Jezus stuurt zijn leerlingen op pad, en begrijpt best dat ze daar wat angstig voor zijn. Vandaag vertelt Jezus de leerlingen dat het niet nodig is bang te zijn. Zij gaan de mensen het goede nieuws van Jezus, dat nu nog geheim is, vertellen. De mensen zullen daar soms boos op reageren om dat ze er niets van begrijpen. Maar toch hoeven de leerlingen niet bang te zijn, want God zal zeker over hen waken. Net zoals Hij waakt over de kleine onbeduidende musjes.
Van tijd tot tijd angstig zijn is heel normaal, het hoort bij het leven. We zijn allemaal weleens bang. Dan is het de kunst om te vertrouwen. Als wij op God vertrouwen, dan zal Hij zeker voor ons zorgen.
In deze kinderwoorddienst gaat het over bang zijn er vertrouwen, maar ook over geheimen. Sommige geheimen, zoals goed nieuws dat nog niemand weet, vragen er om om bekend gemaakt te worden. Andere geheimen kun je beter voor jezelf houden. Bij de verwerkingen kunt u zelf kiezen waar de nadruk op komt te liggen.
Opening
Veilig bij elkaar
Ga met de kinderen rond om de tafel zitten en steek een kaars aan. Vertel dat Jezus in ons midden is en dat we ons daarom hier veilig mogen voelen.
Vraag of ze zich ook wel eens ergens niet zo veilig voelen.
Voer daarover een kort gesprekje en bid dan het openingsgebed.
Bijbel
Navertelling Matteüs 10,26-33
De evangelielezing van vandaag is Matteüs 10,26-33. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit bijvoorbeeld het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen. Ook de ‘Samenleesbijbel’ kunnen we u aanbevelen. Een complete bijbel in gewone taal met veel suggesties en uitleg. Een goede investering voor uw werkgroep! http://samenleesbijbel.nl
Wees niet bang
Jezus zei tegen zijn leerlingen: “Wees niet bang voor mensen die slechte dingen over jullie zeggen. Nu weten ze de waarheid nog niet, maar dat komt wel. Alles wat Ik jullie vertel, is nu nog geheim. Alleen jullie weten het. Maar jullie moeten het straks doorvertellen, en zorgen dat alle andere mensen het ook horen. Wees niet bang voor andere mensen, ze kunnen je wel pijn doen, maar je ziel kunnen ze niets doen. Je hoeft alleen rekening te houden met God, want God weet hoe je leeft.
Een mus is niet veel waard, maar als God wil dat alle mussen blijven leven, dan zal er geen enkele mus dood gaan. Van jou weet God zelfs hoeveel haren je op je hoofd hebt, je hoeft dus niet bang te zijn, jij bent voor God veel belangrijker dan al die mussen. Iedereen die andere mensen over Mij vertelt en allemaal goede dingen over Mij zegt, hoort bij Mij en Ik zal dat aan God vertellen. Maar als jullie zeggen dat je Mij niet kent, dan zal ik ook tegen God zeggen dat Ik jou niet ken.“
Gebed
Gebed om niet bang te zijn
Goede God,
soms ben ik bang,
voor het donker,
voor een wilde hond
voor dingen die je niet kunt zien, zoals een virus
of zelfs voor een ander mens.
Wij bidden U:
help ons onze angsten te overwinnen,
want als U bij ons bent hoeven we niet bang te zijn.
Help ons te vertrouwen op U
en elkaar te vertellen dat we veilig zijn bij U.
Amen
Verwerking
Gesprek met de kinderen
Jezus vertelde aan zijn leerlingen geheimen die ze niet mochten verder vertellen.
Vraag de kinderen of zij goed zijn in geheimen bewaren?
Wat zouden zij doen als iemand ze een geheim vertelde, en andere mensen deden lelijk tegen je omdat je weigert het te verklappen?
Geheimen bewaren is al heel erg moeilijk. De leerlingen moesten hele grote geheimen bewaren. Jezus had ze dingen geleerd, die nog niet voor iedereen te begrijpen waren, en ze waren door met Jezus mee te gaan achter allerlei belangrijke dingen gekomen waardoor ze anders gingen denken en zelfs hun gedrag veranderde.
Met een spel gaan we kijken hoe moeilijk dat is. Vertel aan een van de kinderen een geheim. Dat mag diegene niet verder vertellen, maar hij/zij moet er wel naar handelen.
Vertel het volgende geheim: Deze hele ruimte verandert binnen de komende 2 minuten in lava, we moeten allemaal zo snel mogelijk naar de gang, anders zal het verkeerd met ons aflopen. Als een van ons achterblijft dan is deze persoon ‘dood’...
Geef aan wanneer de tijd ingaat. Laat het spel gebeuren. Daarna komt u weer terug in de ruimte en bespreekt het spel na. Vraag aan het kind met het geheim of het moeilijk was om de rest van de groep mee te krijgen; zijn er mensen ‘dood’ gegaan?
De rest van de groep wil vast graag weten wat er aan de hand is. Houd dat nog even geheim.
Vertel dat de volgelingen van Jezus ook mensen wilden redden; maar ook zij konden nog niet alles zeggen en daarom werden ze vaak ook niet geloofd.
De persoon die naar de gang wilde en iedereen probeerde mee te krijgen werd vast ook raar aangekeken. Wat hij/zij bedoelde en waarom zij/ hij het deed was de rest van de groep vast niet duidelijk. Geloofden de kinderen hem/haar? Ook al begrepen ze het niet?
Ga nog even terug naar het bijbelverhaal. Zoals de geheimhouder niet begrepen werd, zo werden de leerlingen ook niet begrepen. Dit bracht de leerlingen in gevaarlijke situaties, kijk maar hoe het met Jezus is afgelopen.
Hij werd ook niet begrepen, toch vertelt Jezus dat de leerlingen niet bang hoeven zijn. Als de leerlingen van Jezus niet bang hoeven zijn, dan wij toch zeker niet.
Extra's
Knutsel: Monsterspray
Een variant op Monsterspray, misschien heeft u er al eens van gehoord.
Nodig:
- Spray fles (vraag in uw omgeving naar lege sprayflessen of haal goedkope in de winkel)
- Labels in de vorm van de fles waarop 'anti angst spray' alvast geschreven is)
- Lijm (om het label op de fles te plakken)
- mogelijk strikjes, of stikkers om de fles verder mee te versieren.
Vraag de kinderen eerst te vertellen waar ze bang voor zijn. Geef ze vervolgens de labels en de flessen. Vertel dat we 'anti angst spray' gaan maken. Ze mogen het label versieren met alle dingen waar ze bang voor zijn, en de fles mogen ze versieren zoals ze willen.
Vul aan het einde de flessen met water en een paar druppels wijwater. Vertel over het wijwater, dat het gezegend is in de paasnacht, dat wil zeggen dat Gods zegen aan dit water gegeven is. Verbind het met de woorden van Jezus: 'jullie hoeven niet bang te zijn'. Als God zijn zegen aan iets of iemand geeft, dan is er niets om bang voor te zijn. Vertel de kinderen dat als ze bang zijn, het wijwater in de fles ze zal steunen. Ze hoeven het alleen maar een beetje op te spuiten. Dan weten ze dat God bij hen is.
Spelletje: Positief roddelen
Ga met de kinderen in een kring zitten. Vraag alle kinderen iets positiefs over Jezus te zeggen.
Dat is vast niet zo moeilijk.
Vraag daarna aan alle kinderen iets negatiefs te zeggen over Jezus.
Dat is al moeilijker.
Vraag dan aan de kinderen iets negatiefs te zeggen over hun moeder.
Dat is lastig en ook niet leuk om te doen.
Vraag ze tot slot iets positiefs te zeggen over hun moeder.
Dat gaat vast weer veel gemakkelijker.
Herhaal dezelfde oefening door de kinderen iets over jou als begeleider te laten zeggen (eerst negatief, dan positief).

De positieve dingen zullen heel gemakkelijk komen. Leg uit dat dit een grote groep is waar vaak alleen positief wordt gesproken over anderen. Dat maakt het ook heel vanzelfsprekend om positief te spreken over anderen.
Als we in een negatieve sfeer zitten, dan wordt het veel moeilijker om iets positiefs te zeggen. Je doet gauw mee met de rest. Vertel de kinderen dat het daarom goed is om altijd te proberen de positieve invloed te zijn op de omgeving.
Ga tenslotte verder met een rollenspel om dit in de praktijk te brengen. Iemand speelt Jezus, die wordt tegengewerkt door een tegenstander, gespeeld door een tweede kind. Dat kind probeert zoveel mogelijk negatieve dingen over Jezus te zeggen. (Neem hiervoor de wat oudere kinderen) Laat de rest van de kinderen het opnemen voor Jezus, maar niet door lelijk te gaan doen tegen de tegenstander, maar door juist heel erg positief te zijn.
AchtergrondNiet bang zijn
In het Evangelie van vandaag wordt stil gestaan bij de problemen die de leerlingen ervaren: ze weten waarom ze doen wat ze doen, maar worden toch vaak zwart gemaakt. Hun handelingen waren zeker geen handelingen die in hun tijd doorsnee waren. Hun goede werk kwam voort uit wat ze van Jezus gehoord hadden: geheimen die mensen niet makkelijk zouden geloven. Johannes zat om dezelfde reden bijvoorbeeld in de gevangenis.
De leerlingen ontvangen hier toerusting om te kunnen doen wat ze moeten gaan doen.
Wees niet bang
In de evangelielezing zegt Jezus tot drie maal toe: 'Wees niet bang'. Dit is een van de grote 'wachtwoorden' uit de hele heilige Schrift: Vrees niet! In Genesis (15,1) roept God zelf Abraham al op om niet bang te zijn. Want angst verlamt. Het maakt mensen irrationeel en zet aan tot verkeerde daden.
Wat er bij hoort is de oproep om niet bang te zijn maar vertrouwen te hebben. Ook 'Heb vertrouwen' komt in heel de Schrift voor, met name in het boek Jesaja. (bijvoorbeeld Jesaja 7,9: Alleen als jullie vertrouwen hebben houden jullie stand.) Men zegt zelfs dat de oproep 'Wees niet bang' precies 365 keer in de Bijbel voorkomt: voor elke dag van het jaar één keer.
De weg van vertouwen en geloven is niet altijd gemakkelijk. Jezus wijst zijn leerlingen deze weg: spreek vrijuit, laat je niet muilkorven, wees onbevangen in je vertrouwen. Wie op deze weg vorderingen heeft gemaakt, zal bij mensen gehoor vinden, omdat hij/zij spreekt vanuit een vrij hart. In dat hart zal de Geest van Jezus woorden ingeven, die de leerlingen kunnen helpen hun taak te vervullen.


Jezus trekt rond en ziet dat veel mensen wat ronddolen, zoals schapen doen. Er is niemand die ze helpt en ze de weg wijst naar een gelukkig leven met God. Hijzelf kan niet alle mensen spreken, daarom besluit Hij uit zijn leerlingen twaalf apostelen te kiezen die namens Hem het Goede Nieuws van God gaan brengen aan zoveel mogelijk mensen. En om hun woorden kracht bij te zetten, geeft Hij ze de macht om zieken te genezen, en zelfs doden weer tot leven te wekken. Zo doen ze het samen!
Verder komt er een portemonnee te liggen, snoepjes in de vorm van hartjes, en een afbeelding van het laatste avondmaal, of van Jezus met zijn leerlingen. (of leg de kinderbijbel open bij zo'n afbeelding)
Begin bij de lijst die er ligt. Waar stond die voor? (voor een goed plan)
Een van de kinderen krijgt een blinddoek om. Dit kind speelt Jezus. De andere kinderen zijn de leerlingen. Ze krijgen allemaal de naam van een leerling. Het kind probeert de leerlingen te vinden. Hij mag de leerlingen van Jezus bij naam proberen te roepen. Daarvoor moet hij diep nadenken hoe de leerlingen ook al weer heten. Als Jezus een leerling roept dan moet de leerling reageren met 'hier ben ik!'. De leerling moet dan ook stil blijven staan en mag niet proberen te ontsnappen.

Maak een tafel gevuld met zand, alleen maar met zand. Zet in dat zand voor elk aanwezig kind een poppetje van Playmobil, Lego of iets wat daarop lijkt. Wanneer u de poppetjes neerzet in het zand, vertelt u dat die poppetjes de kinderen zijn. Noem ze even met hun naam. U vertelt dat we vandaag vieren dat Jezus niet voor niets gestorven is. Hij is voor óns gestorven. Wij zijn vrienden van Jezus en proberen naar zijn voorbeeld te leven. Het is fijn om bij Jezus te horen. Daarom gaan we te communie.
begrijpen. Wat betekent het toch: dit brood is mijn lichaam?
Ik ben voor jullie het Levende Brood uit de hemel. Als je dit brood eet, zul je voor altijd en eeuwig bij Mij horen."
hebben, dan kunnen ze die geven. Misschien kunt u die ideeën goed gebruiken.
Geef de kinderen de kleurplaat van het poppetje en laat ze er een hostie en de wijnbeker in tekenen. Teken dit even voor of laat ze een plaatje zien.
In de kerk kennen we 7 sacramenten. Vandaag vieren we het hoogfeest van het heilige sacrament, de eucharistie. Hierop worden we allemaal voorbereid, voor je de eerste keer ter communie gaat. Als je voor de eerste keer dit sacrament ontvangt, wordt dit groots gevierd als eerste-communie-feest.
Jezus zeg in meerdere verhalen dat je aan Hem genoeg hebt. Zo ook in dit verhaal. Je zult eeuwig leven, als je van zijn lichaam eet. Lidwina van Schiedam nam deze belofte wel heel letterlijk. Nadat ze, op 15 jarige leeftijd, op een vervelende manier was gevallen en voor de rest van haar leven op bed moest blijven, besloot ze te gaan vasten. Ze leefde alleen nog maar op de hostie die een priester haar kwam brengen. Daarnaast probeerde ze zo veel mogelijke goede dingen te doen. Toch overleed ze vrij jong. Geen eeuwig leven dus? Of toch? Ze leeft nu wel voor altijd door in de kerk, want ze is heilig verklaard. Dat betekent, dat wij geloven dat zij voor altijd dicht bij God is en bij Jezus, zoals ze dat tijdens haar leven ook al was. Eeuwig leven is geen kwestie van kwantiteit (miljarden jaren leven, zonder einde), maar een kwaliteit van leven. Het leven in Gods liefde. Dat begint hier en nu, wanneer je leeft in Jezus’ Geest.

Neem met de kinderen plaats rond de voorwerpen en laat ze er even naar kijken.
Vertel daarna dat er ook gesproken wordt over eeuwig leven. Eeuwig is, in de woorden van de navertelling: voor altijd. Een ander woord voor eeuwig is oneindig. Kunnen kinderen iets noemen wat oneindig, zonder einde, is of kunnen zij iets tekenen dat oneindig is? Laat hierbij een aantal voorbeelden zien die u vindt bij de Extra's.
U schenkt het water uit de kan in de schaal of in het glas en vraagt ondertussen: ‘Wat is dit’? Daarna vraagt u aan de kinderen, waar is water goed voor (bijvoorbeeld dorst lessen, planten water geven, eten koken, om sowieso te kunnen leven: zonder water geen leven enzovoort). Belangrijk is dat de kinderen met suggesties komen en waar nodig kunt u aanvullen.
Sluit het gesprek af met het maken van het kruisteken. Weten de kinderen nog wat we hierbij zeggen? In de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest. En dat is dus: in de Naam van God!









