Je wordt geroepen!

 

Opening

Hoe begroeten we elkaar vandaag?

Steek een kaars aan als teken van verbinding.

Denk daarna met de kinderen na over hoe zij elkaar zouden kunnen begroeten. Er is een aantal manieren voor het elkaar begroeten en welkom heten, bij de groep en ook op school of thuis. Dat kan in woorden, maar ook in gebaren. Welke manieren kennen de kinderen om een ander te begroeten?
Laat de kinderen wat voorbeelden geven. 

Om elkaar te groeten moet je soms eerst elkaars aandacht trekken. Hoe doen de kinderen dat? Laat ze uw aandacht trekken terwijl u druk in uw boek aan het kijken bent. (ze kunnen roepen, of even aanraken bijvoorbeeld). Vertel hoe dove mensen dat doen. Zij roepen elkaar met gebaren. Of ze stampen bijvoorbeeld op de grond. Vraag of de kinderen dat wel eens gezien hebben.
Op internet zijn filmpjes over doventaal te vinden die u als voorbeeld kunt laten zien. Kijk b.v. het eerst stukje van dit filmpje.

Bijbel

Navertelling Johannes 10,27-30

Voor de jongste kinderen is er de navertelling; voor oudere kinderen het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal. 
De navertelling is gebaseerd op Elseviers Kinderbijbel in 365 vertellingen, Zaventem, Elsevier Librico, 1985, blz. 349 

Jezus zegt: "Ik ben de goede herder"

In het land van Jezus waren veel herders. Ze hadden het niet gemakkelijk. Elke dag moesten ze met hun schapen op zoek gaan naar gras. Als het te heet werd moesten ze water zoeken. Het gebeurde ook dat wilde dieren de kudde aanvielen. De herder moest die beesten dan verjagen en soms was dat erg gevaarlijk.

Jezus ging naar een feest in de tempel. "Wie ben Je eigenlijk", vroegen de mensen Hem. “Ik ben de goede herder”, zei Jezus. “Ik doe alles voor mijn schapen. Als er een wolf komt, zal Ik hem verjagen. Ik houd van mijn schaapjes; Ik zal voor hen sterven. Mensen, begrijpen jullie wel goed wat Ik zeg? Ieder van jullie is een schaap van Mij. Ik weet wat je nodig hebt en Ik zal het je geven. Ik houd van iedereen. Je kent allemaal mijn stem. Als je Mij hoort denk dan maar: Mijn Herder roept om mij; ik luister naar Hem.”

De mensen waren blij met die mooie woorden. Ze wilden graag schapen van Jezus zijn. Want Jezus zorgt voor de schapen die bij Hem horen. Samen met God. Omdat Jezus en de Vader bij elkaar horen kan niemand een volgeling van Jezus bij God weghalen.

Gebed

Zoals Jezus voor zijn schaapjes zorgt

Lieve God,

Dank U dat Jezus voor ons zorgt,
zoals een herder voor zijn schaapjes.
Dat we luisteren naar zijn stem
wanneer we geroepen worden.

Help ons de goede stem te herkennen
van degene die betrouwbaar is.
En dat we elkaar helpen die stem te horen
en begrijpen dat we er allemaal bij horen.

Help ons voor elkaar te zorgen,
zoals Jezus voor zijn schapen zorgt.
Help ons om herder te zijn voor elkaar,
dat we anderen helpen met wie het niet goed gaat.

Laat ook ons hulp vragen bij anderen
zoals we dat geleerd hebben van Jezus, onze herder.
Amen.

Verwerking

Gesprek met de kinderen

Na het verhaal praat u met de kinderen na over Jezus die zegt: "Als je Mij hoort, denk dan maar: Mijn herder roept om mij; ik luister naar Hem."

Denk samen met de kinderen na over wat een herder doet voor zijn schapen. Hebben schapen een herder nodig? En omgekeerd? Probeer samen te ontdekken dat er een bijzondere relatie is tussen schapen en hun herder. Misschien lijkt het op hoe mensen met elkaar omgaan?

Sta dan stil bij geroepen worden. Hoor je het meteen als het je moeder of vader is die roept? Waar hoor je dat dan aan? 

Zeg tegen de kinderen: Jullie kunnen allemaal goed horen. Maar wisten jullie dat ook ongeboren kindjes in de buik al kunnen horen? Met vijf maanden kunnen baby’s in de buik van hun moeder haar hartslag horen en herkennen ze haar stem. De stem van je moeder is daarom de eerste stem die je leert kennen. Al voordat ze je kon zien, kon ze tegen je praten. En veel aanstaande mama’s doen dat ook. Als ze even alleen zijn aaien ze met hun hand over hun buik en praten ze tegen de baby in hun buik. Lief hè?

Inmiddels hebben jullie al heel veel gesproken met je moeder. Waar praten jullie eigenlijk allemaal over? Probeer met de kinderen niet alleen praktische zaken te inventariseren, zoals wat je op je brood moet doen, maar probeer ze ook te laten zien dat je met je moeder ook spreekt over dingen die je vindt of voelt, dingen die met je toekomst te maken hebben, vragen die je hebt. Moeders helpen je de weg te vinden door het leven.

De eerste stem die je leert kennen is die van je moeder. Als snel komt die van je vader erbij en die van je grote broer of zus, de stem van opa en oma, van een oppas.
Geef de kinderen een oor op een a-viertje en laat ze in cirkels tekenen wie hen allemaal aanspreken. Laat ze mama als eerste schrijven en in de volgende cirkel papa, broer (naam) zus etc. Ze kunnen op de cirkel schrijven op welke leeftijd wie kwam. Bespreek met hen in welke fase wie kwam en wat de bijdrage van die persoon is aan hun leven. Wat leren ze van die persoon? Hoogstwaarschijnlijk schrijven ze Jezus er niet bij.

Maar misschien hoort Jezus er wel bij? Wat leren ze van Hem?

Hieonder vindt u een voorbeeld. Het oor vindt u bij de Extra's, bij het moederdagcadeautje.

 

 

 

 

Extra's

Zoek de verschillen

Zoek de verschillen en kleur de plaat mooi in.

Luisterspelletje

Een kind gaat met zijn rug naar de groep staan en moet raden wie zijn of haar naam zegt. Met de andere kinderen spreekt u eerst af wie van hen de naam van het kind gaat zeggen. Als het kind het goed heeft mag degene die de naam gezegd heeft nu proberen of hij een stem kan herkennen.

Als de namen kort zijn kan het voor de kinderen te moeilijk zijn. Maak er dan een zinnetje van, bijvoorbeeld: "Ik ben de goede herder, kom je er bij?".

Moederdagcadeautje maken

Kopieer een aantal oren op stevig gekleurd papier. Maak daar met de hulp van satéprikkers bloemen van voor de moeders. Omwikkel de satéprikkers met groen crepepapier of groen tape. Laat de kinderen eventueel iets liefs op de oren zetten, zoals ‘Mama, ik hoor je graag’.

U kunt er ook voor kiezen de kinderen wat echte bloemen tussen de oren te laten steken.

Psalm 23 God is mijn herder

Ik zing voor God
ik zing van een herder
met een warme jas
hij bracht mij, zijn schaap,
naar lekker groen gras

daar mocht ik rusten
aan een koele bron
en water drinken
zoveel ik maar kon

waar ik ook heenga
ik zal nooit verdwalen
als de herder me mist
komt hij me halen

moet ik door het donker
heel eng en heel lang?
de herder gaat mee
zo ben ik niet bang

waar ik ook zit
nooit word ik vergeten
hij brengt me naar huis
en ik mag blijven eten

God dekt een tafel
vol heerlijke spullen
ik schuif lekker aan
en mag nu gaan smullen

ik ben altijd welkom
de deur heeft geen slot
ik blijf altijd wonen
in het huis van mijn God.

Uit: Gerrie Huiberts en Anne Westerduin, Het begon met licht, bijbelverhalen voor groot en klein, KBS Adveniat, Baarn

Liedje: De schapen luisteren naar een stem

 De schapen luisteren naar een stem:

De stem van de herder.
Zij kennen hem uit duizenden,
de stem van de herder,
een stem die roept,
een woord dat leidt,
wie luistert raakt de weg niet kwijt.
De schapen luist'ren naar een stem:
De stem van de herder.

De mensen leven van het woord,
het woord van de herder.
't Is een kompas, het leidt hen voort,
het woord van de herder.
En wie dat woord voorgoed verstaat,
weet dat het niet verloren gaat.
De mensen leven van een woord,
het woord van de herder.

Het woord wordt uitgedeeld als brood,
het woord van de herder.
Het gaat door liefde heen en nood,
het woord van de herder.
Het woord draagt een geheimenis
dat God de goede herder is!
Het woord wordt uitgedeeld als brood,
het woord van de herder.

 

 

 

  

Uit Hanna Lam/ Wim ter Burg, Alles wordt nieuw, bijbelliederen voor de jeugd, Verzamelbundel, III,12 Callenbach, Nijkerk, 1983, blz. 107-108

Het verhaal van zuster Elva

Het waargebeurde verhaal speelt in Bolivia, op de dovenschool Julia Jimenez in Santa Cruz.

Eén van de leidinggevenden, zuster Elva, vertelt hoe ze geroepen werd door Jezus. Elva speelde eens als kind op straat en merkte dat één van de kinderen niet reageerde als ze haar riep. Het meisje was doof. Elva vond dat heel zielig. Je roept een kind en het reageert niet en kan ook niet praten! Elva merkte hoe geïsoleerd dit meisje opgroeide. Ze zag dat dat ook voor andere dove kinderen in Zuid Amerika zo was. Ze werden weggehouden van andere mensen omdat de ouders zich voor hen schaamden. De diepe eenzaamheid van deze kinderen raakte Elva. Ze waren vooral ook eenzaam omdat ze niet konden praten met anderen. 
Ze kregen geen kans om naar school te gaan en dus ook geen kans om de gebarentaal te leren.

Op dat moment besloot de jonge Elva dat ze bij een organisatie wilde werken die dovenonderwijs kon geven. De enige organisatie die dat deed was een kloosterorde. Daarom besloot Elva in te treden in het klooster om dove kinderen les te kunnen geven.
Zo werd zij geroepen om non te worden en haar leven aan het dovenonderwijs en het opbouwen van een dovenschool te wijden. God had haar op deze manier geroepen om voor anderen te zorgen en omgekeerd had zij God om kracht gevraagd dit werk vol te houden.

De dove kinderen leren nu op school gebarentaal spreken en hun ouders via cursussen, zodat zij ook elkaar kunnen roepen om elkaar hun liefde te tonen en hun vertrouwen in elkaar te laten zien.

Achtergrond

Wie horen erbij?

Het is vandaag Roepingenzondag, de dag waarop in heel de Kerk gebeden wordt om mensen die Gods roepstem verstaan.
Het bijbelgedeelte van deze morgen sluit aan op het voorafgaande gedeelte uit Johannes 10, waarin Jezus via het beeld van de goede herder, schapen en de schaapskooi spreekt over zijn relatie tot zijn volgelingen. Het beeld van God die als een herder voor de mensen is, komt al voor bij de profeten in het Oude Testament.
De bekendste psalm, Psalm 23, bezingt God die de mens alles geeft dat hij nodig heeft, en hem leidt naar groen gras en fris water. 

Jezus vertelt over de herder naar wiens stem de schapen luisteren, maar de Joodse luisteraars begrepen niet wat Hij bedoelde. (Johannes 10,1-6) Daarna spreekt Jezus nog over Zichzelf als ‘de deur voor de schapen’ en als ‘de goede herder’. Deze 'Ik ben'-uitspraken komen in het hele Evangelie voor, en worden door Jezus gedaan om te laten zien wie Hij voor de mensen is. Bijvoorbeeld: 'Ik ben het brood des levens', 'Ik ben de ware wijnstok', 'Ik ben het Licht van de wereld'. Steeds, en ook hier, werd Hij niet begrepen.

Dan voert Jezus een gesprek in de tempel. De toehoorders komen bij Hem staan en vragen duidelijkheid: Is Hij de Messias of niet? Jezus benoemt hun ongeloof via beeldspraak: "U hoort niet bij mijn schapen". Wie niet bij Hem wil horen, zal het ook niet geloven. Maar wie wél voor Hem kiezen en wél bij Hem willen horen, weten wie Hij is. Die mensen luisteren naar Hem en volgen Hem, zoals schapen hun herder volgen.

Het feest van de tempelwijding, Chanoeka, die het decor vormt voor dit gesprek, is een Joods lichtfeest. Het begint met het aansteken van de Chanoekia, de 8+1 armige kandelaar. Het feest wordt in de winter gevierd en duurt 8 dagen. Het herdenkt de tempelreiniging door Judas Makkabeüs in het jaar 164 voor Christus.
Jezus liep door de zuilengang van Salomo, het enige deel van de oorspronkelijke tempel dat nog overgebleven was.