Opening
Een glaasje verder
Op de tafel ligt een groen kleed en er staan bekers of glazen met water; voor elk kind een eigen beker.
Neem met de kinderen plaats in de kring en steek de kaars aan bij de opening van de kindernevendienst. Vraag aan een van de kinderen om elk kind een beker te geven om die bij de evangelielezing in haar of zijn hand te houden.
Spreek dan het openingsgebed uit en lees het Evangelie, waarbij alle kinderen het water in de hand houden.
Bijbel
Mee naar Gods nieuwe wereld
Op een dag zei Johannes tegen Jezus: "Meester, we hebben iemand gezien, die kwade geesten uit mensen verjaagt. Hij hoort niet bij ons, maar hij verjaagt wél de kwade geesten uit uw naam. We hebben het hem verboden, omdat hij niet met ons meedoet.”
Maar Jezus zei: "Laat deze man zijn gang toch gaan. Het is toch goed wat hij doet. Iemand die goede dingen doet in mijn naam, zal niet snel iets slechts over Mij zeggen. Want mensen die niet tégen ons zijn, zijn vóór ons. Iemand die onze vijand niet is, is een vriend!
Luister goed naar wat ik zeg: Iemand die een beker water aan je geeft omdat je bij Mij hoort, krijgt zeker een beloning van God.”
“Maar pas op”, zei Jezus, “als iemand gelovige mensen weghaalt bij God, krijgt deze een zware straf. Het zou dan beter voor hem zijn als hij met een zware steen om zijn nek in zee gegooid was. Zo erg is dat.
Wanneer je hand iets slechts doet, iets dat zorgt dat je niet bij God hoort, hak hem dan liever af. Dan ga je met maar één hand de Nieuwe Wereld van God binnen. Dat is beter dan met twee handen in het duister terecht komen.
En wanneer je voet je op het verkeerde pad brengt, weg van God, hak hem er dan maar liever af. Liever met één voet bij de Nieuwe Wereld van God naar binnen, dan met twee voeten naar het duister.
Wanneer je door iets wat je ziet iets slechts zal doen, ruk dan liever je oog uit. Dan ga je met maar één oog de Nieuwe Wereld van God binnen. Dat is beter dan met twee ogen in de duisternis te zitten. Want daar wil geen mens zijn.”
Op een dag zei Johannes tegen Jezus: "Meester, we hebben iemand gezien, die kwade geesten uit mensen verjaagt. Hij hoort niet bij ons, maar hij verjaagt wél de kwade geesten uit uw naam. We hebben het hem verboden, omdat hij niet met ons meedoet.”
Maar Jezus zei: "Laat deze man zijn gang toch gaan. Het is toch goed wat hij doet. Iemand die goede dingen doet in mijn naam, zal niet snel iets slechts over Mij zeggen. Want mensen die niet tégen ons zijn, zijn vóór ons. Iemand die onze vijand niet is, is een vriend!
Luister goed naar wat ik zeg: Iemand die een beker water aan je geeft omdat je bij Mij hoort, krijgt zeker een beloning van God.”
“Maar pas op”, zei Jezus, “als iemand gelovige mensen weghaalt bij God, krijgt deze een zware straf. Het zou dan beter voor hem zijn als hij met een zware steen om zijn nek in zee gegooid was. Zo erg is dat.
Wanneer je hand iets slechts doet, iets dat zorgt dat je niet bij God hoort, hak hem dan liever af. Dan ga je met maar één hand de Nieuwe Wereld van God binnen. Dat is beter dan met twee handen in het duister terecht komen.
En wanneer je voet je op het verkeerde pad brengt, weg van God, hak hem er dan maar liever af. Liever met één voet bij de Nieuwe Wereld van God naar binnen, dan met twee voeten naar het duister.
Wanneer je door iets wat je ziet iets slechts zal doen, ruk dan liever je oog uit. Dan ga je met maar één oog de Nieuwe Wereld van God binnen. Dat is beter dan met twee ogen in de duisternis te zitten. Want daar wil geen mens zijn.”
Gebed
Gebed om vriendschap met God
Goede God,
U heeft veel vrienden,
mensen die goede dingen doen in uw naam.
Wij geloven dat uw Geest overal aan het werk is,
niet alleen hier bij ons in de kerk,
maar ook in het hart van alle mensen
die proberen om het goede te doen.
Wij mogen zien dat iedereen goede dingen kan doen in uw naam.
Uw Geest werkt ook in hen.
Wij mogen blij zijn om het goede dat ook door iedereen om ons heen gebeurt.
Jezus heeft meer vrienden dan wij soms denken,
anonieme vrienden, die een beker water geven aan anderen,
en dikwijls veel meer dan dat.
Wij zijn daar dankbaar voor God,
en bidden dat wij ook zulke vrienden kunnen zijn.
Amen
U heeft veel vrienden,
mensen die goede dingen doen in uw naam.
Wij geloven dat uw Geest overal aan het werk is,
niet alleen hier bij ons in de kerk,
maar ook in het hart van alle mensen
die proberen om het goede te doen.
Wij mogen zien dat iedereen goede dingen kan doen in uw naam.
Uw Geest werkt ook in hen.
Wij mogen blij zijn om het goede dat ook door iedereen om ons heen gebeurt.
Jezus heeft meer vrienden dan wij soms denken,
anonieme vrienden, die een beker water geven aan anderen,
en dikwijls veel meer dan dat.
Wij zijn daar dankbaar voor God,
en bidden dat wij ook zulke vrienden kunnen zijn.
Amen
Verwerking
Gesprek met de kinderen
Vraag aan de kinderen: Wat denk je dat Johannes dacht toen Jezus zei: ‘Iedereen hoort erbij’? Was hij verbaasd, vond hij het mooi, of juist niet?
Misschien oppert een van de kinderen dat hij zicht terechtgewezen of afgewezen voelt. Hij wees zelf ook iemand af die goede dingen deed. Ga daarover door met de kinderen:
Heb jij je ook wel eens afgewezen gevoeld? Dat je dacht iets goed te hebben gedaan en dat iemand jou zei dat je niet het juiste had gedaan?
Wat heb je daarvan geleerd? Hoe heeft jou dat gevormd? Als je dit weer mee zou maken, wat zou je dan doen? Zou je dingen dan anders doen?
Wat kunnen we hier vandaag van de woorden van Jezus leren?
Praat daarna met de kinderen door over de goede dingen die gedaan worden in de naam van God. “Iemand die water aan je geeft, omdat je bij Mij hoort, krijgt zeker een beloning”, zegt Jezus.
Vraag aan de kinderen, hoe hoe het was om een beker water in je hand te hebben tijdens het verhaal. Wat heeft deze beker water met het verhaal te maken en wat zegt deze beker je nu? De kinderen hebben deze beker gekregen van iemand. Waarderen ze dat? Wat zou die beker duidelijk willen maken?
(In het Evangelie zegt Jezus dat als iemand een beker water geeft aan iemand die bij Hem hoort, hij dan een beloning van God zal krijgen.)
Praat met de kinderen eens door over beloningen. Je kunt als beloning een cadeautje krijgen, maar er zijn ook andere manieren. Krijgen zij wel eens zo’n andere beloning, een complimentje als zij iets goed gedaan hebben; een aai over hun bol, een kus van hun moeder of vader, een hi-5 van een vriend?
Welke soorten beloning kennen zij en welke beloning geven zij zelf wel eens. Zeggen zij het wel eens tegen vrienden als zij iets goeds gedaan hebben? En wat zeggen ze dan?
Schrijf met de kinderen op kaartjes allerlei gratis vormen van belonen.
Vraag daarna aan de kinderen: Wat betekent het voor jou om erbij te horen of er niet bij te horen? Hebben zij wel eens ervaren dat zijzelf ergens niet bij hoorden?
Kennen ze voorbeelden van mensen of kinderen die ergens niet bij horen?
Laat de kinderen daarna dingen noemen die zij leuk vinden en andere kinderen kunnen dan zeggen; daar wil ik wel bij horen of niet bij horen. Bedenk met elkaar een aantal voorbeelden:
- Hoor je wel-of-niet bij de kinderen die van hagelslag houden.
- Hoor je wel-of-niet bij de club die van lezen houden?
Laat iedereen aan bod komen. Bedenk dan ook met elkaar verschillende dingen waar iedereen bij hoort.
- Alle kinderen gaan naar school,
- iedereen hoort bij de kerk, of misschien wel niet?
De leerlingen van Jezus vertrouwen andere mensen niet, wanneer ze niet tot Jezus’ leerlingen behoren. Jezus zegt: “Als je niet tegen ons bent, ben je voor ons.” Hij bedoelt: het maakt niet uit of je wel lid bent van de club, als je maar met ons samen wilt werken aan het Rijk van God, Gods Nieuwe Wereld.
Laat de kinderen tot slot zelf een tekst bedenken, op basis van wat er besproken is, die zij op een tegeltje willen zetten.
Zie hiervoor de Extra’s.
Extra's
Tegeltjeswijsheid
Tijdens het gesprek met de kinderen komen er veel wijze woorden langs. Jammer om die na de kinderwoorddienst verloren te laten gaan. Daarom worden er tegeltjes gemaakt, waarop elk kind schrijft wat hij of zij uit dit gesprek voor wijsheid heeft gehaald.
Of, als dat te moeilijk is, laat de kinderen dan de tekst ‘Als je niet tegen ons bent – ben je voor ons’ op hun tegeltje zetten.
Nodig:
• Afdrukken van de tegeltje, download onderstaande afbeelding
• viltstiften om mee te schrijven
Puzzelen: Goede en kwade zaken
Nodig:
- gekleurde en zwart-wit afbeeldingen
De opdracht kunt u vooraf thuis voorbereiden.
Zoek in tijdschriften foto’s en platen in kleur met voorbeelden van het goede: lachende mensen, feesten, natuur, overvloed. Of zoek dit op internet.
Zoek ook bijvoorbeeld uit kranten of van Internet zwart-wit-afbeeldingen van het slechte en het kwade: honger, vervuiling, verdriet, ziekte, armoede, onrecht, enzovoorts.
Leg een ‘mooie’ en ‘slechte’ afbeelding op elkaar en maak ze aan de vier hoeken vast met een stevige paperclip. Draai de twee afbeeldingen (nog steeds aan elkaar) om en breng op de achterzijde van de afbeelding het patroon van puzzelstukken aan met een potlood. Niet te moeilijk, hooguit 12 stukken. Houd de vellen op elkaar en knip de puzzelstukken uit. Begin in het midden, zodat de vellen met de paperclips zo lang mogelijk aan elkaar zitten. Haal aan het eind voorzichtig de paperclips eraf.
Zo heeft u puzzelstukken voor twee legpuzzels.
Opdracht
Hussel alle stukken door elkaar en laat de kinderen de twee legpuzzels maken, waarbij de slechte en mooie stukken door elkaar heen komen te zitten. Laat de kinderen ernaar kijken, ervaren en vertellen wat zij zien.
Gebruik 1 groot puzzelstuk voor alle stukjes, of vergroot het puzzelstukjesblad voor allemaal verschillende stukjes.
Erbij horen is samenwerken
Nodig:
1 kleedje/ grote lap stof (niet te groot, de kinderen moeten er goed, maar ook maar net, op passen!)
Opdracht
Alle kinderen gaan op het kleedje staan. Vervolgens krijgen ze de opdracht om samen het kleed zo snel mogelijk om te draaien, zonder dat iemand van het kleed gaat. Om dat te kunnen moeten ze samenwerken.
Voor de oudere kinderen kunt u afsluiten met onderstaande tekst van Theresia van Avila:
Christus heeft geen lichaam op aarde,
behalve dat van jou,
geen handen,
behalve die van jou,
geen voeten,
behalve die van jou.
Het zijn jouw ogen die Christus medeleven
voor de wereld moeten uitstralen;
het zijn jouw voeten waarmee
Hij gaat om goed te doen;
en het zijn jouw handen
waar Hij ons nu mee moet zegenen.
Teresa van Avila
Spelletje: iedereen hoort erbij Kleurendomino
De kinderen gaan samen levend-domino spelen, aan de hand van de kleuren van hun kleren.
Het gaat erom gelijk gekleurde kleding 'aan elkaar te koppelen’ en zo iedereen met elkaar in verbinding te brengen.
Nodig:
- eigen kleding, en eventueel extra kleren voor de reserve kleuren (bijvoorbeeld sjaals).
Een kind gaat in het midden van de ruimte staan. Samen zoekt iedereen een ander kind dat een kleur heeft die aansluit bij het kind in het midden, door bijvoorbeeld dezelfde kleur broek, of dezelfde kleur schoenen, zelfde kleur T-shirt. Alle kinderen moeten samen naar oplossingen zoeken, zodat iedereen mee kan doen.
Kijk of er een lange sliert, of zelfs een cirkel kan ontstaan, waarbij alle kinderen meedoen.
Achtergrond
Wie hoort erbij? Wie de juiste keuzes maakt
De leerlingen van Jezus willen duidelijkheid: wie er wel en niet bij horen. Maar Jezus draait deze voorstelling van zaken helemaal om; wie niet tegen ons is, is voor ons. Dat schept enorm veel ruimte. Jezus maakt met een beeld duidelijk wat Hij hier zeggen wil. Zelfs wanneer iemand je alleen maar een beker water geeft omdat je bij Jezus hoort zal het loon hem niet ontgaan.
Met dit eenvoudige voorbeeld laat Jezus zien wat de boodschap van zijn Evangelie is: het gaat erom om door je daden mee te werken aan het Rijk van God.
Het gaat in deze evangelielezing over kwetsbare mensen, dat wil zeggen over iedereen die met moeite en twijfel aanwezig is binnen de geloofsgemeenschap. Het gaat er niet over tot welke groep iemand behoort, of iemand ingeschreven is in de kerk, of iemand wel diploma's heeft, de juiste papieren heeft behaald. Het gaat erom dat we samenwerken aan het Rijk van God.
Het moge duidelijk zijn dat deze tekst geen pleidooi voor zelfverminking is, om handen en voeten af te hakken en ogen uit te rukken. Maar het is wel een dringend appel om onszelf te veranderen daar waar dat mogelijk en nodig is. Die - moeilijke - verandering gebeurt vooral door dingen te laten, door iets niet meer te doen. Niet meewerken aan dingen die mensen beschadigen, niet gaan naar plaatsen waar leed wordt berokkend. Niet kijken naar dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Het is een doorlopende oefening in zelfdiscipline.
De leerlingen van Jezus willen duidelijkheid: wie er wel en niet bij horen. Maar Jezus draait deze voorstelling van zaken helemaal om; wie niet tegen ons is, is voor ons. Dat schept enorm veel ruimte. Jezus maakt met een beeld duidelijk wat Hij hier zeggen wil. Zelfs wanneer iemand je alleen maar een beker water geeft omdat je bij Jezus hoort zal het loon hem niet ontgaan.
Met dit eenvoudige voorbeeld laat Jezus zien wat de boodschap van zijn Evangelie is: het gaat erom om door je daden mee te werken aan het Rijk van God.
Het gaat in deze evangelielezing over kwetsbare mensen, dat wil zeggen over iedereen die met moeite en twijfel aanwezig is binnen de geloofsgemeenschap. Het gaat er niet over tot welke groep iemand behoort, of iemand ingeschreven is in de kerk, of iemand wel diploma's heeft, de juiste papieren heeft behaald. Het gaat erom dat we samenwerken aan het Rijk van God.
Het moge duidelijk zijn dat deze tekst geen pleidooi voor zelfverminking is, om handen en voeten af te hakken en ogen uit te rukken. Maar het is wel een dringend appel om onszelf te veranderen daar waar dat mogelijk en nodig is. Die - moeilijke - verandering gebeurt vooral door dingen te laten, door iets niet meer te doen. Niet meewerken aan dingen die mensen beschadigen, niet gaan naar plaatsen waar leed wordt berokkend. Niet kijken naar dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Het is een doorlopende oefening in zelfdiscipline.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten