vrijdag 23 juli 2021

Delen om genoeg te hebben

 

brodenenvissen4Als aan kinderen gevraagd wordt wat Jezus echt belangrijk vindt, dan komt het woord 'delen' al gauw bij de antwoorden naar voren. Het verhaal van het mirakel van de broden en de vissen staat maar liefst zeven maal in de Bijbel. De picknick van 5000 mensen die genoeg hadden aan vijf broden en twee vissen, staat model voor het echte delen, zoals Jezus dat voorleefde. 

Met de kinderen staan we stil bij de jongen uit het verhaal: hij had wat te eten meegenomen en Jezus pakt het en gaat ervan ronddelen. Hoe is het om te moéten delen? Vaak levert delen juist ook iets op. Met de kinderen gaan we op zoek naar wat dat is. En omdat het vandaag Werelddag voor grootouders en senioren is, delen we misschien wel het liefst met hen.

(Drop)visjes en bolletjes

Leg op een groene doek de Bijbel neer en zet er een kaars naast. 

vissendropjesOp het kleed ligt een schaal met hierin twee zakjes met dropvisjes en wat boterhammen of bolletjes. Doe in het bijzijn van de kinderen de broden en vissen in een papieren zak, geef die dan aan een van de kinderen en zeg: “Dit is jouw maaltijd voor vandaag”.

Steek daarna de kaars aan en bid met de kinderen het openingsgebed.




Navertelling Johannes 6,1-15

De evangelielezing van vandaag is Johannes 6,1-15. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. het Evangelieboek voor kinderen of de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.

Vijf broden en twee vissen voor vijfduizend mensen
Het was altijd druk om Jezus heen. Overal waar Hij kwam, kwamen de mensen naar Hem toe. Iedereen wilde graag horen wat Jezus te vertellen had. Ook brachten ze zieken bij Hem. Op een dag wilde Jezus alleen zijn om tot rust te komen. Hij ging daarom naar de overkant van het Meer van Galilea, bij Tiberias. Het was vlak voor het Joodse Paasfeest. Hij ging met zijn leerlingen de berg op, om te bidden.

Toen Jezus klaar was met bidden en zijn ogen open deed, zag Hij dat er veel mensen naar Hem toegekomen waren. Ze waren heel ver van huis.
Jezus vroeg aan Filippus: “Hoe moeten wij brood kopen om al deze mensen te laten eten?” Hij vroeg dit omdat Hij wilde kijken hoe zijn leerlingen zouden reageren. Jezus wist zelf al wel wat Hij ging doen.
brodenenvissen3Filippus antwoordde: “Wanneer we iedereen ook maar een heel klein stukje brood willen geven, dan hebben we veel te weinig geld. Zelf aan het loon van een jaar hebben we niet genoeg.” Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: “Er is hier wel een jongen met vijf broden en twee vissen. Maar ja, dat is zeker te weinig voor al die mensen.”
Jezus zei: “Laat de mensen gaan zitten.” Er was daar veel gras. Iedereen ging zitten in het gras. Het waren wel vijfduizend mensen.
Toen nam Jezus de broden en dankte God voor het eten. Hij liet de broden uitdelen onder de mensen die in het gras zaten. Dat deed Hij ook met de vissen. Iedereen kreeg zoveel als ze maar wilden.
Toen iedereen genoeg gegeten had, zei Jezus tegen zijn leerlingen: “Haal nu alles wat overgebleven is maar op, want we willen geen eten verspillen.” De leerlingen haalden alles op. Zij vulden nog twaalf manden met de overgebleven stukke brood. Toen de mensen zagen wat Jezus gedaan had, vonden ze het een wonder. Ze zeiden: “Dit is zéker de profeet die in de wereld zou komen.” Jezus begreep dat zij Hem graag tot koning wilden uitroepen. Daarom liep Hij weg en ging alleen de bergen in.

Gebed om te delen

Goede God,

Soms hebben we iets gekregen
wat wij graag voor ons zelf willen houden,
omdat we er heel blij mee zijn.
U leert ons dat wij mogen delen.
Meer nog, U laat ons ervaren
dat er meer dan genoeg is voor iedereen.
Ja, dat er zelfs nog over is.
Niet alles komt goed zoals wij het graag willen.
Maar het komt goed
als wij op U vertrouwen
en op uw goedheid
omdat U in overvloed geeft.
Dank U daarvoor God.

Amen

Gesprek met de kinderen

U pakt de zak met broodjes en snoepvissen weer af van het kind aan wie u de zak aan het begin van de kinderwoorddienst gegeven heeft. Hierbij zegt u dat zij of hij zijn maaltijd aan u moet geven. U legt de zak op tafel neer.
Na het geprek met de kinderen deelt u de broodjes en de snoepvissen uit.

Vraag dan aan het kind dat zijn maaltijd moest weggeven wat dit voor hem betekende. Hoe voelde dit? Bespreek ook met de kinderen wat zij ervan vonden. Vraag dan ook, of zij zich kunnen voorstellen dat zij het jongetje in het verhaal zouden zijn. Zou het jongetje graag zijn broden en vissen afgestaan hebben. En waarom dan wel of niet?

Bespreek daarna met de kinderen welk beeld of welk gevoel uit dit verhaal hen is bijgebleven. Wat vonden zij bijzonder aan het verhaal? Ze kennen het verhaal misschien al wel, want het staat meerdere keren in de Bijbel, maar nu ze er zo over nadenken, uit het oogpunt van het jongetje, wat vinden ze er dan van?

delenIn dit bijbelverhaal worden de broden en de vissen van het jongetje afgenomen. Kennen kinderen deze ervaring dat er iets van hen afgenomen werd, dat zij moesten delen terwijl zij dachten dat iets van hen was?
Misschien hebben zij zelf wel eens meegemaakt dat zij zelf of iemand anders uit de klas zijn brood vergeten was. Hebben zij dan ook gedeeld? Lukte het om iedereen genoeg te laten hebben? Misschien hebben zij hier zelfs ook ervaren dat wanneer iedereen wat geeft, het kind dat zijn brood niet bij zich had, eigenlijk weer te veel heeft.

Geef de kinderen een leeg luciferdoosje en papiertjes en een pen.
Laat de kinderen opschrijven wat zij willen delen met anderen de komende week. Deze papiertjes kunnen ze opvouwen of oprollen en in het luciferdoosje stoppen.
Het kan gaan om delen van spullen, maar ook om het delen van gedachten en ideeën.
De luciferdoosjes kunnen ze bij terugkomst in de kerk geven aan iemand die ze graag iets willen geven. Op deze werelddag voor de grootouders en senioren is het mooi om speciaal voor hen iets te maken. Of denk ook eens aan de pasto(o)r! Hij is geen grootouder, maar misschien wel senior?

Liedjes: Vijf broden en twee vissen

Een liedje over dit bekende verhaal van de broden en de vissen. Om naar te kijken of samen mee te zingen.

Vijf broden en twee vissen, tekst en muziek: Elly en Rikkert, afkomstig van de cd. Kom en zie, Een boom vol liedjes, deel 1

Vijfduizend mensen waren
aan 't luisteren naar de Heer.
Maar op de derde avond
was er geen eten meer.

Er was nog wel een jongen
die iets te eten had.
Hij gaf het aan de Here;
het was zijn hele schat.

Vijf broden en twee vissen
het was niet eens zo veel.
Maar toen de Heer ze zegende
kreeg iedereen zijn deel.

Ja, Jezus deed een wonder
want Hij heeft alle macht.
Maar denk eens aan die jongen
die het bij Jezus bracht.

Vijf broden en twee vissen
het was niet eens zo veel.
Maar toen de Heer ze zegende
kreeg iedereen zijn deel.

Vijf broden en twee vissen,
het was zijn hele schat.
Zou jij ze kunnen missen
als jij niets anders had?

Extra's

Het verhaal uitspelen

Dit verhaal leent zich goed om het uit te spelen. Hieronder vind u een aantal verschillende manieren om dat te doen.

1. Uitbeelden

Lees eerst nogmaals het verhaal en instrueer de kinderen goed op te letten.
Dan stelt u de volgende vragen:
Wie zijn de personen in dit verhaal (Jezus, Filippus/ Andreas/ vrienden van Jezus, jongen, mensen)
Waar speelt het zich af? (let op details, veel gras, op een berg, grote hoeveelheid mensen)
Geef dan de opdracht aan de kinderen om een moment of een persoon uit het verhaal in gedachten te nemen.
U kunt ook kinderen aanwijzen en zeggen wie zij zijn in het verhaal.
Nodig de kinderen uit om het moment dat of de persoon die zij in gedachten hebben uit te beelden.
Laat ze in hun houding ‘bevriezen’ (stil staan).

U gaat dan als verslaggever tussen de kinderen door en interviewt kort ieder kind.
Richtvragen hierbij zijn:
Wie ben jij?
Wat doe je hier?
Wat vind je van (bijvoorbeeld Jezus/ de jongen/ al deze mensen)

2. In de schoenen van ...

Nodig:
Papier, potloden, pennen

Vraag aan de kinderen om een persoon uit het verhaal te kiezen.
Ze kunnen deze persoon tekenen of een kort verhaaltje schrijven waarin zij in de schoenen van deze persoon staan.
Hoe heeft deze persoon ervaren wat hij daar bij Jezus meemaakte?
Let op, de kinderen schrijven dus in de ik-vorm. Hierdoor worden ze als het ware in het verhaal getrokken.

Lees daarna het verhaal en geef kinderen de beurt om hun ik-verhaal voor te lezen tijdens het vertellen van het verhaal.

3. De (lege) stoel

Nodig:
- een lege stoel

Laat de kinderen in een kring zitten. Vraag aan de kinderen om hun ogen te sluiten en nog even aan het bijbelverhaal te denken. Na korte tijd mogen zij de ogen weer openen. U bespreekt met de kinderen nog even het verhaal en verkent ook de personages die erin aan bod komen. U vertelt de kinderen dat één van die personen op bezoek komt.
stoelU haalt de ingebeelde bezoeker op aan de deur, stel hem/haar voor aan de kinderen en laat hem/haar plaats nemen op de stoel die duidelijk zichtbaar klaarstaat (en die dus leeg blijft, want de bezoeker is slechts ingebeeld).
Een kind mag nu een vraag stellen aan de bezoeker.
Hiervoor gaat hij of zij voor de stoel staan, zegt de naam van de persoon op de stoel en stelt een vraag. Als hij/zij zelf weet wat het personage op die vraag zou antwoorden, gaat hij/zij achter de stoel staan, legt de handen op de rugleuning van de stoel en geeft het antwoord in de ik-vorm.
Als hij/zij geen antwoord weet, gaat het kind terug op zijn plaats zitten.
Wie het antwoord wél weet, mag achter de stoel komen staan en het antwoord in de ik-vorm formuleren.

Het is heel belangrijk dat u deze werkwijze vooraf een keer voordoet. De kinderen zien zo hoe de vork aan de steel zit en u bijt meteen de spits af als ‘eerste vraagsteller’. Wanneer er geen vragen meer zijn begeleidt u de ingebeelde bezoeker terug tot aan de deur, terwijl de kinderen hem gedag zeggen. ‘Ont-rol’ de stoel door deze rond te draaien op een van de achterste poten, terwijl u zegt: “Kijk, de stoel is leeg; het is weer een gewone stoel.” Speel eventueel met een andere ingebeelde bezoeker nog een keer.

Daarna kunt u het spel nog even kort nabespreken. “Hoe was het om dat te doen? Wat vonden jullie prettig en waarom? Wat vonden jullie niet prettig? Waarom niet?” Als alles gezegd is, vertelt u het verhaal opnieuw, zodat de kinderen de oorspronkelijke versie kunnen vergelijken met de vragen die ze gesteld hebben en de antwoorden die ze gegeven hebben.

Kleurplaat broden en vissen

Nodig:
- Voor elk kind een passende kleurplaat
- Kleurpotloden of stiften

 kleurplaat brodenenvissen3

 

kleurplaat brodenenvissen2

Achtergrond

Wonderbare brooddeling

Het verhaal van de twee broden en de twee vissen staat zeven keer in de Bijbel. Tweemaal in het Evangelie van Marcus, twee maal in het Evangelie van Lucas, tweemaal in het Evangelie van Matteüs en eenmaal in het Johannesevangelie. Dit betekent dat het een heel belangrijk verhaal is.
Het jongetje met zijn twee vissen en zijn vijf broden staat alleen in het Johannesevangelie.
In dit Evangelie is ook veel aandacht voor de details. Er is gras waar de mensen op gaan zitten. Jezus vraagt eerst aan zijn leerlingen hoe alle mensen gevoed zouden moeten worden en we horen dat Hij allang weet wat Hijzelf van plan is. Dit is typerend voor het Johannesevangelie, waarin Jezus weet dat Hij de Zoon van God is.
Jezus spreekt voor het breken van het brood een dankgebed uit; in de eucharistieviering doen we dit Hem nog altijd na.

Symboliek

brodenenvissen indonesiëDe profeet Elisa (2 Koningen 4,42-44) geeft 100 mensen te eten van twintig broden. Ook hier blijven na afloop van de maaltijd broden over. Deze verhalen proberen in hun symboliek de mensen anders te laten kijken naar de werkelijkheid.
De getallen in dit verhaal hebben ook een boodschap. Er zijn vijf broden en twee vissen. Vijf zou betrekking hebben op de vijf boeken van Mozes, de Tora. Twee staat voor de twee stenen tafelen met de tien geboden. De symbolische gedachte hierachter is dat als de vijf boeken van Mozes, met daaruit springend de tien geboden, een echte leidraad worden voor het leven van de mensen, er een andere wereld ontstaat. Een gemeenschap waarin rechtvaardigheid centraal staat, omdat de ene mens voor de andere opkomt. Zo komt elke mens tot de volheid van zijn of haar bestaan, hier gesymboliseerd in de twaalf volle manden brood die overbleven. Twaalf verwijst daarbij naar het hele joodse volk met de twaalf stammen.

Het meer van Galilea

jezus aan de rand van het meer james tissot 1836 1902 2Het meer van Galilea heeft in de Bijbel verschillende namen. In het Oude Testament wordt het Meer van Kinneret genoemd (Deuteronomium 3,17). In het Nieuwe Testament heet het het Meer van Galilea (Matteüs 4,13), Meer van Tiberias (Johannes 6,1) en Meer van Gennesaret (Lucas 5,1).
In de evangeliën in het Nieuwe Testament speelt het Meer van Galilea een grote rol. Veel van Jezus’ werk als prediker speelt zich af in de plaatsen rond het meer. Aan de westkust daarvan liggen Joodse plaatsen, en aan de oostkust niet-Joodse plaatsen. Kafarnaüm ligt vlakbij de noordwestelijke oever van het meer en is een plaats waar Jezus vaak kwam.
De visindustrie rond het meer was belangrijk. Dat blijkt in de Evangeliën uit het feit dat een aantal van de leerlingen van Jezus vissers is. Bekende gebeurtenissen uit het leven van Jezus spelen zich op en rond het meer af.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten