vrijdag 29 april 2022

Niet opgeven!

 

Opening

Petrus

Wat moesten de leerlingen eigenlijk gaan doen na de dood en de opstanding van Jezus? Ze hadden niet direct door hoe ze al hun ervaringen konden inzetten. Daarom gingen ze maar weer terug naar huis, naar Galilea waar ze vandaan kwamen. Daar lagen hun netten en boten nog op hen te wachten en konden ze hun eigen vak, het vissen, weer oppakken. Maar het loopt allemaal heel anders ...

petrusWe focussen deze kinderwoorddienst op Petrus. Voor hem gebeurt daar aan dat meer iets heel bijzonders.
Begin ermee met de kinderen samen te bedenken wie Petrus ook weer was. Het is mooi als u daar een beeldje of een afbeelding van Petrus bij hebt.

Hij is de visser, de rots, de man die Jezus zag bij de verheerlijking, de leerling die zijn voeten niet wilde laten wassen bij het laatste avondmaal, degene die niet wilde dat Jezus zou lijden en ook degene die Jezus drie maal verloochende en de kans kreeg om toch de kerk te leiden. Om dit laatste gaat het vandaag.

Als dit besproken is, zullen de kinderen extra op Petrus letten tijdens het verhaal. Stimuleer dat verder door van tevoren erop te wijzen dat ook vandaag Petrus weer ander gedrag vertoont dan zijn vrienden.

Bijbel

Navertelling Johannes 21,1-19

Voor de jongste kinderen is er de navertelling; voor oudere kinderen het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal.

Navertelling uit Het begon met licht, Bijbelverhalen voor groot en klein. Gerrie Huiberts en Anne Westerduin, KBS Adveniat, blz. 166-168

Jezus Verschijnt Ontmoeting aan het meer

Na de dood van Jezus aan het kruis bleven zijn leerlingen achter. Niet alleen de twaalf, maar ook de andere mannen en vrouwen die met Hem opgetrokken waren. Ze voelden zich verdrietig. Hoe moest het nu verder, zonder Jezus? Het vuur was eruit.
Ze probeerden door te gaan. Enkelen van hen gingen naar een meer. Simon Petrus was erbij, Andreas, Natanaël uit Kana en nog een paar. Petrus was somber. Toen Jezus gevangen was genomen, had hij drie keer gezegd dat hij Jezus niet kende en dat hij niet bij hem hoorde. Dat zat hem dwars. Had hij dat maar niet gedaan. Maar al dat gepieker hielp hem niet verder. Hij kon maar beter wat gaan doen. En aan het einde van weer zo'n lange dag waarop ze futloos een beetje rondgehangen hadden, pakte Simon Petrus een net en zei: "Ik ga vissen."
"Dan gaan wij mee," zeiden de anderen. Samen liepen ze naar het meer en klommen in de boot. Maar hoe vaak ze hun netten ook uitwierpen, de hele nacht vingen ze niets.

vissen vangenToen het ochtend begon te worden, zagen ze een man op het strand staan. Het was Jezus, maar dat wisten ze nog niet. De man zei tegen hen: "Vrienden, hebben jullie soms wat vis?"
"Nee," zeiden ze. "We hebben de hele nacht niets gevangen."
Toen zei de man: "Werp het net rechts van de boot uit, dan lukt het wel."
"Daar vang je toch nooit iets. Dat heeft geen zin," wilde Andreas zeggen. Toch wierp hij het net uit. Na een tijdje haalde hij het net op. Hij deed het met één hand, want zo zwaar kon het niet zijn. Maar hij moest meteen zijn andere hand erbij gebruiken, en zelfs dat hielp niet. Wat was het zwaar! In zijn eentje kon hij het net niet eens tillen. Hij riep de anderen erbij. Er zat zoveel vis in het net, dat ze het bijna niet op de boot konden hijsen.
Ineens begreep Andreas het. "Die man op het strand is Jezus!" riep hij uit. Toen Simon Petrus dat hoorde, sprong hij overboord. Zo graag wilde hij naar Jezus toe. De andere leerlingen gingen met de boot, want ze waren niet ver uit de kust. Het volle net sleepten ze achter zich aan.

Toen ze aan land waren gestapt, zagen ze dat er een houtskoolvuurtje brandde, met vis erop en brood erbij. Jezus zei: "Haal wat van de vis die jullie gevangen hebben." Simon Petrus ging de boot in en trok het volle net aan land. Het zal vol grote vissen en toch scheurde het net niet.
Jezus zei: "Kom eten." Ze wisten nu allemaal dat het Jezus was, toch durfde niemand daarover te praten. Jezus kwam dichterbij, nam een brood en deelde het rond, en zo deed Hij het ook met de vis. Net zoals Hij vroeger zo vaak had gedaan, toen Hij nog leefde.
Na het ontbijt vroeg Jezus aan Simon Petrus: "Heb jij mij lief, meer dan de anderen doen?"
"Ja," zei Simon Petrus, "U weet dat ik van U houd."
"Zorg voor mijn lammeren," zei Jezus. Nog een tweede keer vroeg Hij: "Simon Petrus, heb jij mij lief?" Petrus antwoordde: "Ja, U weet dat." Toen vroeg Jezus voor de derde keer: "Heb jij mij lief?" Petrus werd verdrietig omdat Jezus het hem voor de derde keer vroeg. Hij herinnerde zich dat hij Jezus drie keer in de steek had gelaten. Hij zei:"U weet alles. U weet dat ik U liefheb." Daarop zei Jezus: "Wees een herder voor mijn schapen."

Zo verscheen Jezus een aantal keren aan de mensen die met Hem opgetrokken waren. Langzamerhand kregen ze meer moed om door te gaan. Ze wisten zeker dat Jezus leefde en dat Hij hen zou blijven helpen.

Gebed

Gebed om goede leerlingen van Jezus zijn

Goede God,

we willen graag voor U aan het werk,
maar we weten niet altijd wat de bedoeling is.
Soms zijn we ook bang om iets echt aan te pakken
of herinneren we ons dat we het eerder fout deden.
Wilt U ons helpen
als wij proberen uit te vinden
hoe we goede leerlingen van Jezus kunnen zijn?
Dat vragen wij U in Jezus' naam.
Amen.

Verwerking

Gesprek met de kinderen

Na het verhaal kunt u bespreken wat er met Petrus gebeurde, daar aan het meer. Samen met de kinderen kunt u tot de conclusie komen dat Petrus goede, maar ook minder makkelijke kanten had.
Toch wil Jezus dat juist híj zijn schapen hoedt. Waarom zou dat zijn?

jezus en petrusEn betekent dat voor ons dan ook niet, dat we niet perfect hoeven te zijn om Jezus na te volgen?

Ook wij mogen fouten maken, spijt hebben en het opnieuw proberen. Misschien is het zelfs nog sterker; je fouten maken je wie je bent, en precies zo wil Jezus met je aan de slag.

Denk met de kinderen kort na in welke dingen ze niet zo goed zijn. Zijn ze bijvoorbeeld ongeduldig, of jaloers? Hoe zouden ze daar met behulpt van Jezus iets aan kunnen doen?

Visjes maken

Maak met de kinderen visjes en laat ze op hun visje schrijven wat zij zouden kunnen doen om Jezus na te volgen. Laat elk kind een eigen visje maken. Maak tenslotte een mobiel van alle visjes of plak ze samen op een vel waar je een groot net op getekend hebt, of bevestig ze met paperclips aan een echt visnet. 

Een vel met voorbeeldvisjes vindt u bij de Extra's. 

schubbenvis werkbladDaar is ook een vis met schubben te vinden. Die is te gebruiken in plaats van voor elk kind een eigen vis. Voor deze vis kunnen alle kinderen een eigen schub maken.

Samen zingen: Visser, visser van de zee

De ene groep kinderen zingt de vraag. De andere groep is de visser en zingt het antwoord.

liedje vissers van de zee

Vraag:
Visser, visser van de zee,
neem jij lekkere vissen mee?

Antwoord:
Nee, ik viste heel de nacht,
maar ik heb niets meegebracht.
Ik neem lege netten mee,
en geen vissen uit de zee.

Vraag:
Visser, visser van de zee,
neem jij lekkere vissen mee?

Antwoord:
Toen ik deed wat Jezus zei,
was er wel veel vis voor mij.
Ik neem volle netten mee.
met veel vissen uit de zee.

Visjes maken

Zorg voor voldoende visjes voor alle kinderen. Laat elk kind een visje uitknippen en vraag de kinderen op hun vis te schrijven wat zij zouden kunnen doen om Jezus na te volgen. Misschien moet u even uitleggen wat navolgen betekent: lijken op Jezus, en net zo doen als Hij gedaan heeft. Wanneer de tekst op de vis staat kunnen de kinderen de vis kleuren of versieren. 

Daarna kun u de vissen met paperclips op een visnet bevestigen, of er met satéstokjes een mobiel van maken.

U kunt er ook voor kiezen met alle kinderen samen één vis te versieren en te vullen met hun manieren om Jezus na te volgen. Dan maakt elk kind één schub. Druk dan twee keer de vis op een groot papier af, en knip van één van de vissen de schubben uit om te versieren en beschrijven. Tenslotte worden alle schubben op de andere vis geplakt.

schubbenvis werkblad

 

 

vissen werkblad














































Visnetspelletje

vissers van mensen spelTwee kinderen zijn de tikkers, het visnet. Ze houden elkaar aan de hand vast en vangen een kind (vis) in hun net, door hun vrije handen te sluiten om een kind.
Als er 2 kinderen zijn gevangen mogen zij, als nieuw visnet, ook de andere kinderen proberen te vangen. Net zo lang tot alle kinderen gevangen zijn.

 

Afkomstig van:© Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl 

 


Gedichtje bij het bijbelverhaal: Zomaar ineens

Zomaar ineens

ik dacht: het lukt niet
het hoeft voor mij niet meer
laat ik er maar mee kappen
't wordt toch helemaal niks

net of je in een bootje
ronddobbert op het water
geen zuchtje wind te bekennen
stuurloos drijf je daar maar

of je bij een kampvuur zit
dat al lang is uitgedoofd
je staart maar wat voor je uit
geen vonkje meer te zien in de ashoop

en toch, zomaar ineens verandert het:
een windvlaag blaast je aan
vuur laait op uit de as
je krijgt weer de geest

zomaar ineens.

 

'Zomaar ineens' staat in de kinderbijbel Het begon met licht, Bijbelverhalen voor groot en klein. Gerrie Huibers en Anne Westerduin KBS Adveniat blz. 169

Bevrijding

5 mei is het bevrijdingsdag. We herdenken dat we in een vrij land mogen wonen. De afgelopen weken hebben we gezien dat de oorlog zomaar realiteit kan worden, in Oekraïne, een land dat niet eens zover weg ligt. 

Kijktafel
Start met het neerzetten van een kleine kijktafel met spullen die je vast wel al in huis hebt, en brand er een lichtje bij. Zo kun je je kind laten zien dat je verbonden bent in gebed, maar het ook los mag laten en aan God geven. Het kaarsje blijft aan. Kijk samen naar de kijktafel en laat het gesprek gebeuren. Sluit het samen kijken af met een gebed om vrede.

Mogelijke voorwerpen: een ondergrond (placemat, schaal)
een krantenfoto (herkenning); een stuk boomstam of keien (de aarde), een takje met knoppen (hoop), een gebedstekst (geprint of geschreven); een woord uit houten lettertjes (vrede of red bijv.), een Oosters icoon (Pasen of Maria), en een kaarsje/lichtje. Neem niet te veel. Wat je bij elkaar zet, gaat vanzelf een verhaal vertellen.

oorlog kijktafel

oorlog kijktafel 2

In de tijd van Jezus was Israël wel bezet door een vreemde macht, de Romeinen. Het kan goed zijn om daar eens met de kinderen over te spreken, omdat dit een grote rol speelde in verwachtingen die men van Jezus had. Zo hebben verschillende leerlingen er op gehoopt dat Jezus zich zou ontpoppen als een verzetsstrijder die de Romeinen het land uit zou zetten. Deze hoop was mede ingegeven door het feit dat de Romeinen ook het gelovige leven van de Joden beïnvloedden. Zij eisten verering van de keizer, zij brachten munten in omloop met de beeltenis van de keizer, zij bemoeiden zich met de benoeming van hogepriesters en ze namen de wetgeving over. Ook het hele lijdensverhaal is gekleurd door het feit dat de Romeinen de baas waren in Israël. De tegenstanders van Jezus maakten gebruik van de angst van de Romeinen voor opstand en de dood aan het kruis was een Romeinse straf. Uiteraard waren er naast deze religieuze problemen van het leven onder de bezetter ook andere zaken die niet fijn waren. Ook deze komen we tegen in het Evangelie, denk maar aan de aanwezigheid van soldaten in het land (het verhaal van de honderdman) en aan de belastingen die de tollenaars ophaalden.

Een andere mogelijkheid is om met de kinderen te spreken over soorten bevrijding. Jezus werd geen verzetsstrijder. Hij heeft de Romeinen niet verjaagd uit zijn land.  Zijn boodschap was er eerder  één van vrede en gerechtigheid. Toch was bevrijding ook in zijn preken een belangrijk onderwerp. Het ging echter om een ander soort bevrijding, de bevrijding van dat wat ons als mensen dwars zit. Zo horen we vandaag in de lezing hoe Jezus zijn vriend Petrus bevrijdt van het schuldgevoel over zijn verloochening. 

Flap over
Deel een flap in twee delen. Teken in elk deel een cirkel met een poppetje erin. De cirkel is de gevangenis waaruit je graag bevrijd zou willen worden. 

Bij de ene cirkel komt de bezetting van buiten. Teken dit met pijlen die van buiten naar binnen wijzen. Wat kan je bij deze pijlen schrijven? Door wat of door wie kan je gevangen worden gehouden?  Voor kinderen zijn de Duitsers of de Romeinen of IS ver weg. Maar wat te denken van een plaaggeest, een ziekte, een groep waar je je niet thuis voelt, een taak die je moet volbrengen,  de onmogelijkheid om bij papa en mama tegelijk te wonen ? Vraag je met de kinderen af wie of wat je daarvan zou kunnen bevrijden. Onderken ook dat dat niet altijd kan. Dan rest je niets dan het bij God neer te leggen. 

Bij de tweede cirkel komt de bezetting van binnen. Teken dit met pijlen die van binnen naar buiten wijzen. Wat kan je bij die pijlen schrijven? Wat houdt jou van binnen gevangen? Voor Petrus was dat schuldgevoel. Door Petrus te vergeven en hem een nieuwe opdracht te geven kon Petrus weer verder. De andere leerlingen in het evangelie van vandaag waren vooral onzeker. Wat moesten ze nu gaan doen? Wat konden ze aanvangen zonder de leiding van Jezus. Help de kinderen deze twee te vinden in het Evangelie. Zoek dan samen met hen naar dingen die hen gevangen houden. Voor een kind kan het verlegenheid zijn, of angst, een minderwaardigheidscomplex of een gewoonte die het maar niet af kan leren. Wellicht noemen ze ook verslaving of een slechte eigenschap.  De dingen die van binnen komen moet je zelf aanpakken. Maar je hoeft het niet alleen te doen. Je kan hulp vragen, van een ander kind, van je ouders, van een leerkracht en van Jezus. 

Tenslotte, op de site van 4 en 5 mei zijn nog vele andere filmpjes en materialen voor kinderen te vinden. Het is de moeite waard om daar even te grasduinen. 

Speel als afsluiting nog even Tikkertje met verlos.

Tikkertje met verlos

tikkertje

 

Speel op de gebruikelijke manier tikkertje.
De kinderen die getikt zijn moeten op een aangewezen plek gaan staan. De kinderen die nog vrij rondlopen kunnen deze getikte kinderen bevrijden door hen aan te tikken.
Lukt het ook nog als de getikte kinderen bewaakt worden door een ‘cipier’?

Achtergrond

Zondag Jubilate

De derde zondag van Pasen is zondag Jubilate. De naam is afkomstig van het eerste woord van de antifoon van de Psalm van deze zondag (Psalm 66). De vreugde van Pasen begint echt door te dringen. Tijdens de paaszondagen komen de eerste en tweede lezing steeds uit het boek Handelingen en het boek Openbaring. Zo worden wij erop gewezen wat de opstanding van Jezus teweeg heeft gebracht in mensenlevens. 

De lezing van deze zondag is het hele laatste hoofdstuk van het Johannesevangelie. Dit hoofdstuk is een soort toetje, aanvankelijk was hoofdstuk 20 het slot van dit Evangelie.

In de eerste verzen van het verhaal lijkt het even of de cirkel rond is. Want na alle ellende en inspanningen in Jeruzalem vinden we de leerlingen weer terug thuis, bij de netten, in Galilea aan het meer van Tiberias. Ze lijken de draad van hun leven weer op te pakken alsof er niets gebeurd is. Ooit werden de vissers bij de netten vandaan geroepen om mensenvissers te worden, nu zijn ze weer terug bij de boot, een ervaring rijker en een illusie armer. 

brood wijn visMaar ... dat blijkt niet zo erg te zijn als het lijkt. Ze zijn inderdaad verlost van hun illusie dat Jezus Israël zou bevrijden van de Romeinen. In plaats daarvan hebben ze Jezus leren kennen zoals Hij werkelijk is. En die ervaring blijkt hen vandaag verder te brengen dan we aanvankelijk dachten. Want ze doen iets wat ze eerder nooit gedaan zouden hebben. Ze komen na een nacht vissen terug met lege netten. Maar dan, als een vreemde hen om vis vraagt – ze herkennen Jezus niet - proberen ze nog een keer om vis te vangen. Hoewel het overdag is en de vissen zich dan verstoppen in het diepere water, waar ze niet bij kunnen met hun netten, wagen ze het toch nog een keer. Waarom doen ze dat? Hebben ze de afgelopen drie jaar soms van Jezus geleerd dat je in je zorg voor anderen een stap verder moet gaan dan je aanvankelijk van plan was? Het brengt hen onverwachte vangst op, maar vooral onverwachte inzichten. Iets voor een ander doen blijkt wonderen te bewerkstelligen.

Op de avond voor Jezus' kruisdood had Simon Petrus Jezus driemaal verloochend. Vandaag vraagt Jezus hem driemaal: “Simon, heb jij Mij lief?” Simon antwoordt driemaal bevestigend en krijgt telkens de opdracht: “Hoed mijn schapen.“ Een visser wordt een schapenhoeder. Zo leert Petrus, en leren wij met hem, dat je fouten je niet ongeschikt maken om met Jezus op weg te gaan. Integendeel, Jezus wil jou aan het werk hebben, met al je ervaringen en al je goede en minder goede kanten.
In de eerste lezing uit Handelingen horen we hoe de leerlingen van Jezus inmiddels zijn gegroeid in hun geloof. Ze zijn niet angstig of onzeker meer. Niemand hoeft hen te vertellen wat ze moeten doen, ze gehoorzamen alleen God nog maar. Ze geven het niet op, ondanks alle tegenwerking.

vrijdag 22 april 2022

Het komt goed

 










Opening

Van paars naar wit

verdrietig emoticon met de handen op het gezicht

Op de grond ligt een witte doek met daarop een kaars en een prentenbijbel. Wijs de kinderen erop dat de kleur van de doek veranderd is.
Wat was het eerst? (paars) Nu is de doek wit, het is immers Pasen geweest. Een feest dat zo bijzonder is dat we het zeven weken vieren.

Informeer bij de kinderen hoe hun paasfeest was. Wat hebben ze gedaan, hebben ze ook een beetje gevoeld dat het Pasen is geworden? Hoe voelde dat?
Niet iedereen zal gevoeld hebben dat het Pasen is geworden. Als je het moeilijk hebt, als iemand van wie je houdt net is overleden, als je twijfels hebt, dan word je niet blij van Pasen. Dan kijk je verbaasd hoe andere mensen blij zijn. En dan heb je misschien ook wel het idee dat je er niet helemaal bij hoort. Want jij kan niet geloven wat andere mensen wel geloven.

In het bijbelverhaal van vandaag is ook sprake van die ongelijktijdigheid. De leerlingen die Jezus gezien hebben geloven wel in Jezus. De leerling die Jezus niet gezien heeft, Tomas, heeft het maar moeilijk. Wat denk je, zou de manier waarop Jezus binnen komt hem een beetje helpen? Luister maar eens naar ons verhaal, wat zegt Jezus als Hij binnenkomt? Hoe begroet Hij zijn leerlingen? (Jezus zegt het wel drie keer!)

Bid het openingsgebed en lees het bijbelverhaal.

Bijbel

Navertelling Johannes 20,19-31

De evangelielezing van vandaag is uit Johannes  20,19-31. Voor de oudere kinderen is de vertaling uit de Bijbel in Gewone Taal goed te begrijpen. Voor kleinere kinderen is er de navertelling (gebaseerd op: “Het verhaal van Tomas”’ pag. 381, uit Elseviers Kinderbijbel in 365 vertellingen Zaventem, Elsevier Librico, 1985, blz. 381 

Eerst zien, dan geloven

Het was een sombere avond. De vrienden van Jezus zaten bij elkaar. Alle deuren van het huis hadden ze stevig op slot gedaan. Ze waren zo bang dat zij ook gepakt zouden worden.
Opeens kwam Jezus binnen. Daar stond Hij, in het midden, helemaal onverwacht. “Vrede zij met jullie”, zei Hij. ”Kijk maar goed naar Me, ik ben het echt. Kijk maar, hier in mijn handen zitten nog de wonden van het kruis, hier in mijn zijde is nog te zien hoe de lans Mij prikte.” Wat waren zijn vrienden blij.

Jezus zei nog een keer: “Vrede zij met jullie. Ik had een opdracht van God, mijn Vader. Die opdracht geef Ik nu door aan jullie. Ook jullie moeten aan het werk voor een betere wereld. Gods heilige Geest zal jullie helpen.”
Helaas waren niet alle vrienden thuis, toen Jezus op bezoek kwam. Tomas had Hem niet gezien. Natuurlijk vertelden de andere vrienden enthousiast dat ze Jezus gezien hadden. Maar Tomas kon het niet geloven. “Jezus is gestorven aan het kruis", zei Tomas, "Hij is dood. Alleen als ik de wonden van de spijkers kan voelen met mijn eigen vingers en in de snee van de lans mijn hand kan leggen zal ik jullie kunnen geloven.” Hij moest nog een hele week geduld hebben. 

tomasMaar na een week was het zover. Weer zaten de vrienden bij elkaar met de deuren stevig op slot. Tomas was er ook. Net als de vorige keer kwam Jezus binnen door de dichte deur. Weer ging Jezus midden tussen de vrienden staan. En opnieuw zei Hij: “Vrede zij met jullie.” Toen wees Hij naar Tomas en zei: “Kom hier en voel met je vingers in mijn handen. Leg je hand in mijn zijde. En geloof het ook.”
Tomas was overtuigd. “U bent mijn Heer en mijn God”, riep hij uit. “Tja Tomas”, zei Jezus, “Voor jou is het makkelijk. Jij ziet mij en je gelooft. Bijzonder zijn al die mensen die Mij niet zien en toch kunnen geloven.”


Gebed

Geloven is soms moeilijk

Lieve God,
uw Zoon Jezus is gestorven.
Toch willen we geloven
dat Hij leeft en dat Hij bij ons is.
Dat kunnen we niet zien,
daarom is geloven soms zo moeilijk.
Maar soms kunnen we het voelen.
Tomas werd geholpen God,
helpt U ook ons?
Maak ons gevoelig voor uw liefde,
elke dag opnieuw.
Amen.

Het komt weer goed

Lieve God,
Omdat we U niet gezien hebben,
zoals Tomas vroeger,
gaan we soms twijfelen of U ons kunt helpen.
Help ons te geloven
dat het wel weer goed komt
als we iets naars hebben meegemaakt.

We danken U dat U in ons leven bent.
U bent onzichtbaar voor onze ogen,
maar voelbaar in ons hart.
Help ons er op te vertrouwen
dat U er bent voor ons,
als we uw hulp nodig hebben.
Amen

Gesprek met de kinderen

In het Evangelie van vandaag komt Jezus twee maal op bezoek bij zijn leerlingen. Beide keren begroet Hij de leerlingen op dezelfde wijze: Hij gaat in hun midden staan en zegt: “Vrede zij met jullie.” De eerste keer zegt Hij het zelfs twee maal.

Ga na of de kinderen dit meegekregen hebben. Lees het verhaal desnoods nog een keer. Bespreek vervolgens wat Jezus met deze groet bedoeld zou kunnen hebben. Wat betekent deze vrede? In de Bijbel is vrede veel meer dan alleen de afwezigheid van oorlog. Vrede betekent veeleer zoiets als harmonie ervaren, ervaren dat het goed is zo, ‘tevreden’ zijn met hoe het is. Dat was voor de vrienden van Jezus, zo vlak na Goede Vrijdag niet zo eenvoudig. Zij zijn bang voor de Romeinen. Ze zijn misschien ook wel boos om wat er met Jezus gebeurd is. Ze zijn misschien onzeker over hun eigen toekomst. Wat moeten ze doen zonder hun leider, zonder Jezus. Ze hebben immers alles voor Hem achtergelaten. Het zal voor hen dus niet zo eenvoudig zijn om vrede te ervaren. Laat dit alles de revue passeren in het gesprek met de kinderen.

neusjeneusjeAls u samen helder hebt wat het betekent dat Jezus zijn leerlingen de vrede wenst, kunt u met de kinderen nadenken over welke gebaar Jezus bij deze wens gemaakt heeft. Hoe zouden de kinderen iemand vrede wensen? Uiteraard is hier geen sprake van één goed antwoord, het gaat erom dat de kinderen zich inleven.
Mogelijke manieren van begroeten: boks, salueren, neusje neusje, voorhoofden tegen elkaar, buigen met handen tegen elkaar, hand geven, hug, twee of drie zoenen, schouderklap, high five, knikje, armen wijd met handpalm naar boven, elkaars handen pakken etc.
De groet van Jezus is nog steeds gebruikelijk in de kerk. We wensen elkaar in iedere eucharistieviering de vrede. Vlak voordat we ter communie gaan geven we elkaar een hand en wensen elkaar de vrede van Christus. Ook dan gaat het om veel meer dan alleen de afwezigheid van oorlog of meningsverschillen.

Tenslotte kunt u met de kinderen bespreken wat zij een mooie groet vinden. Zowel gebaar als tekst kan aan de orde komen. Ter inspiratie kunt u de kinderen het filmpje over juf Melissa laten zien, dat u vindt bij de Extra's. U kunt ook vooraf een aantal manieren van begroeten inventariseren.

Gesprek met de oudere kinderen: geloven zonder te zien

Tomas wordt soms de ongelovige Tomas genoemd. Toch kon hij tenslotte zeggen: 'Mijn Heer en mijn God!'
Ga met de kinderen in gesprek over zijn bijnaam: ongelovige Tomas. Past die naam dan eigenlijk nog wel bij Tomas? Hoe vinden de kinderen het dat Tomas niet zomaar kon geloven wat de andere leerlingen vertelden? Zouden zij geloofd hebben wat de anderen vertelden, als ze er zelf niet bij geweest waren? En waarom?

Vraag of wij misschien ook llijken op Tomas. Op de Tomas die Jezus niet zelf heeft gezien. Waarom? Ook wij hebben Jezus niet zelf gezien. En toch geloven we in Hem.

Praat met de kinderen door over geloven in Jezus en God. Vinden ze het moeilijk? Merken ze wel eens iets van God? Maakt dat geloven makkelijker of maakt het niet uit?

tomasTenslotte kunt u nog even stil staan bij de woorden van Tomas: 'Mijn Heer en mijn God!' Dat zou je een hele korte geloofsbelijdenis kunnen noemen. In onze geloofsbelijdenis die wel op zondag in de kerk uitspreken, zeggen we hardop dat we in God geloven. Meestal begint die met de woorden:

Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde,
en in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer.

Denk samen met de kinderen na of zij zelf of in groepjes ook zo'n kleine geloofsbelijdenis kunnen schrijven. 
Help ze op weg als dat nodig is, door wat mogelijk elementen aan te reiken: ook al kan ik Hem niet zien... ik weet dat God naar mijn bidden luistert... 

Vingerpoppetjes verhaal

Kopieer de twee gezichten van de afbeelding onder Extra's en knip ze uit. Plak de stroken op elkaar, zodat ze om uw vinger passen. Het zijn twee leerlingen van Jezus. De ene leerling was bij de eerste keer dat Jezus verscheen; de andere is Tomas, die er niet bij was.

vingerpoppetjesLaat twee kinderen het verhaal navertellen met de vingerpoppetjes om hun vingers. Laat ze van te voren bedenken wat ze gaan zeggen.

U kunt ook elk kind een afbeelding van de twee gezichten geven om uit te knippen en in te kleuren. Laat daarna alle kinderen er vingerpoppetjes van maken door de stroken op elkaar te plakken. Dan kunnen twee kinderen in samenspraak het verhaal vertellen.

Liedje: Het Grote Geheim

  

god is een groot geheim

Soms kijk je naar de sterren.
Soms kijk je naar de maan.
Dan denk je: Is God ook zo ver?
Is Hij nog verder dan die ster
die jij daar hoog ziet staan?
Je weet het niet, je weet het niet.
Waar is God toch? Je ziet Hem niet!
God is een groot geheim. (2x)

Soms denk je voor het slapen
bedankt God het was fijn.
En dan opeens lijkt God vlakbij.
je voelt je licht je voelt je blij.
Zou God dat kunnen zijn?
Je weet het niet, je weet het niet.
Soms zie je iets. En dan weer niet.
God is een groot geheim.(2x) 

 

Uit: Zitten of Opstaan, deel 4, nr 23 SGO, Hoevelaken.

Tomas twijfelt, Tomas gelooft vingerpoppetje

Kopieer het vingerpoppetje van Tomas met de twee gezichten. Kleur het in en knip het uit. Maak scherpe vouwen op de stippellijnen. Plak de plakstrook tegen de achterkant van de verdrietige Tomas.

Plaats het vingerpoppetje op uw wijsvinger en toon de kinderen het twijfelende gezicht. Vraag hen hoe Tomas kijkt en waarom. Laat de kinderen vertellen hoe het zit met Tomas. Draai dan uw vinger om en toon het lachende gezicht van Tomas. Waarom kijkt hij nu zo blij?
Laat de kinderen hun eigen voorbeelden vertellen, (zoals genoemd bij de verwerking) met behulp van deze vingerpoppetjes. U kunt ook elk kind een eigen vingerpoppetje laten maken.

tomas verdrietig en blij

Vredesliedje

Zing met de kinderen een vredeslied dat in uw kerk regelmatig gezongen wordt. Of studeer samen het Ubi Caritas in.  

 ubi caritas taizepng

Knutselen: Vingerpoppetjes maken

Kopieer de twee gezichten van de afbeelding en knip ze uit. Plak de stroken op elkaar, zodat ze om uw vinger passen. Het zijn twee leerlingen van Jezus. De ene leerling was bij de eerste keer dat Jezus verscheen; de andere is Tomas, die er niet bij was.

twee leerlingen verdrietig blij

Achtergrond

Tomas

doubting thomas smVandaag horen we dat Tomas, een van de leerlingen van Jezus, niet gelooft dat de andere leerlingen Jezus gezien hebben. Hij was er niet bij. En kan niet delen in de vreugde die zij voelen. Hij maakte niet mee hoe Jezus over de leerlingen blies, en in een pinkstermoment hun bevrijdde uit hun beslotenheid. Tomas heeft meer nodig. Hij wil het echt zien en voelen aan de wond in Jezus’ zij. Dan is het voor hem pas echt waar wat de anderen over Hem vertellen. Tomas zal pas geloven als hij Jezus, net als de andere leerlingen, gezien heeft. Dan komt Jezus weer in de kamer waar ze samen zijn. Tomas mag de wonden in de zij van Jezus aanraken en die in zijn handen. Nu twijfelt Tomas niet meer. Zijn belijdenis: ‘Mijn Heer en mijn God’ toont hoe hij veranderd is.
Het evangelie vertelt niet dat Tomas daadwerkelijk zijn vinger in de wonden legde, maar het is net dat gebaar dat kunstenaars gewoonlijk afbeelden. Vaak neemt Jezus de hand van Tomas en nodigt hem uit om de vinger in de wond in Zijn zijde te steken

Tomas dat zijn wij, de lezers van vandaag, want wij zijn er ook niet bij geweest, daar en toen.  Het kost wienig moeite om ons te identificeren met Tomas en zijn erg menselijke behoefte aan tastbaar bewijs om geloof te kunnen hechten aan wat hem was verteld. Ook voor ons geldt dat we moeten geloven zonder echt te gezien te hebben wat er is gebeurd. 

Tomas wordt ook Didymus genoemd, wat tweeling betekent. Zijn naam laat zien dat er in Tomas twee kanten zitten: de kant die graag wil geloven, en de kant die eerst wil zien.
Van dit verhaal over Tomas is de uitdrukken 'je bent een ongelovige Tomas' afgeleid. Terecht? Tomas moest eerst zien, maar werd toen een 'gelovige Tomas'.

Vredeswens in de eucharistie
Vlak voor we te communie gaan bidden we op verschillende manieren om vrede. Het begint al met embolisme na het Onze Vader (verlos ons Heer van alle kwaad, geef vrede in onze dagen…) . Daarop volgt de vredeswens zelf en tenslotte bidden we ook nog eens om zegen in het Lam Gods (Geef ons de vrede). Als we te communie gaan, komt Jezus zelf in ons midden. En daarover lazen we in het evangelie van vandaag: als Jezus in ons midden komt, dan brengt Hij ons de vrede. ‘Sjalom‘ betekent een herstelde relatie tussen God en mensen en mensen onderling. Er is weer harmonie, het is weer goed, zoals de schepping in het begin ‘goed ‘was. De vrede die we elkaar wensen is daarmee tegelijk een geschenk van God aan ons, als een opdracht waar we als gelovige mensen aan moeten werken.

vrijdag 15 april 2022

Kijk eens in de spiegel: Pasen

 

Opening

Afsluiting Kijk eens in de spiegel

Neem met de kinderen plaats in een kring rondom een kaars en een wit kleed en zet de spiegel erbij. Over de spiegel hangt nog steeds de paarse doek. 

Steek de kaars aan en haal de doek plechtig van de spiegel af.
spiegel pasen versierdVraag aan de kinderen wat we deze zondag vieren. Plak de smiley van Paaszondag boven de spiegel op de plek Pasen, middenboven. (daar is ruimte voor vrijgehouden bij de voorbereiding van de spiegel, zie hiervoor bij Extra's, materialen) Dit is de laatste sticker om te plakken.

Kijk nog eens samen naar de spiegel. Wat valt de kinderen op? Wat is er te zien?
Vandaag zijn alle figuren verdwenen en zien we alleen nog onszelf.
Laat elk kind even voor de spiegel staan.

Het kan ook mooi zijn om de smiley van Pasen groot af te drukken, zodat deze op het spiegelglas boven het eigen spiegelbeeld te zien is. Plakt u een afbeelding van de Pasen-smiley op de spiegel, dan zien de kinderen daar zichzelf en de opgestane Heer: Zijn spiegelbeeld ben jij!

Bid het gebed en lees het verhaal van deze zondag.

Bijbel

Navertelling Johannes 20,1-9

De evangelielezing van vandaag is het verhaal van het lege graf. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.

Het lege graf

Het was zondagmorgen heel vroeg. De Sabbat was voorbij, maar het was nog donker. Maria Magdalena zocht aarzelend haar weg door de schemering naar het graf waar ze Jezus hadden neergelegd.
paasmorgen schitterende bijbelverhalen img 7842Toen ze bij het graf aangekomen was, schrok ze. De steen die voor de ingang lag, was weggerold. Wat was er gebeurd? Hadden ze Jezus verplaatst? Hadden ze Hem gestolen? Maar wie dan? Ze liep zo snel ze kon naar Simon Petrus en Johannes, de beste vrienden van Jezus. Hijgend zei ze tegen hen: ”Ze hebben de Heer weggehaald uit het graf. We hebben geen idee waar Hij is neergelegd.” Petrus en Johannes gingen samen naar het graf. Ze liepen zo vlug mogelijk, maar Johannes was het snelste en kwam als eerste bij het graf aan. Hij keek naar binnen en zag de doeken liggen, waarmee ze Jezus hadden bedekt. Maar hij ging het graf niet in. Simon Petrus liep wel naar binnen toen hij bij het graf gekomen was. Hij zag dat de doeken netjes opgevouwen waren. De band die om Jezus hoofd had gezeten was opgerold en lag apart op een andere plaats. Aarzelend kwam Johannes nu ook naar binnen. Toen was het alsof hij plotseling alles begreep. De verhalen uit de Bijbel, die Jezus steeds vertelde. Het waren geen oude verhalen, sprookjes van vroeger. Die verhalen gingen over Jezus en over henzelf. Die verhalen hadden al verteld dat Jezus uit de dood zou opstaan. In de Bijbel stond allang dat God de mensen die Hij lief heeft nooit zou laten vallen. Ze hadden het alleen niet durven geloven. Maar Jezus wel!

Gebed

Gebed om God te zien in onszelf

Goede God,
Jezus is opgestaan uit de dood.
Een mysterie dat voor ons best moeilijk is te begrijpen.
Net zoals Maria Magdalena, Petrus en Johannes
zijn wij verbaasd en verwonderd.
U bent er niet meer zoals toen
maar U bent er op een nieuwe manier.
Dat is een hoopvol beeld.
U bent in ons,
Uw spiegelbeeld zijn wij.

Wij bidden:
Laat ons door uw ogen naar mensen kijken.
Help ons met uw oren te luisteren naar anderen.
Laat ons in de spiegel kijken,
en daar iets van U zien.
U bent een voorbeeld voor ons.
Wij mogen elke dag opstaan en opnieuw beginnen.

Amen

Verwerking

Gesprek met de kinderen

Wat zag je in de spiegel?
Elk kind heeft voor de spiegel gestaan.
Vraag de kinderen of ze in de spiegel ook iets van Jezus hebben gezien?
Waarschijnlijk geven ze aan dat ze alleen zichzelf hebben gezien.

Vertel de kinderen dat ze toch echt meer hebben gezien dan alleen zichzelf.
En leg uit waarom u dit zo ziet:

opstandingVertel de kinderen dat we op deze Paasmorgen uiteindelijk een lege spiegel hebben. Alle figuren zijn verdwenen in de veertigdagentijd. Jezus heeft ons elke week eerlijk naar onszelf laten kijken. De pestkoppen, slaapkoppen, domkoppen, brompotten, losbollen, klikspanen, zondebokken, waren we dat? Of kunnen we ook kiezen om dat niet te willen zijn? Willen we kind van God zijn? Iets van Jezus laten zien aan anderen?
Als je dat wilt, dan zie je in de spiegel ook ‘een kind van God.’

Keer terug naar het Paasverhaal
Deze zondag horen we dat Maria Magdalena naar het graf gaat en ontdekt dat Jezus is opgestaan uit de dood en dat daarmee de toekomst weer openligt.
Jezus' verhaal en wat Hij de mensen wilde leren over Gods Koninkrijk stopt niet bij de dood. Het gaat daarna ook gewoon verder.

Vraag de kinderen of zij wel eens iets hebben meegemaakt waarbij ze dachten dat het nooit meer goed zou komen? Hoe is dat uiteindelijk afgelopen?
Zijn ze toch weer doorgegaan?
Kan je misschien dan toch weer doorgaan, ook al denk je eerst van niet? (Als er geen voorbeelden uit de kinderen komen, noem dan zelf een voorbeeld: Je bent heel verdrietig, je denkt dat gaat nooit meer over… en toch houdt het verdriet weer op of wordt heel veel minder en je gaat weer verder).

Kan God en Jezus je helpen om weer door te gaan?
Leg de relatie met ‘opstaan.’
Na vallen, sta je op. Dan sta je letterlijk op en ga je weer door.
Na een moeilijke periode kan je ook weer ‘opstaan’ en doorgaan.
Jezus stierf aan het kruis, maar toch ging Hij door. Gods verhaal hield niet op bij de dood van Jezus. Ons verhaal houdt niet op bij de dood van Jezus.
Jij kunt ervoor kiezen om Jezus door laten leven in je leven.

Daarom is het feest! Omdat Jezus ons die mogelijkheid gegeven heeft.
We mogen blij zijn met ons spiegelbeeld, dat een geliefd kind van God laat zien. 

Versier samen met de kinderen de spiegel, zodat ieders spiegelbeeld omringd is met bloemen en slingers waar je blij van wordt. Het leven bloeit weer op.

Tip: zet onder het knutselen het liedje ‘Het is Pasen’ aan. Het is te vinden bij de Extra's.

Extra's

Smileys voor rond de spiegel

Voor elke zondag is er een smiley, die past bij het karakter van de zondag. De smileys kunnen door de voorganger uit de kerk meegegeven worden aan de kinderen wanneer zij naar de kinderwoorddienst gaan.

Druk de afbeeldingen af op stickerpapier, of op gewoon papier en gebruik lijm.

Knip ze uit en plak ze op de zondag tijdens de kinderwoorddienst op de juiste plaats van de spiegelrand.

kwd 40 dagen 2022 stickers

Spelletje: Spiegelen

Kijk naar de ander alsof je in een spiegel kijkt, en spiegel wat hij of zij doet. 

Stap 1:
Laat de kinderen tegenover elkaar staan. spiegelen
De kleinste in lengte mag beginnen.
Elke beweging die gemaakt wordt, moet precies worden nagedaan en zo gelijk mogelijk.

Stap 2:
De kinderen gaan Pasen uitbeelden.
Met Pasen vieren we dat Jezus opstaat uit de dood.
Het leven is niet afgelopen, het gaat door.
Vraag de kinderen hoe ze dat zouden kunnen uitbeelden.
 
Lukt dit niet: doe dan de volgende suggestie:
Begin op de grond en beeldt uit dat je gaat groeien.
De grootste in lengte mag beginnen.
Elke beweging die gemaakt wordt, moet precies worden nagedaan en zo gelijk mogelijk.

Liedje: Veertig dagen onderweg

Marjet de Jong en Wim Ruitenbeek maakten een liedje bij de lezingen uit de Veertigdagentijd en Paasmorgen: Veertig dagen onderweg.
Zing elke week een coupletje, met een refrein ervoor en erna.
Met de muziek erbij, kan iedereen gemakkelijk meezingen. De muziek voor de pianobegeleiding vindt u bij de eerste zondag van de Veertigdagentijd.

 

 

 

 

 

 

 

 

Refrein:

Veertig dagen onderweg
om als Hij te kijken
om te leren wat Hij doet
en op Hem te lijken.

1e zondag
In de kale woestenij
gaan we ons bezinnen.
Welke keuzes maken wij?
Luister diep van binnen!

2e zondag
Ga de berg op, zie zijn licht,
tel je zegeningen.
Hou je hart op God gericht,
denk aan mooie dingen!

3e zondag
Ga je planten, heb geduld,
langzaam groeien bomen.
Zorgzaam wezen is de clou
alles zal goed komen.

4e zondag
Ga je weg en heb je spijt
durf dan om te keren.
God geeft jou een tweede kans
je mag altijd leren.

5e zondag
Gaat een ander in de fout
wees dan heel bescheiden.
Kijk toch eerst eens naar jezelf
God wil ons bevrijden.

6e zondag
In de stad komt Jezus aan,
mensen staan te juichen!
Ben jij vriend door dik en dun,
blijf je trouw getuigen?

Pasen
Op paasmorgen in de tuin,
zondag net begonnen,
blijkt de grafplaats leeg te zijn,
’t leven heeft gewonnen!

Refrein

’t grote nieuws van deze dag
voel je diep van binnen:
wanhoop hoeft niet, want je mag
steeds opnieuw beginnen!

Liedje: Het is Pasen

Liedje over het licht van Pasen om samen naar te luisteren of lekker mee te zingen.

Het is Pasen

Refrein:
Het is Pasen, laat het horen,
het is Pasen, het is feest.
Na het donker van de dood,
nu het zonlicht van het leven.
Kijk, de lente is geboren
en de winter is geweest.
Met Pasen wordt iets nieuws
aan ons gegeven.

Pasen, de zon geeft weer warmte en kracht.
De lente is voller van geur.
De mensen vertellen een hoopvol verhaal.
Het leven bloeit op en krijgt kleur. Refrein

Pasen, de wind is een steun in de rug.
De merel zingt vrolijk een lied.
De mensen staan op, gaan op weg naar het licht;
en Pasen verzacht hun verdriet. Refrein


Tekst: Gerard van Midden
Muziek: Gerard van Amstel
(pdf overgenomen van website Trefwoord.nl)

Knutsel: Spiegelrand versieren

De spiegel is leeg. De Veertigdagentijd is voorbij.
Vandaag vieren we dat er leven is na de dood. Het is een feestdag!

De kinderen gaan de rand van de spiegel versieren.
Zoek naar eigen keuze materialen waarmee de spiegelrand versierd kan worden.
Denk aan (kunst)bloemen, slingers of stickers.
Ook kunnen zelf eenvoudig bloemen gemaakt worden van papieren servetten of papier.

Bloemen maken van papieren servetten

Benodigdheden:

- Papieren servetjes van 3 laagjesservet bloem 1
- elastiekje, touwtje of boterhamenzakje klipje.

Werkwijze:

servetbloem 2- Vouw het Vouw het servetje tot een waaiertje.
- Bind het in het midden vast met een touwtje, elastiekje of boterhammen klipje.
- Haal de laagjes uit elkaar en zo ontstaat er een bloem.

 

Bloemen maken van papier

Benodigdheden:
- gekleurd papier
- lijm
- scharen

Werkwijze:bloemen van papier
Laat de kinderen de bloemen uitknippen.
Eenvoudig: bloem uitknippen en een ander kleur als rondje in het midden plakken.
Iets moeilijker:
Twee of drie bloemen knippen in diverse formaten en deze op elkaar plakken.
De grootste onder, kleintjes boven en dan op elkaar plakken.

Plak de bloemen op de spiegelrand met tweezijdig plakkende stickertjes of met plakband.

Sjablonen voor een eenvoudige bloem kunt u hier downloaden

bloem eenvoudig download 2bloem eenvoudig

Tip:
Maak van de bloemen die u de kinderen wilt laten maken een voorbeeld. Dan is het namaken gemakkelijker. U kunt ook als voorbereiding de bloemen al vast knippen. Dan hoeft er tijdens de kinderwoorddienst alleen nog maar geplakt te worden en is er meer tijd om de spiegel te versieren.

Slingers maken

slingerSlingers kunnen gemaakt worden van repengekleurd papier.
De strookjes worden aan de uiteinden aan elkaar gelijmd.
Hang of plak de slingers om de spiegelrand.
 

 

Achtergrond

Maria Magdalena

Helaas lezen we het Paasevangelie volgens Johannes maar voor een deel. We ontmoeten Maria Magdalena, die waarschijnlijk het lichaam van Jezus wil gaan balsemen, maar dat wordt hier niet vermeld. De evangelist heeft namelijk iets belangrijkers voor ogen. Hij wil ons inlichten over de snelheid waarmee het onderzoek wordt ingesteld naar de ‘verdwenen’ Jezus. Maria Magdalena ontdekt dat het graf leeg is. Ze gaat er getuigen erbij halen. Johannes, de door Jezus geliefde leerling, en Petrus, de leerling die de leiding over de kerk op zich heeft genomen lopen om het hardst naar het graf. Petrus, degene die later het ambt op zich zal nemen en daar heeft de verteller allang weet van, doet het onderzoek, gaat als eerste naar binnen. Johannes, de geliefde leerling komt als eerste tot geloof. Zo wordt het opstandingsverhaal tegelijk een verhaal over de kerk, waarin we elkaar aanvullen en helpen om tot geloof te komen.

Het paasverhaal is eigenlijk twee keer zo lang en verhaalt verder over de wonderlijke ontmoeting die Maria Magdalena vervolgens heeft met twee engelen en daarna, als eerste, met de opgestane Heer. Zo komt zij tot geloof in drie etappes. Ze ontdekt het lege graf, ze ontmoet de engelen die haar helpen haar verdriet te verwoorden en tenslotte gaan haar ogen open als Jezus haar aanspreekt bij haar naam. Ze mag Hem echter niet vasthouden want hoewel Hij nog bij ons is, is Hij tegelijk allang niet meer op onze aarde.
Daarmee zijn in dit korte opstandingsverhaal drie verschillende manier geschetst om tot geloof te komen: Petrus doet onderzoek, Johannes ziet met de ogen van de liefde en Maria Magdalena deelt haar wanhoop en haar verdriet en begrijpt het wanneer ze wordt aangesproken door Jezus zelf.

Maria Magdalena 

maria magdalena ivanovVijf jaar geleden verhief paus Franciscus de gedachtenis van Maria Magdalena op 22 juli tot een feest. Daarmee kreeg zij dezelfde status als de andere apostelen van wie de naamdag ook als feest wordt gevierd. In het decreet dat daarover uitgevaardigd werd staat nadrukkelijk te lezen dat Maria de eerste getuige van de verrijzenis is en dat zij evangelist is. Al door Thomas van Aquino werd Maria Magdalena de 'vrouwelijke apostel onder de apostelen' genoemd.
Maria wordt heel vaak met een zalfpot afgebeeld, als aandenken aan de zalving van het lichaam van Jezus. Ook wordt ze vaak met losse haren weergegeven. Deze zijn een teken van boete en inkeer. Zo staat ze vaak onder het kruis, tezamen met Maria en Johannes.

Een paar jaar geleden kwam er een prachtige film uit over het leven van Maria Magdalena. Voor de trailer, ga naar: https://www.youtube.com/watch?v=gohb4PwG08w