Opening
Wie zit er naast je?
Op tafel of op de grond ligt een groen kleed met een kaars. Steek de kaars aan, en zet de kinderen in een kring.
Vraag ze nu om naar rechts te kijken.
Wie zit er naast ze, en wat kunnen ze leren van de persoon naast zich?
Als de kring rond is bent u als laatste aan de beurt. Zeg dat u van iedereen in de kring heel veel kunt leren.
Bid dan het gebed.
Bijbel
De eersten zullen de laatsten zijn
Jezus wilde zijn leerlingen graag iets leren wat nog niemand anders mocht weten. Daarom reisden ze stiekem, en gingen ze andere mensen uit de weg.
Het was dan ook geen leuk nieuws dat Jezus moest vertellen. Jezus vertelde dat de Mensenzoon gevangen zou worden genomen en zelfs gedood zou worden. Gelukkig zou de Mensenzoon na drie dagen ook weer opstaan uit de dood.
De leerlingen snapten niet goed wat Jezus toch allemaal aan het vertellen was. Ze hadden ondertussen door dat Jezus de Mensenzoon was. Maar waarom moest Jezus dood? En na drie dagen weer opstaan uit de dood, dat kon toch helemaal niet? Toch durfde geen van de leerlingen deze vragen aan Jezus te stellen.
Toen Jezus verder liep begonnen de leerlingen te ruziën. Ze wilde weten wie de favoriete leerling was van Jezus, wie de beste leerling was, en wie juist geen goede leerling was. Toen de leerlingen en Jezus weer thuis waren riep Hij zijn leerlingen bij zich. Hij vroeg wat ze onderweg allemaal hadden besproken. De leerlingen waren een beetje geschrokken, en durfden Hem niet eerlijk te vertellen waar ze over hadden lopen ruziën. Maar Jezus wist wel waarover ze hadden lopen bekvechten!
Hij zei tegen de leerlingen: “Luister nu heel goed naar Mij. De laatste zal de eerste zijn. Pas als je jezelf achteraan zet en eerst iedereen helpt, dan pas zal je belangrijk zijn.” Hij riep een kind bij Zich en zette het midden in de kring. “Wie echt naar dit kind kijkt en luistert, luistert ook echt naar Mij, en wie echt naar Mij luistert, luistert ook naar God. Wat je voor de minst belangrijke mensen doet, doe je ook voor Mij.”
Gebed
Gebed om van elkaar te leren
Ik ben een kind van God,
en daar ben ik heel erg trots op.
Ik leer veel van U en van Jezus
en van de mensen om mij heen,
maar ik kan andere mensen ook heel veel leren.
Wilt u mij daarbij helpen?
Amen
Verwerking
Gesprek met de kinderen
Bespreek met de kinderen wat je uit dit verhaal kan leren.
De belangrijkste les die Jezus geeft is dat 'de laatsten de eersten zullen zijn'. Wat zou Jezus daarmee kunnen bedoelen? Laat alle kinderen wat suggesties geven. Veel van de suggesties zullen heel goed zijn en helemaal kloppen. Vertel dat ook vooral aan de kinderen. Laat ze weten dat Jezus al die goede suggesties zeker zo bedoelde, en dat Jezus in andere verhalen ook voorbeelden gaf van deze situaties.
Sluit vervolgens aan bij een van de kinderen wanneer die over het kind in het midden van de kring begint. Vraag aan de groep: ‘Waarom zouden de leerlingen ook naar kinderen moeten luisteren? Waar zijn zij beter in dan hun ouders, of hun opa en oma?’
Schrijf alles waar kinderen goed (en beter dan volwassenen) in zijn op een flip-overvel. Als de kinderen niet zo makkelijk met voorbeelden komen geef dan zelf een leuk voorbeeld van iets waar uw zoon, dochter, buurmeisje of neefje beter in is dan u en help ze op weg. Het zal vast niet moeilijk zijn iets te bedenken.
Als de poster goed vol staat, benadruk dan nog extra, dat kinderen niet alleen kunnen leren van volwassenen, maar dat volwassenen ook nog heel veel kunnen leren van hen.
Sluit af met de vraag of ze denken dat veel volwassenen zo naar kinderen kijken: als iemand waar ze iets van zouden kunnen leren?
Maar dan de overgang naar Anders kijken, dat u vindt bij de Extra's.
Extra's
Liedje: Ik wens je vrede van God
Oefen samen met de kinderen het liedje Ik wens je vrede van God.
Als de kinderen het liedje goed door hebben vraagt u of ze er samen op willen dansen. Ze mogen zo vrolijk dansen als ze willen.
Vraag de kinderen vervolgens of ze het voor willen doen in kerk en aan de volwassenen willen leren dat het goed is om te dansen en te bewegen. Als dat gelukt is vraag dan aan de volwassenen of zij ook iets aan de kinderen willen laten zien.
Zing dan samen het liedje in een andere taal, en de kinderen blijven natuurlijk dansen!!
(Wanneer Ik wens je vrede van God niet zo bekend is in andere talen, kunt u de muziek met noten toevoegen aan het liturgieboekje, of voor de viering uitdelen aan de mensen.)
Werkblad: Talenten
Iedereen is belangrijk, op zijn of haar eigen manier. Iedereen is wel ergens goed in.
Print het werkblad en laat de kinderen de oplossing zoeken.
Anders kijken
We kijken allemaal anders naar de wereld om ons heen. We kunnen daarom veel van elkaar leren. Kijk samen naar de illusieplaatjes. Soms zie je eerst niets, en dan wel, soms zie je eerste het een, en dan iets anders. Wie ziet wat, en als een ander helpt, kan iedereen het dan zien?
Achtergrond
De eersten en de laatsten
De leerlingen hebben in deze lezing al door dat Jezus de Messias is. Ze verwachten heel veel van Jezus. Jezus wil de leerlingen dus niet leren dat Hij de Messias is, maar Hij wil hun verwachtingen bijstellen. Daarom gebruikt Hij niet het woord Messias maar het woord Mensenzoon. Door Zichzelf mens te noemen maakt Hij zich gelijk aan de mens. Hij is niet beter. Hij komt niet om andere mensen te verslaan of te verjagen. Nee, Hij is gekomen om als mens te sterven. Daarmee past Hij zijn eigen leer letterlijk toe. Hij is geen koning op een hoge troon, Hij is een gevangene die zal worden gedood.
Jezus probeert de leerlingen ook gerust te stellen. Hij zal sterven, maar ook opstaan. Deze boodschap wordt alleen op dit moment nog niet goed begrepen door de leerlingen. De leerlingen zijn bang voor wat er gaat komen. Dit is niet wat ze verwachten van Jezus.
De eersten en de laatsten
De ruzie over wie de belangrijkste onder de leerlingen is, zien we vaker terug in de Evangeliën. Wanneer u zich voorstelt dat de leerlingen op dit moment zich nog vastklampen aan het idee dat Jezus een koning wordt, dan is het geen gekke gedachte. De groepsdynamiek speelt haar onvermijdelijke rol. De leerlingen waren nog bezig met wie de machtigste zou worden; dan is ‘wie zou er aan de rechter hand van de koning zal staan’ een zeer menselijke vraag.
Je als bediende opstellen, als dienaar en daarbij als laagste van de laagsten, is iets dat vraagt dat zij anders naar Jezus en de werkelijkheid gaan kijken.
Kind
Jezus neemt een kind om duidelijk te maken waar het Hem om gaat: De vraag is niet wie de belangrijkste is, of de grootste, de vraag is wie in het centrum van de kring, in het centrum van de aandacht staat – een kind! – en wie bereid is deze kleine, onaanzienlijke mens in Jezus’s Naam op te nemen.
De leerlingen hebben in deze lezing al door dat Jezus de Messias is. Ze verwachten heel veel van Jezus. Jezus wil de leerlingen dus niet leren dat Hij de Messias is, maar Hij wil hun verwachtingen bijstellen. Daarom gebruikt Hij niet het woord Messias maar het woord Mensenzoon. Door Zichzelf mens te noemen maakt Hij zich gelijk aan de mens. Hij is niet beter. Hij komt niet om andere mensen te verslaan of te verjagen. Nee, Hij is gekomen om als mens te sterven. Daarmee past Hij zijn eigen leer letterlijk toe. Hij is geen koning op een hoge troon, Hij is een gevangene die zal worden gedood.
Jezus probeert de leerlingen ook gerust te stellen. Hij zal sterven, maar ook opstaan. Deze boodschap wordt alleen op dit moment nog niet goed begrepen door de leerlingen. De leerlingen zijn bang voor wat er gaat komen. Dit is niet wat ze verwachten van Jezus.
De eersten en de laatsten
De ruzie over wie de belangrijkste onder de leerlingen is, zien we vaker terug in de Evangeliën. Wanneer u zich voorstelt dat de leerlingen op dit moment zich nog vastklampen aan het idee dat Jezus een koning wordt, dan is het geen gekke gedachte. De groepsdynamiek speelt haar onvermijdelijke rol. De leerlingen waren nog bezig met wie de machtigste zou worden; dan is ‘wie zou er aan de rechter hand van de koning zal staan’ een zeer menselijke vraag.
Je als bediende opstellen, als dienaar en daarbij als laagste van de laagsten, is iets dat vraagt dat zij anders naar Jezus en de werkelijkheid gaan kijken.
Kind
Jezus neemt een kind om duidelijk te maken waar het Hem om gaat: De vraag is niet wie de belangrijkste is, of de grootste, de vraag is wie in het centrum van de kring, in het centrum van de aandacht staat – een kind! – en wie bereid is deze kleine, onaanzienlijke mens in Jezus’s Naam op te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten