te zingen terwijl de kinderen om elkaar heen lopen. Zie de Verwerking.

De boom die wordt
hoe langer hoe dikker.
De boom die wordt
hoe langer hoe dikker.

De boom die wordt
hoe langer hoe dunner.
De boom die wordt
hoe langer hoe dunner.

Extra's

Spelletje: Contact maken

Jezus wil graag dat mensen contact maken. Maar iedereen een knuffel geven gaat misschien wat ver. Oogcontact maakt ons mensen ook vrolijk. Je maakt daarmee ook echt contact.
Het kan soms wat ongemakkelijk zijn, maar uiteindelijk merken we goed dat we verbonden zijn door elkaar eens diep in de ogen te kijken.

Maak er een spelletje van:

Maak groepjes van 2 personen.
Zet de kinderen tegenover elkaar.
Geef instructies: Ze mogen niet praten, en niet lachen. Ze mogen elkaar alleen maar aankijken.
Wie houdt het het langst vol?

Verbindt het spelletje daarna met contact maken met God. Wie houdt dat het langst vol? De kinderen, of God...

Werkblad bidden

Op dit werkblad zijn afbeeldingen gegeven om de kinderen te helpen voor iemand of iets te bidden.
Druk voor elk kind een werkblad af. 

Uit: ‘God heeft je gemaakt’, Hanne Holwerda, Uitgeverij Royal Jongbloed, 2014

Achtergrond

Donderdag was het veertig dagen na Pasen, Hemelvaart. Ook daar kwam de heilige Geest ter sprake:
'“...wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en mijn getuigen zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot het uiteinde van de aarde.” Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen.’

Wezenzondag

Deze zevende zondag van Pasen ligt tussen Hemelvaart en Pinksteren. Heel strikt genomen is in deze tien dagen Jezus niet langer aanwezig en de heilige Geest ook niet; die daalt tenslotte pas neer op de leerlingen met Pinksteren. Je voelt de spanning. De naam van deze zondag is daarom ook Wezenzondag. Deze naam is afgeleid van de uitspraak van Jezus in Johannes 14,18 dat Hij de leerlingen niet als wezen achter zal laten, maar bij hen terug zal komen.

Er is angst en onzekerheid bij de leerlingen, zoals die er ook in ons eigen leven zijn. Dat is een moment om stil te worden en even in jezelf te keren. Het is mooi gekozen dat we juist nu in het Evangelie horen hoe Jezus bidt.
Hij bidt om éénheid voor hen die in Hem geloven. Het is de tekst die in veel oecumenische vieringen gebruikt wordt. De mens verlangt naar die eenheid en zoekt naar wegen om hem te bereiken.

In de eerste lezing van vandaag slaat Stefanus, vol van de heilige Geest, zijn blik op naar de hemel, en ziet daar Jezus, aan Gods rechterhand. De liturgie van vandaag cirkelt om het geheim van Jezus' aan- en afwezigheid. 
Bij Johannes is sprake van een soort verstrengeling van de Vader, de Zoon en de mensen die geloven: ’Zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn.’
Jezus die afscheid neemt toont zijn grote zorg voor hen die Hij achter moet laten.
Hoe graag had Hij ons niet bij zich gehouden!

De vrede van Jezus

 

Opening

Een hart, een vlam en de wereldbol

Open met de kinderen in een kring.

Steek een kaars aan, als teken dat God in ons midden is.

Leg dan drie symbolen bij de kaars:
een hart, een vlam en een wereldbol (U kunt ze van papier maken, zie voor de voorbeelden Extra’s). Vertel er bij dat deze drie dingen vandaag een grote rol gaan spelen. Misschien kunnen de kinderen al bedenken hoe?

U kunt de kijktafel aankleden door alles op een doek te plaatsen. Het is de Paastijd, dus kies voor een witte doek.
Spreek een gebed uit of zing een gebedsliedje (zie voor een suggestie Gebed).

Bijbel

Navertelling Johannes 14,23-29

De bijbel vertelling uit de (Samenlees)Bijbel in Gewone Taal is geschikt om te lezen met oudere kinderen. De lezing bevat een gelaagdheid die lastig is voor kinderen om te volgen. De navertellling probeert deze gelaagdheid in verhaalvorm te vereenvoudigen.

Ik geef jullie mijn vrede!

Jezus heeft zijn leerlingen verteld dat Hij bij ze weg zal gaan.
“Ik kom weer terug”, zegt Jezus dan. Maar Hij moet het een paar keer tegen de leerlingen zeggen, ze horen het niet.
Ze zijn verdrietig, dat ziet Jezus wel.

Jezus zegt: “Luister naar wat Ik gezegd heb. Jullie houden toch van Mij? Ik ga naar de Vader, daar mogen jullie blij om zijn. En Ik kom terug. Maar Ik zal ook bij jullie blijven door mijn woorden. Alles wat Ik gezegd heb, is voor jullie.”
De leerlingen knikken, maar Jezus ziet dat ze niet goed weten wat ze er mee aan moeten.
Jezus zegt: “Mijn Vader, naar Wie Ik toe ga, zal jullie ook een helper sturen. Dat is de heilige Geest. Jullie hoeven het niet alleen te doen. De heilige Geest zal zorgen dat jullie het begrijpen. Ik zal er nog gewoon zijn, ook al ben Ik er niet meer als mens.” Nu kijken de leerlingen Jezus nog vreemder aan. Wat zegt Hij toch een moeilijke dingen!
"Ik geef jullie ook mijn vrede”, zegt Jezus. "Het is een cadeau aan jullie. Het is niet de vrede zoals in de gewone wereld. Het is vrede die je in je hart meedraagt. Die helpt jullie om goed te zijn voor anderen mensen. Die helpt jullie om niet bang, maar juist moedig te zijn. Die vrede is voor altijd! Zo kunnen jullie blij zijn dat Ik naar Mijn Vader ga, en erop vertrouwen dat Ik terug kom.”

Gebed

Openingsgebed

Met mijn handen samen
en mijn ogen dicht,
kom ik met U praten,
Vader van het licht.
Ik wil U bedanken
ook voor deze dag.
Wilt U voor mij zorgen,
dat ik groeien mag?

Wilt U mij ook helpen,
als ik speel of leer,
om bij U te blijven,
heel dicht bij U Heer?
Zegen alle kinderen,
mensen groot en klein.
Laat er vrede komen,
laat er liefde zijn.

Met mijn handen samen
en mijn ogen dicht,
zeg ik zachtjes amen,
Vader van het licht.

Bron: Met mijn handen samen, Elly en Rikkert 

Slotritueel en slotgebed

Pak de drie symbolen (het hart, de wereldbol en de vlam) er weer bij. Leg ze bij de kaars.
Maak vervolgens de kaars uit met een kaarsendover. Laat zien dat het licht verandert in rook. Daarmee verandert het licht van dimensie. Het verdwijnt niet maar verspreidt zich op een andere manier.
Kijk met de kinderen naar de rook die oplost in de ruimte en bid dan tot slot:

Lieve God,
Zoals wij het lichtje van de kaars zien veranderen,
niet meer zichtbaar als licht,
maar als rook,
verspreid in deze ruimte,
zo bent U altijd bij ons,
in het licht,
in de ruimte.
Amen.

Gesprek met de kinderen

Kinderen kunnen goed invoelen hoe het is als iemand van wie ze houden weg gaat. 

Stel een paar vragen: Hoe zou jij je voelen als een goede vriend heel ver weg zou gaan? Wat zou jij doen? Zou je proberen contact te blijven houden? Je kan de lijn doortrekken naar de gevoelens van de leerlingen van Jezus. Jezus wil ze iets geven waar ze altijd wat aan hebben. Hij geeft hen Zijn woorden, de heilige Geest, maar Hij geeft ze ook nog iets bijzonders. Hij geeft ze ‘de vrede’! Wat vinden de kinderen van dit cadeautje? Heb je daar wat aan?

Vraag de kinderen dan wat ze zich voorstellen bij vrede?
Pak een groot vel of flap over en maak drie kolommen of drie cirkels.
Schrijf in één kolom of één cirkel op wat de kinderen verzinnen bij vrede. Plak het plaatje van de wereldbol erbij, of teken zelf een wereldbol. Deze kolom of cirkel staat voor 'Wereldse Vrede'.

Vervolg het gespek:
Oorlog is geen vrede. Dat ervaren kinderen elke dag door naar het journaal te kijken. Mogelijk kennen ze ook kinderen die gevlucht zijn en nu bij hen in de klas zitten of die vriendjes en vriendinnetjes zijn geworden. Jezus bedoelt met ‘Ik geef je Mijn vrede’, dat je geen ruzie of oorlog moet maken, maar vrede gaat voor Jezus nog verder dan dat. Hij vraagt om vrede in je hart te dragen! Vraag de kinderen, voordat u zelf gaat uitleggen, of zij zich hier iets bij kunnen voorstellen.

Wat zou Jezus bedoelen met vrede in je hart?
Schrijf in een andere kolom of cirkel op wat de kinderen verzinnen bij vrede in je hart. Plak het plaatje van het hart erbij, of teken een hart. Deze kolom of cirkel staat voor ‘Vrede van je hart’.

Als kinderen dit moeilijk vinden kunt u ze helpen door het volgende te vertellen: Vrede vraagt iets van jezelf. Het begint ermee dat je niet alleen bezig bent met wat jezelf wilt bereiken, maar er ook op let wat anderen nodig hebben. Dus niet alleen zorgen dat je het zelf goed hebt, maar ook zorg hebben voor anderen. Dat heet: de ander respecteren. Ook al is die andere heel anders dan jij zelf bent.... Daar begint vrede mee.

Praat door over het woord respecteren, respect. Kennen de kinderen dat woord? Kunnen zij voorbeelden geven? Hoort dit bij 'vrede van je hart'? Of bij de 'wereldse vrede'?

Schrijf 'Heilige Geest' in de middelste kolom of de middelste cirkel. Plak het plaatje van het vlammetje erbij of teken een vlammetje.

Hoe zou je in je eigen leven aan vrede kunnen werken? Kan Jezus of God je daarbij helpen? Jezus zegt dat Hij een helper zal sturen. De heilige Geest. Die zie je niet, maar toch is Hij er wel. Net zoals bijvoorbeeld een geur... die kan je ruiken, maar niet zien. Of de wind, die kan je voelen maar niet zien. Vraag de kinderen of zij zelf wel eens iets gemerkt hebben van de heilige Geest. Van een helper, die zorgde dat ze de vrede konden bewaren.

Laat zien hoe de drie cirkels of drie kolommen samenhangen: De heilige Geest is als een vlammetje dat branden blijft om de vrede te blijven aanwakkeren in jezelf. Dat helpt dan voor je eigen vrede in je hart maar op die manier help je ook de wereldse vrede in stand te houden.

Verwerking

Gesprek met de kinderen 2

Jezus vertelt vandaag aan zijn leerlingen dat Hij hen zal verlaten en weg zal gaan. Dat betekent dat Hij dood zal gaan. Dat is geen makkelijk onderwerp om even te bespreken.

Mocht u dit toch willen doen, dan kunt u beginnen om te vragen of de kinderen wel eens mee gemaakt hebben dat er iemand dood ging om hun heen? Praat met de kinderen door over wie zij moeten missen, en laat ze vertellen.
Wie was het die dood ging?
Hebben ze afscheid kunnen nemen?
Wat voelden ze toen die persoon dood was?

De dood voelt heel erg definitief, je kunt nooit meer met iemand praten, je kunt iemand nooit meer zien.

Vertel daarna aan de kinderen dat het mooie is van wat Jezus hier vertelt dat het niet waar is dat je mensen nooit meer zult zien. Je kunt ze nog wel spreken. Ze blijven ook voor altijd in onze harten. En daar kun je ze van alles wat je belangrijk vindt vertellen.

Vraag de kinderen daarna om een briefje te schrijven aan iemand die ze moeten missen. Iemand die ze nooit meer zien. Dat kan zijn omdat die persoon overleden is, maar het kan ook iemand zijn die ze nooit meer zien, omdat ze het contact verloren zijn. Ze kunnen in dit briefje iets schrijven wat ze meegemaakt hebben en wat ze belangrijk vinden. (iets op school, op sport, op muziekles, iets in de kerk, of samen met de familie)

Weten ze niemand, en is het gelukkig nog nooit gebeurd dat er iemand in hun omgeving overleden is? Laat de kinderen dan een briefje aan Jezus schrijven. Jezus hoort ook graag hoe het met je gaat.
Vertel ze dat niemand deze brief zal lezen, alleen Jezus weet wat erin staat. Laat de kinderen de briefjes in een envelopje stoppen en geef die mee naar huis. Wilt u dat niet, dan kunt u de briefje ook buiten verbranden. Zo wordt de brief als het ware verzonden.

Symbolen

Het hart, de vlam en de wereldbol drukt u af en knipt u uit, zodat ze bij de opening en de verwerking gebruikt kunnen worden. 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zorg voor genoeg kleine doosjes. Dit worden cadeautjes voor de vrede. Kleine vlammetjes worden door de kinderen gebruikt om woorden op te schrijven, en daarna worden ze in de doosjes gedaan.

Extra's

Liedje: Kleine dingen

Vrede draait om kleine dingen.
Vrede maak je met elkaar.
Boze woorden gaan soms over
met een woord of een gebaar. 

Vrede draait om kleine dingen.
Met een lach of met een zoen
kan een ruzie zomaar stoppen.
Zoiets kleins kan heel veel doen.

 

Van de cd Zitten of Opstaan 4, SGO Hoevelaken
Tekst: Greet Brokerhof - van der Waa
Muziek: Gerard van Amstel

Cadeautjes voor de vrede maken

Zorg voor kleine doosjes (zie het voorbeeld bij Extra’s). Dit worden cadeautjes voor de vrede. Laat de kinderen de doosjes vullen met de woorden die ze eerder gevonden hebben en die nu op het vel papier staan. Laat ze de woorden schrijven op de kleine vlammetjes die u vindt bij de symbolen. Afhankelijk van tijd en mogelijkheden kunnen zij zelf vlammetjes knippen, of u legt deze al vast klaar.

De doosjes kunnen worden ingepakt of worden versierd met een lintje. De kinderen mogen hun doosje mee naar huis nemen. Ze kunnen het aan iemand cadeau doen of het een mooi plekje geven, zodat het doosje hen herinnert aan het bewaren van de vrede in je hart.

Achtergrond

Zijn vrede blijft

Deze zondag lezen we de woorden die Jezus sprak na het laatste avondmaal met zijn leerlingen Het is wederom een gedeelte uit Zijn afscheidsrede, waaruit ook in de vijfde en zevende zondag van Pasen gelezen wordt. Jezus beseft dat Hij zijn leerlingen achterlaat. Hij wil uitleggen hoe sterk de band tussen Hem en de Vader is. Hij vertelt hen telkens dat Hij weggaat, maar ook weer terug zal komen. Hij doet een beroep op hun geloof in Hem en de Vader. Bezorgdheid en liefde voor zijn leerlingen spreken uit zijn woorden. Hij zal een helper sturen, de heilige Geest, die zal hen zal helpen om de woorden van Jezus niet te vergeten, uit te voeren en te begrijpen.

Maar Hij geeft hen nog iets: ‘de vrede’. Een vrede anders dan de wereldse vrede. De vrede van Jezus, is een vrede van het hart. Niet kortstondig, zoals de wereldse vrede, maar een vrede die altijd blijft.

Elke eucharistieviering wensen wij elkaar na het grote dankgebed die 'vrede van Christus’. De woorden die bij de vredeswens en het vredesgebed klinken ‘Vrede laat ik u, Mijn vrede geef ik u’ zijn de woorden uit Johannes 14,27

Wereldse vrede blijkt moeilijk te bewaren, dat laat de praktijk van alledag zien. Er zijn oorlogen, maar ook is er onenigheid dicht bij huis of tussen vrienden en in gezinnen. De 'vrede van Jezus' zit in jezelf en kun je ervaren in allerlei omstandigheden. Zelfs, of misschien wel juist, als de wereldse vrede het laat afweten. De vrede van Jezus beschermt tegen angst en moedeloosheid, ze vraagt om vertrouwen. De vrede van Jezus staat voor geborgenheid in de ruimste zin van het woord.

Houd van elkaar!

 

Deze week horen de kinderen in het Evangelie van Johannes dat Jezus een oproep doet om van elkaar te houden! Dat klinkt kinderen wellicht heel vanzelfsprekend in de oren. Maar de kinderen zullen ook herkennen dat het best moeilijk is om altijd van elkaar te houden. Door samen met de kinderen een aantal situaties te bedenken waarin ‘houden van’ moeilijk kan zijn (als je boos bent op iemand, of iemand gemeen tegen je heeft gedaan) ontdekken ze dat houden van soms helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Moet je houden van een pestkop of van iemand die andere mensen vervelende dingen aandoet?

De Bijbel laat zien dat Jezus dat wel kan! Judas verraadt Hem en Petrus ontkent dat hij Jezus kent. En toch houdt Jezus van hen. Het is de kern van ons geloof: dat je goed wilt doen, dat je van mensen wilt houden en dat je daar je uiterste best voor doet. Dat mag best moeite kosten en je mag ook fouten maken, als je het maar steeds opnieuw blijft proberen. Dat is de opdracht die Jezus ons nalaat; zijn testament!

Opening

Houden van, heel gemakkelijk?

Print een aantal posters (A 4 formaat) van de bekende Liefde is... plaatjes. Ze zijn te vinden op liefdeplaatjes.nl maar ook bij Extra’s op deze site.
Hang deze in de ruimte van de kinderwoorddienst.

Vraag de kinderen bij binnenkomst in een kring te gaan zitten. Kijk dan samen naar de posters.
Stel, als iedereen de posters goed bekeken heeft, de vraag: “Waar zou het vandaag over kunnen gaan?”

Vertel vervolgens dat je het vandaag over ‘houd van elkaar’ gaat hebben. Iets dat gemakkelijk lijkt... maar niet altijd gemakkelijk is. Maar gelukkig kan God je daarbij helpen.

Steek een kaars aan, als teken dat God bij de groep in de samenkomst aanwezig is.
Bid vervolgens bij het aansteken van de kaars bijvoorbeeld de gebedssuggestie, die u vindt bij Gebed.

Bijbel

Navertelling Johannes 13,31-33a+34-35

De bijbelvertelling uit de (Samenlees)Bijbel in Gewone Taal is heel geschikt om te lezen. De passage is kort en de boodschap komt er helder in naar voren: “Houd van elkaar!” Voor de kleinere kinderen kan de navertelling gekozen worden.

Een nieuwe regel

Johannes is een vriend van Jezus. Hij hoort bij de leerlingen van Jezus. Ze leren veel van hem. Johannes vindt het zo geweldig, wat Jezus hen leert, dat hij besluit om het allemaal op te schrijven. Maar dat is nog niet zo gemakkelijk ontdekt Johannes. Jezus zegt vaak dingen, waar een boodschap in zit. Je moet er over nadenken en over praten met elkaar om die boodschap te ontdekken. Gelukkig kunnen ze Jezus nu nog vragen stellen, als ze het echt niet goed snappen. Dat vindt Jezus helemaal niet erg.
Alles wat Johannes heeft opgeschreven in zijn schrift, noemen we het Evangelie, de Blijde Boodschap, van Johannes.
Vandaag schrijft Johannes dat Jezus tegen zijn leerlingen zegt: “Ik zal nog maar kort bij jullie zijn. Daarom geef Ik jullie een nieuwe regel. Een erg belangrijke regel. Jullie moeten van elkaar houden! Jullie moeten net zo van elkaar houden als Ik van jullie heb gehouden. Dan zal iedereen die jullie tegenkomt kunnen zien dat jullie Mijn leerlingen zijn.”

Gebed

Gebed om liefde

God van liefde,
steek ons aan.
Maak dat wij in vuur en vlam raken
zodat wij warmte brengen
waar het koud is.
Dat wij licht brengen,
waar duisternis is.
Dan durven wij erop te vertrouwen
dat ons vuur aanstekelijk werkt
naar andere mensen toe.
En dat onze aarde
een lichtende stad wordt,
een wereld vol liefde, vol vrede.
Amen.

Het gebed is overgenomen uit: Prettige zondag, kinderwoorddiensten voor het jaar C, Joke Brugman, Gooi en Sticht, Baarn, 1994, blz. 75

Gesprek met de kinderen

Praat met de kinderen na over het verhaal.
Begrijpen ze waarom Jezus zegt dat mensen van elkaar moeten houden?
Vraag aan de kinderen van wie zij houden? Kunnen zij ook vertellen waarom ze van die persoon die ze noemen houden? Is het moeilijk om van deze mensen te houden?
Stel de vraag of ze ook mensen kennen waarvan ze niet houden? En waarom is dat dan?
Misschien vertellen de kinderen dat ze niet houden van kinderen die pesten, of kinderen die dingen afpakken, of die nare dingen zeggen. Geef aan dat u begrijpt dat 'houden van' dan wel heel erg moeilijk is.
Kijk samen naar wat Jezus zegt, en hoe Hij geleefd heeft. Hij schreef mensen die Hem verraden of verloochend hadden niet af. Hij keek met liefde naar alle mensen.

Vinden ze dat je van iedereen moet houden? Dat is wel wat Jezus van ons vraagt. Hoe zou je dat kunnen proberen te doen?

Zou het helpen als mensen er aan herinnerd worden dat ze van andere mensen moeten proberen te houden, zoals Jezus doet? Daarvoor maken mensen soms een testament (het verhaal van Jezus in de Bijbel heet ook testament: het Nieuwe Testament). Bij de Extra's kunt u een testament van Jezus maken met de kinderen.

Kijk nog even samen naar de liefdesplaatjes die u bij de opening heeft laten zien. Die doen dat eigenlijk ook, ons eraan herinneren dat we van elkaar moeten houden.

Extra's

Testament van Jezus maken

Nodig: 

• Mooi papier, met een afdruk van de pdf erop.
• Pennen en stiften
• Stempels, lakzegels of sluitzegels
• Enveloppen

Vlak voordat Jezus doodging heeft Hij een lange toespraak gehouden tot zijn vrienden. Hij heeft daarin alles gezegd wat Hij echt belangrijk vond. Een stukje uit die toespraak hebben we zojuist gehoord. Maar de kinderen hebben vast wel een idee wat Jezus nog meer gezegd zou kunnen hebben. Inventariseer even met de kinderen wat voor Jezus belangrijk was en schrijf dat op een flap of bord.

Alles wat Jezus belangrijk vond kan je samenvatten in het ene zinnetje: Houd van elkaar. Je zou dit het Testament van Jezus kunnen noemen. Johannes heeft dit testament later opgeschreven.

Maar, vraag de kinderen zich nu eens voor te stellen dat Jezus het zelf opgeschreven zou hebben. Speciaal voor jou. Wat zou Jezus er dan voor jou nog bij geschreven hebben? En zou Jezus je ook nog wat gegeven hebben om je te helpen?
Denk daar samen even over na.

Bij wat Jezus ons gegeven heeft om ons te helpen zou bijvoorbeeld de eucharistie, de Bijbel, mensen die het verhaal door vertellen, de kerk etc. genoemd kunnen worden.

Laat de kinderen het testament, zie hieronder, zo mooi mogelijk invullen en versieren. Geef hen dan een enveloppe en laat ze hun testament in de enveloppe doen en verzegelen.

 

 

 

 

Liedje: Als je geen liefde hebt voor elkaar

Als je geen liefde hebt voor elkaar,
vallen de dromen in duigen.
Dromen van vrede worden niet waar,
kwaad is niet om te buigen.

refrein: Als je geen liefde hebt voor elkaar
           leef je buiten Gods gloria.(2x)

Als je geen antwoord geeft op verdriet.
zullen de tranen niet drogen.
Als je het leed in de wereld niet ziet,
worden Gods woorden verbogen.  Refrein

Als je geen oog hebt voor het gemis,
als je geen brood weet te delen,
denk dan aan Jezus die brood en die vis,
uit liefde deelde met velen.          Refrein

Als je geen liefde hebt voor elkaar,
is er geen hoop meer op zegen.
Kinderen, maak de liefde toch waar:
schrijf het op alle wegen.            Refrein

 

 

Uit: Hanna Lam /Wim ter Burg, Verzamelbundel Alles Wordt Nieuw, bijbelliederen voor de jeugd, III,19

Liefde is… posters

Hier vindt u wat voorbeelden van posters die gebruikt kunnen worden bij de opening of verwerking. Ze zijn te vergroten of te verkleinen.

Bron: liefdesplaatjes.nl

Posters maken

Als extra verwerking kunt u de kinderen zelf een poster laten maken (oudere kinderen). Neem de Liefde is platen als voorbeeld en laat de kinderen zelf iets bedenken of een poster namaken. De kleintjes kunt u ook een kant en klare poster laten uitzoeken en deze laten inkleuren.

Neem na de kinderwoorddienst de posters mee naar de kerk. Vraag de voorganger of er ruimte is om de posters te laten zien. U kunt ook een lijn meenemen en ze daaraan ophangen.

Achtergrond

Een nieuwe liefde

Johannes geeft aan het begin van het dertiende hoofdstuk zelf de context aan waarin Jezus de woorden “jullie moeten elkaar liefhebben” uitspreekt. Er staat: ‘Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat Zijn tijd gekomen was en dat Hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die Hem in de wereld toebehoorden lief, en Zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.‘ (Joh. 13,1 Nieuwe Bijbel Vertaling).

Jezus toont deze liefde door als een dienaar de leerlingen hun voeten te wassen, het brood te breken en de wijn te drinken. Judas vertrekt om Jezus te verraden. Daar begint de passage van het Evangelie voor deze zondag.

Ondanks dat Jezus weet dat Judas hem zal verraden, spreekt Hij niet over wraak of haat, maar praat Hij over liefde en geeft Hij de opdracht aan de leerlingen om van elkaar te houden. Dienstbaarheid en vergeving tot het uiterste, die zich uiten in Zijn overgave om te sterven. Zijn dood zal geen einde zijn, maar een begin. Hij zal weer opstaan uit de dood om de woorden ‘houd van elkaar’ kracht bij te zetten. Ondanks verraad, verloochening of wat wij mensen ook uithalen. Haat en wraak is niet het wapen waarmee wij moeten strijden: dat is de liefde!

Liefde als gebod: jullie moeten van elkaar houden. Is dit een nieuw gebod? Ja, want deze liefde draagt het kenmerk van de voetwassing in zich: liefde die voortkomt uit, en zich toont in dienstbaarheid. Deze nieuwe liefde vindt haar oorsprong in de liefde tussen Jezus en Zijn Vader. Deze liefde maakt alles nieuw: mensen veranderen, de loochenaar Petrus wordt de navolger, de verspreide groep van leerlingen wordt een levende gemeenschap. Deze nieuwe liefde is kern van de christelijke leer. ‘Heb elkaar lief’ is een oproep aan ons om zo het verschil te maken in ons leven, en in de wereld. Daar mag je als christen aan herkend worden.

Je wordt geroepen!

 

Opening

Hoe begroeten we elkaar vandaag?

Steek een kaars aan als teken van verbinding.

Denk daarna met de kinderen na over hoe zij elkaar zouden kunnen begroeten. Er is een aantal manieren voor het elkaar begroeten en welkom heten, bij de groep en ook op school of thuis. Dat kan in woorden, maar ook in gebaren. Welke manieren kennen de kinderen om een ander te begroeten?
Laat de kinderen wat voorbeelden geven. 

Om elkaar te groeten moet je soms eerst elkaars aandacht trekken. Hoe doen de kinderen dat? Laat ze uw aandacht trekken terwijl u druk in uw boek aan het kijken bent. (ze kunnen roepen, of even aanraken bijvoorbeeld). Vertel hoe dove mensen dat doen. Zij roepen elkaar met gebaren. Of ze stampen bijvoorbeeld op de grond. Vraag of de kinderen dat wel eens gezien hebben.
Op internet zijn filmpjes over doventaal te vinden die u als voorbeeld kunt laten zien. Kijk b.v. het eerst stukje van dit filmpje.

Bijbel

Navertelling Johannes 10,27-30

Voor de jongste kinderen is er de navertelling; voor oudere kinderen het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal. 
De navertelling is gebaseerd op Elseviers Kinderbijbel in 365 vertellingen, Zaventem, Elsevier Librico, 1985, blz. 349 

Jezus zegt: "Ik ben de goede herder"

In het land van Jezus waren veel herders. Ze hadden het niet gemakkelijk. Elke dag moesten ze met hun schapen op zoek gaan naar gras. Als het te heet werd moesten ze water zoeken. Het gebeurde ook dat wilde dieren de kudde aanvielen. De herder moest die beesten dan verjagen en soms was dat erg gevaarlijk.

Jezus ging naar een feest in de tempel. "Wie ben Je eigenlijk", vroegen de mensen Hem. “Ik ben de goede herder”, zei Jezus. “Ik doe alles voor mijn schapen. Als er een wolf komt, zal Ik hem verjagen. Ik houd van mijn schaapjes; Ik zal voor hen sterven. Mensen, begrijpen jullie wel goed wat Ik zeg? Ieder van jullie is een schaap van Mij. Ik weet wat je nodig hebt en Ik zal het je geven. Ik houd van iedereen. Je kent allemaal mijn stem. Als je Mij hoort denk dan maar: Mijn Herder roept om mij; ik luister naar Hem.”

De mensen waren blij met die mooie woorden. Ze wilden graag schapen van Jezus zijn. Want Jezus zorgt voor de schapen die bij Hem horen. Samen met God. Omdat Jezus en de Vader bij elkaar horen kan niemand een volgeling van Jezus bij God weghalen.

Gebed

Zoals Jezus voor zijn schaapjes zorgt

Lieve God,

Dank U dat Jezus voor ons zorgt,
zoals een herder voor zijn schaapjes.
Dat we luisteren naar zijn stem
wanneer we geroepen worden.

Help ons de goede stem te herkennen
van degene die betrouwbaar is.
En dat we elkaar helpen die stem te horen
en begrijpen dat we er allemaal bij horen.

Help ons voor elkaar te zorgen,
zoals Jezus voor zijn schapen zorgt.
Help ons om herder te zijn voor elkaar,
dat we anderen helpen met wie het niet goed gaat.

Laat ook ons hulp vragen bij anderen
zoals we dat geleerd hebben van Jezus, onze herder.
Amen.

Verwerking

Gesprek met de kinderen

Na het verhaal praat u met de kinderen na over Jezus die zegt: "Als je Mij hoort, denk dan maar: Mijn herder roept om mij; ik luister naar Hem."

Denk samen met de kinderen na over wat een herder doet voor zijn schapen. Hebben schapen een herder nodig? En omgekeerd? Probeer samen te ontdekken dat er een bijzondere relatie is tussen schapen en hun herder. Misschien lijkt het op hoe mensen met elkaar omgaan?

Sta dan stil bij geroepen worden. Hoor je het meteen als het je moeder of vader is die roept? Waar hoor je dat dan aan? 

Zeg tegen de kinderen: Jullie kunnen allemaal goed horen. Maar wisten jullie dat ook ongeboren kindjes in de buik al kunnen horen? Met vijf maanden kunnen baby’s in de buik van hun moeder haar hartslag horen en herkennen ze haar stem. De stem van je moeder is daarom de eerste stem die je leert kennen. Al voordat ze je kon zien, kon ze tegen je praten. En veel aanstaande mama’s doen dat ook. Als ze even alleen zijn aaien ze met hun hand over hun buik en praten ze tegen de baby in hun buik. Lief hè?

Inmiddels hebben jullie al heel veel gesproken met je moeder. Waar praten jullie eigenlijk allemaal over? Probeer met de kinderen niet alleen praktische zaken te inventariseren, zoals wat je op je brood moet doen, maar probeer ze ook te laten zien dat je met je moeder ook spreekt over dingen die je vindt of voelt, dingen die met je toekomst te maken hebben, vragen die je hebt. Moeders helpen je de weg te vinden door het leven.

De eerste stem die je leert kennen is die van je moeder. Als snel komt die van je vader erbij en die van je grote broer of zus, de stem van opa en oma, van een oppas.
Geef de kinderen een oor op een a-viertje en laat ze in cirkels tekenen wie hen allemaal aanspreken. Laat ze mama als eerste schrijven en in de volgende cirkel papa, broer (naam) zus etc. Ze kunnen op de cirkel schrijven op welke leeftijd wie kwam. Bespreek met hen in welke fase wie kwam en wat de bijdrage van die persoon is aan hun leven. Wat leren ze van die persoon? Hoogstwaarschijnlijk schrijven ze Jezus er niet bij.

Maar misschien hoort Jezus er wel bij? Wat leren ze van Hem?

Hieonder vindt u een voorbeeld. Het oor vindt u bij de Extra's, bij het moederdagcadeautje.

 

 

 

 

Extra's

Zoek de verschillen

Zoek de verschillen en kleur de plaat mooi in.

Luisterspelletje

Een kind gaat met zijn rug naar de groep staan en moet raden wie zijn of haar naam zegt. Met de andere kinderen spreekt u eerst af wie van hen de naam van het kind gaat zeggen. Als het kind het goed heeft mag degene die de naam gezegd heeft nu proberen of hij een stem kan herkennen.

Als de namen kort zijn kan het voor de kinderen te moeilijk zijn. Maak er dan een zinnetje van, bijvoorbeeld: "Ik ben de goede herder, kom je er bij?".

Moederdagcadeautje maken

Kopieer een aantal oren op stevig gekleurd papier. Maak daar met de hulp van satéprikkers bloemen van voor de moeders. Omwikkel de satéprikkers met groen crepepapier of groen tape. Laat de kinderen eventueel iets liefs op de oren zetten, zoals ‘Mama, ik hoor je graag’.

U kunt er ook voor kiezen de kinderen wat echte bloemen tussen de oren te laten steken.

Psalm 23 God is mijn herder

Ik zing voor God
ik zing van een herder
met een warme jas
hij bracht mij, zijn schaap,
naar lekker groen gras

daar mocht ik rusten
aan een koele bron
en water drinken
zoveel ik maar kon

waar ik ook heenga
ik zal nooit verdwalen
als de herder me mist
komt hij me halen

moet ik door het donker
heel eng en heel lang?
de herder gaat mee
zo ben ik niet bang

waar ik ook zit
nooit word ik vergeten
hij brengt me naar huis
en ik mag blijven eten

God dekt een tafel
vol heerlijke spullen
ik schuif lekker aan
en mag nu gaan smullen

ik ben altijd welkom
de deur heeft geen slot
ik blijf altijd wonen
in het huis van mijn God.

Uit: Gerrie Huiberts en Anne Westerduin, Het begon met licht, bijbelverhalen voor groot en klein, KBS Adveniat, Baarn

Liedje: De schapen luisteren naar een stem

 De schapen luisteren naar een stem:

De stem van de herder.
Zij kennen hem uit duizenden,
de stem van de herder,
een stem die roept,
een woord dat leidt,
wie luistert raakt de weg niet kwijt.
De schapen luist'ren naar een stem:
De stem van de herder.

De mensen leven van het woord,
het woord van de herder.
't Is een kompas, het leidt hen voort,
het woord van de herder.
En wie dat woord voorgoed verstaat,
weet dat het niet verloren gaat.
De mensen leven van een woord,
het woord van de herder.

Het woord wordt uitgedeeld als brood,
het woord van de herder.
Het gaat door liefde heen en nood,
het woord van de herder.
Het woord draagt een geheimenis
dat God de goede herder is!
Het woord wordt uitgedeeld als brood,
het woord van de herder.

 

 

 

  

Uit Hanna Lam/ Wim ter Burg, Alles wordt nieuw, bijbelliederen voor de jeugd, Verzamelbundel, III,12 Callenbach, Nijkerk, 1983, blz. 107-108

Het verhaal van zuster Elva

Het waargebeurde verhaal speelt in Bolivia, op de dovenschool Julia Jimenez in Santa Cruz.

Eén van de leidinggevenden, zuster Elva, vertelt hoe ze geroepen werd door Jezus. Elva speelde eens als kind op straat en merkte dat één van de kinderen niet reageerde als ze haar riep. Het meisje was doof. Elva vond dat heel zielig. Je roept een kind en het reageert niet en kan ook niet praten! Elva merkte hoe geïsoleerd dit meisje opgroeide. Ze zag dat dat ook voor andere dove kinderen in Zuid Amerika zo was. Ze werden weggehouden van andere mensen omdat de ouders zich voor hen schaamden. De diepe eenzaamheid van deze kinderen raakte Elva. Ze waren vooral ook eenzaam omdat ze niet konden praten met anderen. 
Ze kregen geen kans om naar school te gaan en dus ook geen kans om de gebarentaal te leren.

Op dat moment besloot de jonge Elva dat ze bij een organisatie wilde werken die dovenonderwijs kon geven. De enige organisatie die dat deed was een kloosterorde. Daarom besloot Elva in te treden in het klooster om dove kinderen les te kunnen geven.
Zo werd zij geroepen om non te worden en haar leven aan het dovenonderwijs en het opbouwen van een dovenschool te wijden. God had haar op deze manier geroepen om voor anderen te zorgen en omgekeerd had zij God om kracht gevraagd dit werk vol te houden.

De dove kinderen leren nu op school gebarentaal spreken en hun ouders via cursussen, zodat zij ook elkaar kunnen roepen om elkaar hun liefde te tonen en hun vertrouwen in elkaar te laten zien.

Achtergrond

Wie horen erbij?

Het is vandaag Roepingenzondag, de dag waarop in heel de Kerk gebeden wordt om mensen die Gods roepstem verstaan.
Het bijbelgedeelte van deze morgen sluit aan op het voorafgaande gedeelte uit Johannes 10, waarin Jezus via het beeld van de goede herder, schapen en de schaapskooi spreekt over zijn relatie tot zijn volgelingen. Het beeld van God die als een herder voor de mensen is, komt al voor bij de profeten in het Oude Testament.
De bekendste psalm, Psalm 23, bezingt God die de mens alles geeft dat hij nodig heeft, en hem leidt naar groen gras en fris water. 

Jezus vertelt over de herder naar wiens stem de schapen luisteren, maar de Joodse luisteraars begrepen niet wat Hij bedoelde. (Johannes 10,1-6) Daarna spreekt Jezus nog over Zichzelf als ‘de deur voor de schapen’ en als ‘de goede herder’. Deze 'Ik ben'-uitspraken komen in het hele Evangelie voor, en worden door Jezus gedaan om te laten zien wie Hij voor de mensen is. Bijvoorbeeld: 'Ik ben het brood des levens', 'Ik ben de ware wijnstok', 'Ik ben het Licht van de wereld'. Steeds, en ook hier, werd Hij niet begrepen.

Dan voert Jezus een gesprek in de tempel. De toehoorders komen bij Hem staan en vragen duidelijkheid: Is Hij de Messias of niet? Jezus benoemt hun ongeloof via beeldspraak: "U hoort niet bij mijn schapen". Wie niet bij Hem wil horen, zal het ook niet geloven. Maar wie wél voor Hem kiezen en wél bij Hem willen horen, weten wie Hij is. Die mensen luisteren naar Hem en volgen Hem, zoals schapen hun herder volgen.

Het feest van de tempelwijding, Chanoeka, die het decor vormt voor dit gesprek, is een Joods lichtfeest. Het begint met het aansteken van de Chanoekia, de 8+1 armige kandelaar. Het feest wordt in de winter gevierd en duurt 8 dagen. Het herdenkt de tempelreiniging door Judas Makkabeüs in het jaar 164 voor Christus.
Jezus liep door de zuilengang van Salomo, het enige deel van de oorspronkelijke tempel dat nog overgebleven was.