De evangelielezing van vandaag is Marcus 1,14-20 . Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.
Vissers worden leerlingen
Jezus begon zijn werk in Galilea. Daar was Hij opgegroeid. Hij trok rond in de streek en vertelde Gods Goede Nieuws aan iedereen die het wilde horen. Hij zei: “Het is nu tijd. Gods Nieuwe Wereld komt eraan. Daarom moeten jullie veranderen. Je moet geloven in het Goede Nieuws en een goed leven gaan leiden.”
In Galilea was ook een groot meer. Het heette het Meer van Galilea. Jezus liep langs dat meer. Hij zag twee broers die hard aan het werk waren, Simon en Andreas. Simon en Andreas waren vissers. Ze werkten in hun boot en gooiden visnetten in het meer. Jezus zei tegen deze vissers: “Kom met Mij mee. Ik zal jullie leren hoe je vissers van mensen kunt worden.” Simon en Andreas stopten meteen met het werken in hun boot en gingen met Jezus mee.
Verderop langs het meer waren nog twee broers aan het werk. Het waren Jakobus en Johannes. Jezus riep ook deze twee broers. Ook zij lieten iedereen in de boot achter en gingen meteen met Jezus mee.
Gebed om Jezus' leerling te zijn
Goede God,
Jezus had vrienden nodig
die Hem hielpen met het rondvertellen van zijn boodschap.
Die vrienden heeft Hij gevonden.
De vissers langs het meer
gingen graag met Hem mee.
De boodschap van Jezus moet nog steeds rondverteld worden.
Iedereen mag weten dat God een Nieuwe Wereld wil.
Een wereld waarin iedereen genoeg heeft.
Wij bidden,
help ons Jezus zo goed te begrijpen,
dat wij ook zijn leerlingen zijn,
en willen vertellen over de liefde van God.
Amen.
Gesprek met de kinderen
Jezus was een visser, maar geen gewone visser. Hij was een visser van mensen. Maar wat bedoelen we daar eigenlijk mee? Geef de kinderen even tijd om daar over na te denken en met ideeën te komen.
Mochten de kinderen geen ideeën hebben leg dan uit dat Jezus zo veel mogelijk mensen om zich heen verzamelde; Hij probeerde ze te laten zien dat je Hem kon volgen.
Hij sloot ze dus niet op en Hij ging ze natuurlijk ook niet opeten, zoals wij met een lekker visje doen. Jezus overtuigde mensen van zijn Blijde Boodschap en liet ze de weg zien die God voor ons bedoeld heeft.
Neem nu een emmer en hengel. Bij de Extra’s staat hoe u een hengel kunt maken, maar u kunt ook een echte hengel gebruiken. Vertel dat u als volgeling van Jezus ook geroepen bent om een visser van mensen te zijn. Vraag aan de kinderen of ze kunnen bedenken wat je mee moet nemen in je emmer als je gaat mensen-vissen.
Oudere kinderen kunt u op gang helpen met wat voorbeelden. Vraag de kinderen bijvoorbeeld of het mensen-vissen zou lukken met een boek van Jip en Janneke of dat je beter iets anders mee kan nemen.
Zouden leuke liedjes helpen? Of een goed humeur?
Dingen die niet tastbaar zijn kunt u ze laten opschrijven en in de emmer laten doen; dingen die wel tastbaar zijn kunt u ze in zijn geheel in de emmer laten doen, als u ze bij de hand hebt.
Bij jongere kinderen kunt u het beter bij tastbare items houden die u op tafel legt. Die kunnen de kinderen dan in de emmer doen. Leg bijvoorbeeld bijbels, liedboekjes, een rozenkrans, een kaars, een kruis of een Mariabeeldje neer tussen gewone boekjes, speelgoed, wat pennen en papier of eten.
Het zou kunnen dat kinderen ook met pennen of eten aan komen. Dat is niet perse fout, uiteindelijk kun je heel veel gebruiken als je Gods Blijde Boodschap wilt rondvertellen. Laat het ze dan in elk geval uitleggen. Ze komen wellicht op hele originele ideeën om het Evangelie te verkondigen.
Als de emmer redelijk gevuld is of er zijn geen plannetjes meer te bedenken, ga dan verder met het knutselen van de hengel.
Knutsel: Hengel voor mensen-vissen
Nodig:
• Een stok van ongeveer 1 meter
• Een stuk touw
• Knopen, elastiekjes, haakjes, veiligheidsspelden etc.
• Karton om naar eigen inzicht een haak te tekenen
Knoop het stuk touw vast aan de stok en laat de kinderen zelf een ‘haakje’ maken. Leg uit dat ze met deze hengel mensen moeten gaan vangen, dus dat misschien een gewone vishaak niet werkt. Maar iets anders zou wel kunnen werken. Het is dus zorgvuldig kiezen welke ‘haakje’ je gebruikt voor deze bijzondere taak.
Bij oudere kinderen kunt u vervolgens vragen na te denken over hoe zij mensen kunnen vangen. Niet iedereen is goed in verhalen vertellen, liedjes schrijven, of op straat mensen aanspreken. Laat ze hun talent tekenen of opschrijven en aan de haak bevestigen.
Toch iets te moeilijk? Laat jongere kinderen hun eigen vis, kleuren, tekenen, knippen of plakken en hang die aan de haak. Of maak de kleurplaat hieronder.
Liedje: Jezus die langs het water liep
Jezus, die langs het water liep
en Simon en Andreas riep,
om zomaar zonder praten
hun netten te verlaten,
Hij komt misschien vandaag voorbij
en roept ook ons, roept u en mij,
om alles op te geven
en trouw Hem na te leven.
Jezus, die langs de straten kwam
en tollenaars terzijde nam:
‘k Wil in uw woning wezen
voor nu en voor nadezen’,-
Hij komt misschien vandaag voorbij
en neemt ook u terzij of mij
en vraagt ons, Hem te geven
de rijkdom van ons leven.
Christus, die door de wereld gaat,
verheft zijn stem niet op de straat,
Hij spreekt ons hart aan, heden,
en wenkt ons met zich mede.
En lokt ook nog zoveel ons aan,
tot wie zouden wij anders gaan?
Hij heeft en zal ons geven
alles, - het eeuwig leven.
Liedje en filmpje: Simon en Andreas
Een liedje over Simon en Andreas die vissers van mensen werden.
En over ons, want ook wij kunnen Jezus volgen, als Hij zegt: "Hé, volg je Mij?"
Simon en Andreas waren vissers op de zee
maar Jezus vroeg: “hé, volg je Mij?”
en zij gingen met Hem mee
ja, zij gingen met Hem mee
Refrein:
Maar niet om vissen te vangen
maar mensen te winnen
voor het Koninkrijk van God
voor het Koninkrijk van God
Jacobus en Johannes waren vissers op het meer
maar Jezus vroeg: “hé, volg je Mij?”
en hun antwoord was: “ja, Heer!”
ja, hun antwoord was: “ja, Heer!”
Refrein:
Maar niet om vissen te vangen
maar mensen te winnen
voor het Koninkrijk van God
voor het Koninkrijk van God
Wil je net zo zijn als Simon en Andreas
wil je net zo zijn als Jacobus en Johannes
dan hoef je niet te vissen op de zee of op het meer
als Jezus vraagt: “hé, volg je Mij?”
zeg dan ook: “ja, Heer!”
zeg dan ook: “ja, Heer!”
Spelletje: Leerlingen vangen
Jezus verzamelt leerlingen om zich heen. Het zal niet makkelijk geweest zijn om de juiste mensen te vinden. Laten wij eens proberen de leerlingen te vinden.
Nodig:
• Blinddoek
• Afgebakende ruimte
Een van de kinderen krijgt een blinddoek om. Dit kind speelt Jezus. De andere kinderen zijn de leerlingen. Ze krijgen allemaal de naam van een leerling. Het kind probeert de leerlingen te vinden. Hij mag de leerlingen van Jezus bij naam proberen te roepen. Daarvoor moet hij diep nadenken hoe de leerlingen ook al weer heten. Als Jezus een leerling roept dan moet de leerling reageren met 'hier ben ik!'. De leerling moet dan ook stil blijven staan en mag niet proberen te ontsnappen.
Wanneer Jezus geen namen meer weet mag een ander het proberen.
De namen van de leerlingen uit de lezing zijn:
Simon Petrus
Andreas
Johannes
Jakobus
Andere leerlingen zijn:
Matteüs
Tomas
Filippus
Bartolomeüs
Taddeüs of Mattias
Nog een Jakobus
Simon
Doolhof: Vind de weg
Druk het werkblad voor ieder kind af, en vind de weg door de vis. Om zo net als de leerlingen bij Jezus uit te komen.
Leer de leerlingen kennen
Wie is wie? Elke zondag horen we namen en verhalen. Er is veel te onthouden. Daarom vandaag bij de Achtergrond wat informatie over de apostelen. Tegelijk hebben we hier een overzicht wat u zou kunnen laten zien aan de kinderen. Misschien kunt u hier de komende weken een projectje van maken. Hang de twee afbeeldingen in de ruimte van de kinderwoorddienst. Zoek iedere keer als er een naam van een leerling van Jezus voorbij komt deze leerling even op, op de afbeelding. Nieuwe informatie over deze leerling kan er onder geschreven worden. U kunt ook alle kinderen een eigen afbeelding geven van de leerlingen en deze telkens bijwerken als er nieuwe informatie komt.
De eerste leerlingen
Johannes de Doper
In de navertelling hebben we het eerste zinnetje van de lezing over de gevangenneming van Johannes de Doper weggelaten om het verhaal niet te gecompliceerd te maken voor de kleinste kinderen. Maar Marcus vermeldt deze gevangenneming wel. Wil hij ons laten weten dat Johannes klaar is met zijn voorbereidend werk? Wil hij illustreren dat het geen ongevaarlijke taak is, die Jezus op zich neemt? Misschien wel beide. Jezus’ Goede Nieuws gaat in ieder geval een stap verder dan de boodschap die Johannes eerder verkondigde. Johannes riep in de Jordaan: “Na mij komt iemand….” Jezus zegt: “Het is zover.”
De eerste leerlingen van Jezus
Simon, Jacobus en Johannes zijn niet alleen de eerste leerlingen van Jezus, ze zijn ook de leerlingen die dichter bij hem staan dan de andere negen leerlingen, inclusief Andreas. Van Andreas vertelt het Evangelie van Johannes dat hij eerst leerling van Johannes de Doper was. Hij verlaat Johannes de Doper om Jezus te volgen. Daarbij trekt hij zijn broer Simon met zich mee. De verschillende evangelisten hebben ook verschillende lijsten met de leerlingen van Jezus. Op de afbeelding hieronder kunt u zien waar ze overeen komen en waar ze verschillen. Zoals te lezen is in de lijsten zijn de vier vissers die vandaag geroepen worden volgens alle schrijvers de eersten.
Jezus kan het niet alleen
De lezing van vandaag maakt heel duidelijk dat Jezus vanaf het allereerste begin leerlingen om zich heen verzamelde. Deze leerlingen waren niet zomaar zijn gevolg, ze worden leerlingen genoemd omdat Jezus ze vanaf het begin af wil klaarstomen om zijn boodschap verder uit te dragen in de wereld. Ze moeten vissers van mensen worden, mensen verzamelen die geloven in de Blijde Boodschap en willen meewerken aan een Nieuwe Wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten