Kruis
Ga met de kinderen in een kring zitten.
Op tafel ligt een wit doek en op dit doek liggen twee afbeeldingen van twee kruisen of twee kruisen:
een kruis mét en een kruis zonder corpus.
Vraag aan de kinderen: ‘Wat zie je?’ Laat de kinderen dit vertellen.
Beide kruisen verwijzen naar Jezus, zelfs al is Hij op het kruis zonder corpus niet te zien. Maar ze weten waarschijnlijk wel dat ook dit kruis het kruis van Jezus is. Waarschijnlijk hebben mensen dat ooit aan de kinderen verteld.
Bid bij de kaars het gebed en vertel het Evangelie of lees het voor.
Navertelling Lucas 24,35-48
De evangelielezing van vandaag is Lucas 24,35-48. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.
Goed Nieuws!
Toen de twee leerlingen die Jezus op weg naar Emmaüs hadden ontmoet terugkwamen in Jeruzalem, vertelden ze aan de andere leerlingen wat er onderweg gebeurd was. Ze vertelden hoe Jezus brood gebroken had en zij Hem daardoor opeens herkend hadden. Ze waren nog aan het vertellen toen plotseling Jezus Zelf weer in hun midden stond. Hij zei: “Ik wens jullie vrede!”
Ze schrokken enorm, omdat ze dachten dat ze een geest zagen. Maar Jezus zei: ”Waarom schrikken jullie zo? Waarom twijfelen jullie of Ik het wel echt ben? Kijk eens goed naar mijn handen en voeten. Ik ben het écht. Voel maar, en kijk maar goed: een geest heeft toch geen botten en geen huid.” Daarna liet Hij hen zijn handen en zijn voeten zien.
De leerlingen waren zo blij en verrast; ze konden het nog steeds niet geloven. Daarom vroeg Jezus: “Hebben jullie hier iets te eten?” Ze gaven hem een stuk gebakken vis. Hij pakte het aan en at het op. Ze keken allemaal verbaasd toe.
Daarna zei Hij: “Weet je nog wat ik gezegd heb? Alles wat er over Mij in de heilige Boeken staat, bij Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen moet gebeuren.” En daarna hielp Hij zijn leerlingen om te begrijpen wat er in de heilige Boeken staat. Hij zei: “In de heilige Boeken kan je al lezen dat de Messias, de mens die God gezonden heeft, moet lijden en dood zal gaan. Maar ook dat Hij na drie dagen weer zal opstaan uit de dood. Dit is het Goede Nieuws dat verteld moet worden aan de hele wereld: 'Als je opnieuw probeert goed te leven dan zal God je fouten vergeven'. Dit moeten jullie aan iedereen vertellen. Begin maar, dichtbij, hier in Jeruzalem.”
Gebed om vertrouwen op het Goede Nieuws
Goede God,
U brengt het Goede Nieuws maar
soms geloven we het niet.
Pas als wij het zelf kunnen zien
geloven we dat het waar is.
Jezus is opgestaan
en zo liet Hij zich zien aan de leerlingen.
Maar wij zelf hebben het niet gezien.
Wij bidden U:
leer ons vertrouwen op wat ons verteld wordt
zodat wij dit Goede Nieuws
kunnen delen en doorvertellen.
Amen
Gesprek met de kinderen
Iets beschrijven is moeilijk, denk maar terug aan de kruisen van bij de opening. Ze waren verschillend maar betekenen hetzelfde. En ze zijn misschien ook op verschillende manieren beschreven. Maar ze wijzen allebei terug naar Jezus. Dit hebben we vast al eens eerder gehoord, en daarom begrijpen we elkaar sneller.
De leerlingen van Jezus vertelden aan de anderen wat zij gezien hadden, wat zij meegemaakt hadden onderweg. Dat werd niet direct begrepen en geloofd.
Stel je eens voor:
Je moeder is in verwachting. Op de dag van de bevalling ben jij op school. De juf komt naar je toe en zegt: “Je hebt een zusje.” Je loopt naar huis en als je de straat in loopt roept je buurjongen: “Je hebt een zusje.” Als je de keuken binnenkomt zegt je vader: “Je hebt een zusje.” Je rent naar boven en je ziet: je hebt een zusje! Op welk moment geloofde je het echt, dat je een zusje hebt? Is het nodig dat je je zusje kan zien en haar vingertjes kan tellen, of geloof je het al eerder? Dat is voor iedereen verschillend.
Vraag daarna aan de kinderen: Wanneer geloof je iets? Moet je het kunnen vastpakken? Als iemand het vertelt die je vertrouwt? Maakt het uit wie jou wat vertelt? Heb jij ook wel eens iets geloofd wat achteraf niet waar bleek te zijn?
Heeft iemand je weleens voor de gek gehouden? Je iets verteld dat niet waar was – en jij geloofde het? Hoe vond je dat?
Bespreek met de kinderen ook het verband tussen de boodschap en de boodschapper. Wanneer je iemand vertrouwt, geloof je veel eerder wat die persoon aan je vertelt dan als het een onbekende is. Zijn er mensen die je altijd gelooft als ze iets vertellen? Waarom dan?
Met oudere kinderen kunt u praten over nepnieuws. Hebben ze daar wel van gehoord? Hoe kun je het herkennen? Wat maakt iets dat je hoort betrouwbaar? Kijk bij de Extra's voor meer informatie over dit onderwerp.
Sluit het gesprek met de vraag af: En wat deel jij met anderen? Alleen kleine dingen of ook belangrijke dingen? Zoals van wie je houdt, wat je graag doet, wat je wilt in dit leven?
Extra's:
Spelletje: Waar of niet?
Wat en vooral wie kun je geloven. Als iemand iets zegt is het dan waar of niet. Dat moet je zelf beoordelen.
Deel de ruimte in 2 duidelijke helften, benoem de ene kant tot 'waar' en de andere tot 'niet waar'. Spreek ook af dat iedereen die af is aan de zijkant gaat zitten.
Voordat er een vraag gesteld gaat worden vraagt u 'waar of niet waar….' en dan stelt u de vraag. De kinderen rennen dan naar de kant waarvan zij denken dat het goede antwoord is. De kinderen die het goed hebben krijgen een punt.
Voorbeelden: Is het waar of niet waar...
• Ik heb nog nooit pizza gegeten.
• Ik heb schoenmaat 39.
• Ik heb gelakte teennagels.
• Ik heb een tweelingzus.
Enzovoort.
Tip: Laat de kinderen ook zelf vragen bedenken aan de hand van hun eigen ervaringen.
Spelletje: Ik voel wat jij niet ziet
Ik voel, ik voel wat jij niet ziet. En als ik het dan beschrijf moet je me wel geloven....
Nodig:
een doek en een aantal alledaagse voorwerpen
Leg de voorwerpen onder een doek. De kinderen raden welke voorwerpen onder de doek verstopt zijn. Ze mogen de voorwerpen niet zien.
Een van de kinderen mag onder de doek voelen wat er ligt. Dat kind mag de voorwerpen beschrijven (zonder de naam te noemen) en de anderen laten raden wat er onder de doek verstopt is.
Nepnieuws (schooltv)
Op de website van School TV kunt u een nieuwsitem vinden uit het jeugdjournaal. Klik op de onderstaande link om het item van ongeveer 2 1/2 minuurt te bekijken.
https://www.schooltv.nl/video/wat-is-nepnieuws-verzonnen-berichten-op-social-media/
Praat er dan samen over door. Hoe weet je of een bericht nep is?
De belangrijkste regel bij nepnieuws is; gebruik je gezond verstand. Vraag je altijd af wie de afzender van een bericht is, welke bronnen worden gebruikt en of er andere perspectieven mogelijk zijn.
Nieuws in de Klas heeft een checklist en geeft bijvoorbeeld deze tips:
1. Lees het hele bericht en niet alleen de titel
2. In welke krant/website staat het artikel?
3. Is het satire of een column?
4. Welke bronnen zijn gebruikt?
5. Wie heeft het artikel geschreven?
6. Praat erover, vraag het eens aan anderen
Zie voor de volledige checklist: Nieuws in de klas
Versje: Ik zie, ik zie
Ik zie, ik zie
Mamaaa, stop! Ik zie, ik zie ...
een meisje met een zere knie!
Toe, laat me even kijken, mam,
het is een hele erge schram!
Mamaaa, stop! Ik zie ik zie ...
een vlinder, kijk! Nu twee, nu drie!
Mam, stop nu even ... daar, die witte,
die is op een bloem gaan zitten!
Mamaaa, stop! Ik zie ik zie ...
daar in die tuin staat broccoli!
Toe, mama, loop niet zo hard door,
hier kun je groente plukken, hoor!
Mamaaa, stop! Ik zie, ik zie ...
de nieuwe hond van tante Rie!
Mag ik hem aaien, stop nou even,
ik wil de hond een aaitje geven!
Mamaaaa! Ik zie wat jij niet ziet.
Je loopt zo hard, je ziet het niet!
Toe mama, kijk eens met me mee:
zo mooi! Je hebt echt géén idee!
Marjet de Jong (website Geloventhuis.nl)
Achtergrond
De opdracht aan de leerlingen
Vandaag is het de derde zondag van Pasen, zondag Jubilate. Dat betekent: ‘Jubelt, juicht’ en is ontleend aan het eerste vers van Psalm 66: ‘Juicht Gode, gij ganse aarde’. Sinds de dag dat Jezus is opgewekt uit de dood moet de aarde daarover jubelen.
Tijdens de paaszondagen komen de eerste en tweede lezing steeds uit het boek Handelingen. Zo worden wij erop gewezen wat de opstanding van Jezus teweeg heeft gebracht in mensenlevens.
Nadat Jezus aan het kruis gestorven is, verschijnt Hij nog een aantal malen aan zijn vrienden. Eerst menen ze Hem te herkennen op weg naar Emmaüs, en nu weer op een ander moment. In het paasevangelie van deze zondag krijgen wij, weifelende mensen een hart onder de riem gestoken: de verschijning van Jezus aan de leerlingen heeft niets met het geloof in geesten en of spoken te maken. Integendeel.
In feite is deze lezing een parallel tekst met de lezing van de tweede zondag na Pasen, vorige week. En nadat Jezus korte metten heeft gemaakt met de irrationele angst voor geesten komt Hij met een hele nuchtere opdracht: “Vertel de hele wereld over Mij.” Heel het leven van Jezus en vooral zijn lijden en sterven en zijn opstanding staat uitgeschreven in de Tora, de Profeten en de Psalmen, kortom in de Schriften. Dáár zullen de leerlingen met hun hart en hun verstand kunnen zoeken naar de opdracht van de Messias zoals die in Jezus werkelijkheid geworden is. Maar enige hulp kunnen zij hierbij wel gebruiken.
Het is (het geloof in) Jezus zelf die de geest van de leerlingen openmaakt voor deze zoektocht. Wat zegt de Verrezene? Ga de Schriften maar lezen! Maak je maar vertrouwd met de Tora, Profeten en Wijsheid, en je zult Mij tegenkomen.
Dat Lucas zo nadrukkelijk verwijst naar de Profeten (Jesaja) is om het leven, sterven maar ook de opstanding van Jezus voor ons inzichtelijker te maken, en meer achtergrond mee te geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten