Opening
Start Kijk eens in de spiegel
Neem met de kinderen plaats in een kring rondom een kaars en een paars kleed en zet de spiegel erbij.
Steek de kaars aan.
Vraag aan de kinderen welke zondag van de Veertigdagentijd het is. Plak de smiley van deze zondag naast de spiegel op de plek van de vierde zondag. (daar is ruimte voor vrijgehouden bij de voorbereiding van de spiegel, zie hiervoor bij Extra's, materialen)
Wat denken de kinderen dat deze smiley uit wil drukken? Laat ze maar vrij associëren, de antwoorden hoeven nog niet per se uit te komen op het thema van de dag.
Herhaal voor de kinderen dat we in de Veertigdagentijd of Vastentijd zitten. Kijk naar het aantal gekleurde stickers, 40 stickers voor 40 dagen. Bespreek waar de open plekken voor staan: de 7 zondagen tellen we niet mee in ons aantal van 40. Op deze zondagen hoef je ook niet te vasten. We plakken de nieuwe ‘brompot’ smiley op de derde plek.
Kijk nog eens samen naar de beplakte spiegel. Wat is er nog meer op te zien?
De spiegel was beplakt met 6 tekeningen. Er zijn er al drie af. Bekijk de vierde tekening die hoort bij deze zondag en vraag aan de kinderen wat ze zien en wat het volgens hen betekent. Je neemt de tekening van de spiegel en legt deze naast de kaars. De spiegel is nu weer iets leger, de kinderen die in de spiegel kijken zien steeds meer van zichzelf.
Bid het gebed en lees het verhaal van deze zondag.
Bijbel
Navertelling Lucas 15,1-3+11-32
De evangelielezing van vandaag is is het verhaal van de barmhartige Vader en zijn twee zoons. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden; voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.
Ken je je broer nog?
Jezus was een allemans vriend. Nooit vond hij iemand te min of te slecht om mee om te gaan. Veel belangrijke mensen vonden dat erg. Ze klaagden tegen elkaar: “Die man krijgt bezoek van losbollen en slechteriken en vraagt ze zelfs of ze blijven eten.” Daarom vertelde Jezus hun een verhaal.
“Er was eens een man met twee zonen. Ze werkten samen op de boerderij. Maar op een dag zei de jongste zoon tegen zijn vader: “Vader, ik wil hier weg. Geef me het geld mee dat ik van je zou erven als je dood zou gaan.” Zijn vader gaf allebei de broers hun deel. De jongste zoon vertrok al snel de wijde wereld in. Hij had een lui leventje, totdat zijn geld op was. Toen moest hij gaan werken. In het land waar hij woonde was hongersnood. Het was niet makkelijk om een baantje te vinden. Uiteindelijk vond de jongen een baantje als oppasser van de varkens.
Maar hij had zelf nog minder te eten dan de varkens waar hij voor zorgde. Hij dacht nergens over na en had een lui leventje, totdat zijn geld op was. Toen moest de losbol gaan werken. In het land waar hij woonde was hongersnood. Het was niet makkelijk om een baantje te vinden. Uiteindelijk vond de jongen een baantje als varkenshoeder. Maar hij had zelf nog minder te eten dan de varkens waar hij voor zorgde. En hij dacht terug aan thuis. Daar had iedereen, ook de knechten, genoeg te eten.
Hij trok naar huis. Onderweg bedacht hij dat hij tegen zijn vader zou zeggen: “Het spijt me zo, vader. Ik ben niet goed genoeg om uw kind te zijn. Maar misschien mag ik wel als knecht bij u werken.“
Zijn vader stond op de uitkijk en zag hem van ver al aankomen. Hij rende naar hem toe en sloot hem in zijn armen. “Het spijt me, vader, ik ben niet goed genoeg om uw kind te zijn…” begon de jongen. Maar de vader zei: “Wat ben ik blij dat je nog leeft. Kom, we bouwen een feestje.”
Ondertussen kwam de oudste zoon terug van het werk op het land. Hij hoorde muziek en snapte er niets van. “Wat is er aan de hand?” bromde hij tegen een knecht. “Je broer is teruggekomen,” vertelde deze hem. Toen werd de oudste zoon woedend. Hij bleef verontwaardigd buiten staan. Zijn vader kwam naar buiten en vroeg hem ook te komen feesten. Maar de oudste zoon klaagde: “Ik ben al die jaren bij u gebleven en ik heb hard gewerkt. Nooit heeft u een feestje voor mij gebouwd. En nu komt die andere zoon van u thuis. Hij heeft al uw geld weggesmeten, die losbol. Voor hem wordt er meteen van alles uit de kast gehaald.”
“Oh, mijn jongen”, zei de vader, “jij was er altijd. Alles wat van mij is is ook van jou. Maar nu ben ik zo blij en wil ik feesten. Feest met ons mee. Mijn andere zoon is jouw broertje. Hij leek dood en nu is hij er weer, hij was verdwenen en nu is hij weer gevonden. ”
Gebed
Gebed om God die op ons let
Lieve Vader in de hemel,
Wilt U op ons letten als we buiten spelen,
als we lopen door straten, parken en over pleinen,
soms een beetje ver van huis.
Wilt U ons helpen dat we goed opletten,
dat we niet te ver weg lopen,
links en rechts kijken bij het oversteken,
zodat we weer veilig thuis komen.
En als we een beetje ondeugend zijn,
en niet luisteren,
maak ons weer lief.
En als we een beetje boos zijn,
en brommen,
maak ons weer rustig.
Amen
Verwerking
Gesprek met de kinderen
Het bijbelverhaal is mooi maar best moeilijk. Zijn we het niet een beetje met de oudste broer eens? Hij is zo gehoorzaam en trouw, werkt hard aan de zijde van zijn vader. Zijn jongere broer eist de erfenis op vóórdat zijn vader is overleden en maakt alles op met rondzwerven en feestjes!
Maar dat gebrom van de oudere broer is ook niet leuk. Ze dachten dat zijn jongere broer een ongeluk had gehad, misschien wel was overleden. Waarom is hij dan niet blij zijn broertje weer te zien?
1) Vraag aan de kinderen om de twee broers te beschrijven:
Wat zijn goede en slechte eigenschappen van beide broers? Maak hiervoor gebruik van een groot schrijfblad waarop beide broers staan afgebeeld. GEbruik daarvoor de afbeelding hieronder. De kinderen mogen goede en slechte eigenschappen noemen die daarna bij de twee broers worden opgeschreven.
Bijvoorbeeld:
- Goede eigenschappen van de jongste broer: avontuurlijk, vrolijk, moedig, spijt hebben, etc.
- Slechte eigenschappen van de jongste broer: hebberig, egoïstisch, lui, kortzichtig, een losbol, etc.
- Goede eigenschappen van de oudste broer: zorgzaam, respectvol, trouw, harde werker, etc.
- Slechte eigenschappen van de oudste broer: star, jaloers, boos, zich beter voelen/hoogmoedig, een brompot, etc.
2) Als beide bladen volgeschreven zijn komt de moeilijke vraag: op wie lijk je het meeste? Wil je wel kiezen? De kinderen moeten gaan staan bij één van de twee broers/tekeningen. Daarna mogen ze met een paar woorden uitleggen waarom ze bij de jongste of oudste broer zijn gaan staan. Ben je af en toe ook een losbol of een brompot?
Dit kan natuurlijk uitgebreid of verder uitgelegd worden: ben je speels en ondeugend of ben je rustig en gehoorzaam, ben je vrolijk en blij of ben je serieus en verlegen, ben je soms ongeduldig en boos of altijd rustig en lief, etc. Help de kinderen te kiezen en bij één van de twee zonen te gaan staan.
3) Dan komt een belangrijke vraag: van wie houdt ‘de vader’ het meest, van de jongste of de oudste broer? Wat denken de kinderen?
Het antwoord is natuurlijk van allebei evenveel! De vader is vanzelfsprekend héél blij dat de jongste zoon nog leeft en teruggekomen is, daarom organiseert hij een feestje. Maar als de oudste zoon was gaan zwerven met de erfenis, dan had de vader voor hém een feestje gebouwd. Daarom zegt de vader tegen zijn oudste zoon: “Oh, mijn jongen. Jij was er altijd. Alles wat van mij is, is ook van jou.”
Waarom vertelt Jezus ons dit verhaal? Zo legt Hij uit dat onze Vader in de hemel ook rustig op ons wacht en van ons houdt, ook al gaan we soms de verkeerde kant op, ook al verdwalen we soms in het leven, ook al zijn we soms ondeugend of boos. Zodra we weer naar Hem terug gaan, wacht God ons met open armen op!
Speel nu met elkaar het ganzenbordspel: De zwerftocht van de verloren zoon te vinden bij de Extra's.
Extra's
Smileys voor rond de spiegel
Voor elke zondag is er een smiley, die past bij het karakter van de zondag. De smileys kunnen door de voorganger uit de kerk meegegeven worden aan de kinderen wanneer zij naar de kinderwoorddienst gaan.
Druk de afbeeldingen af op stickerpapier, of op gewoon papier en gebruik lijm.
Knip ze uit en plak ze op de zondag tijdens de kinderwoorddienst op de juiste plaats van de spiegelrand.
Tekening van de zondag: Brompot
De tekeningen worden, voorafgaand aan het hele traject van 40 dagen, op de spiegel geplakt zodat ze hem voor een groot deel bedekken. Tijdens de kinderwoorddienst wordt de juiste tekening van de spiegel gehaald. Bij de vierde zondag is dat die van de brompot.
De tekening kan in kleur afgedrukt worden, op A3 formaat, en uitgeknipt op de spiegel worden geplakt. Misschien kunt u ze ook natekenen/verven op behangpapier.
Spel: Een spannende zwerftocht
Ganzenbord – Een spannende zwerftocht
De kinderen gooien om de beurt een dobbelsteen en zetten hun pion (de verloren zoon) het aantal dat ze gegooid hebben vooruit. Doel is om precies op 47 uit te komen, maar als ze te hoog gooien, dan moeten ze weer het extra aantal stappen terug. Op sommige vakjes moeten de kinderen een opdrachtje doen, een vraag beantwoorden, of een spelhandeling verrichten (de pion een paar vakjes vooruit of achteruit verplaatsen, of een beurt overslaan.)
Download het spelbord, vergroot het als dat kan naar A3 en houdt als spelleider de handleiding voor de vakjes (onder de afbeelding) erbij.
Spelverloop
Bij de onderstaande getallen kan de begeleider zien en voorlezen wat er gebeurt:
1
2
3 De jongste zoon krijgt een grote zak met geld mee. Dit is zijn erfenis. Vraag: Wat is het leukste of
grootste cadeau dat je ooit gekregen hebt van papa en/of mama?
4
5
6
7 Een rustdag, het zit even mee, waarna de jongste zoon met goede moed weer verder gaat. Je mag een extra keer een dobbelsteen gooien!
8
9 De jongste zoon geeft al zijn geld uit aan lekker eten en werken doet hij niet meer. Daardoor wordt
hij een beetje lui. Hij gaat tegen een boompje liggen en valt in slaap. Je verliest een beurt!
10
11
12 Op een dag blijft de jongste zoon logeren bij een aardig gezin. Hij moet aan zijn eigen vader
en broer denken. Eigenlijk mist hij ze een beetje. Maar hij denkt snel aan iets anders.
Vraag: mis jij iemand? Wie zou je graag willen zien?
13
14 Een rustdag, het zit even mee, waarna de jongste zoon met goede moed weer verder gaat. Je mag
een extra keer een dobbelsteen gooien!
15
16
17
18 De jongste zoon heeft al zijn geld opgemaakt. Zijn maag begint te knorren, hij heeft honger. Maar
door het slechte weer is de oogst mislukt. Er is hongersnood en niemand wil hem helpen! Hij gaat
terug naar de laatste plek waar hij lekker gegeten heeft, dat was zo’n aardig gezin. Misschien helpen
zij hem wel? Je moet 5 plaatsen achteruit.
19
20
21 Een rustdag, het zit even mee, waarna de jongste zoon met goede moed weer verder gaat. Je mag
een extra keer een dobbelsteen gooien!
22
23
24 Eindelijk vindt de jongste zoon een baantje. Hij moet varkens voeren. Als slaapplaats krijgt hij een
plekje tussen de varkens, en als maaltijd een grote suikerbiet. Hij voelt zich zelf wel haast een varken!
Opdracht: doe een varken na.
25
26
27
28 Een rustdag, het zit even mee, waarna de jongste zoon met goede moed weer verder gaat. Je mag
een extra keer een dobbelsteen gooien!
29
30
31
32 Oef, wat is het zwaar! Maar eindelijk herkent de jongste zoon de bomen en heuvels! Nog maar een dag of twee reizen en hij is weer thuis. Blij gaat hij sneller lopen. Je mag 4 plaatsen vooruit.
33
34
35 Een rustdag, het zit even mee, waarna de jongste zoon met goede moed weer verder gaat. Je mag
een extra keer een dobbelsteen gooien!
36
37 Oei, daar staat jouw oude broer. Hij kijkt nog steeds een beetje boos. Je bent vast niet welkom
thuis. Bedroefd loop je terug. Je moet 4 plaatsen achteruit.
38
39
40 De jongste zoon is bijna thuis. Hoe gaat hij vader uitleggen dat hij een losbol geweest is en spijt
heeft? Vraag: heb jij wel eens ergens sorry voor gezegd?
41
42 Eindelijk thuis! De vader ontvangt je met open armen en organiseert een prachtig feest met heerlijk
eten. Opdracht: doe eens feestelijk dansje! Maar toch is dit nog niet het einde van het verhaal, want
we missen nog iemand. Wie missen we?
43
44
45
46
47 Daar is jouw grote broer! Hij lacht nu gelukkig en zegt: “Lief broertje, ik ben blij dat
je weer terug bent. Vader heeft ook voor mij een feestje georganiseerd, omdat ik hem altijd zo
trouw help. Nu gaan we samen feest vieren!” Eindelijk zijn de vader en de twee broers weer bij
elkaar!
Liedje: Veertig dagen onderweg
Marjet de Jong en Wim Ruitenbeek maakten een liedje bij de lezingen uit de Veertigdagentijd en Paasmorgen: Veertig dagen onderweg.
Zing elke week een coupletje, met een refrein ervoor en erna.
Met de muziek erbij, kan iedereen gemakkelijk meezingen. De muziek voor de pianobegeleiding vindt u bij de eerste zondag van de Veertigdagentijd.
Refrein:
Veertig dagen onderweg
om als Hij te kijken
om te leren wat Hij doet
en op Hem te lijken.
1e zondag
In de kale woestenij
gaan we ons bezinnen.
Welke keuzes maken wij?
Luister diep van binnen!
2e zondag
Ga de berg op, zie zijn licht,
tel je zegeningen.
Hou je hart op God gericht,
denk aan mooie dingen!
3e zondag
Ga je planten, heb geduld,
langzaam groeien bomen.
Zorgzaam wezen is de clou
alles zal goed komen.
4e zondag
Ga je weg en heb je spijt
durf dan om te keren.
God geeft jou een tweede kans
je mag altijd leren.
5e zondag
Gaat een ander in de fout
wees dan heel bescheiden.
Kijk toch eerst eens naar jezelf
God wil ons bevrijden.
6e zondag
In de stad komt Jezus aan,
mensen staan te juichen!
Ben jij vriend door dik en dun,
blijf je trouw getuigen?
Pasen
Op paasmorgen in de tuin,
zondag net begonnen,
blijkt de grafplaats leeg te zijn,
’t leven heeft gewonnen!
Refrein
’t grote nieuws van deze dag
voel je diep van binnen:
wanhoop hoeft niet, want je mag
steeds opnieuw beginnen!
Achtergrond
De parabel de verloren zoon
De oudste zoon
In de regel noemen we de parabel die we vandaag lezen uit Lukas ‘De parabel van de Verloren Zoon’. Door deze parabel zo te noemen ligt de nadruk al snel bij de grootheid van de liefde van de Vader voor het weggelopen kind. Daarmee blijven we zelf buiten schot. En als we de aanleiding lezen voor deze parabel dan zou het wel eens kunnen zijn dat Jezus de parabel juist vertelt om het over de relatie tussen de oudste zoon en zijn jongere broer te hebben. Immers, Jezus vertelt de parabel aan Farizeeën en Schriftgeleerden, die zeer tevreden zijn over hun eigen geloofsijver en zeer ontevreden over het gedrag van Jezus. Doen zij niet precies wat God van hen vraagt? Hoe kan het dan dat Jezus het gezelschap van zondaars en tollenaars verkiest?
Ze vergissen zich. Jezus verkiest niet het gezelschap van tollenaars en zondaars. Jezus wil dat ook deze mensen gezien worden als onze broers en zussen. Dat dit een belangrijk thema is van deze parabel bewijst de manier waarop de oudste zoon schamper spreekt van ‘die zoon van u’ en de vader hem antwoordt met ‘jouw broer’.
Samen aan tafel
In de tijd van Jezus was het allesbehalve vanzelfsprekend om met iedereen aan tafel te schuiven. Samen eten werd gezien als een uitdrukking van vieren dat je bij elkaar hoort. Het was daarom een eer wanneer je door iemand werd uitgenodigd om te komen eten, of wanneer iemand gehoor gaf aan jouw uitnodiging. Eten met heidenen was in ieder geval uit den boze. Maar ook die mensen die een leven leidden dat afkeurenswaardig was, bijvoorbeeld omdat ze zoals de tollenaars, belasting inden voor de Romeinen konden eigenlijk niet je disgenoten worden. Jezus doorbreekt dit taboe en gaat met iedereen aan tafel. Wanneer Hij bij Zacheüs de tollenaar aan tafel gaat, en de mensen dit afkeuren, vertelt Hij hun deze parpabel.