Opening
Een duim voor jou!
De kinderen gaan bij binnenkomst in een kring zitten. Op de tafel ligt een groen kleed en in het midden staat een kaars. Wanneer de kinderen stil zijn geworden, worden zij welkom geheten.
Ga de kring rond en vraag elk kind zijn naam te zeggen en iets waar hij goed in is.
Als het kind dat gezegd heeft steekt u uw duim omhoog. Dan wordt de kaars aan gestoken en kunt u het gebed bidden.
Vraag
de kinderen daarna of hen opgevallen is dat u steeds uw duim omhoog
deed als ze zeiden waar ze goed in waren. Je duim omhoog doen betekent:
‘dat heb je goed gedaan’.
In het bijbelverhaal dat ze nu gaan horen gaat het daar ook over.
Bijbel
Het gaat om wat je nu doet!
Als Jezus merkte dat mensen wilde luisteren, had Hij altijd heel veel
te vertellen. De twee apostelen Jacobus en Johannes, vrienden van
Jezus, liepen erover na te denken.
En
eigenlijk vonden ze dat ze zelf ook heel goed bezig waren. Daarom
wilden zij Jezus iets vragen. Ze wilden vragen of zij later, in de
hemel, niet naast Jezus mochten zitten, ééntje links en ééntje rechts
van Hem.
Jezus vroeg hun waar ze over aan het praten waren. Ze keken elkaar
even aan en stelden toen hun vraag. Jezus was niet blij. “Het gaat niet
om later, om straks in de hemel”, zei Hij. “Het gaat om NU. Jullie weten
toch wat er met Mij gaat gebeuren. Dat Ik pijn moet lijden en ga
sterven aan het kruis. Willen jullie dat dan ook?! Toen Johannes de
Doper Mij doopte, betekende dat ook dat mijn leven langs een heel
moeilijke en pijnlijke weg zou gaan.”
Jacobus en Johannes schrokken.
“Natuurlijk gaat het ons niet alleen om de mooie dingen Jezus! Wij
willen U volgen en wij weten dat dat niet gemakkelijk zal zijn.” Jezus
glimlachte. “Daar ben Ik ook erg blij mee”, zei Hij. “Maar wat er in de
hemel gebeurt, dat is niet aan Mij, dat is aan God, mijn Vader in de
hemel. Wat daar gebeurt, dat bepaalt Hij.”
De
andere tien apostelen werden boos op Jacobus en Johannes. “Zulke dingen
kun je toch niet vragen!”, zeiden ze. Jezus hoorde dat. “Het maakt niet
uit wat zij vragen”, zei Hij. “Jullie zien hoe machtig sommige mensen
zijn en hoe ze alleen maar aan zichzelf denken en alleen maar meer geld
willen hebben. Zorg dat jullie nooit zo worden!! Als je groot en
belangrijk wilt zijn dan moet je dienaar zijn, mensen helpen, voor
mensen zorgen. Ook Ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om dienaren te
hebben. Ik ben hier om mensen te helpen en voor ze te zorgen, ook al zal
mijn leven straks eindigen aan het kruis, met veel pijn en verdriet…”
Als Jezus merkte dat mensen wilde luisteren, had Hij altijd heel veel
te vertellen. De twee apostelen Jacobus en Johannes, vrienden van
Jezus, liepen erover na te denken.
En
eigenlijk vonden ze dat ze zelf ook heel goed bezig waren. Daarom
wilden zij Jezus iets vragen. Ze wilden vragen of zij later, in de
hemel, niet naast Jezus mochten zitten, ééntje links en ééntje rechts
van Hem.
Jezus vroeg hun waar ze over aan het praten waren. Ze keken elkaar
even aan en stelden toen hun vraag. Jezus was niet blij. “Het gaat niet
om later, om straks in de hemel”, zei Hij. “Het gaat om NU. Jullie weten
toch wat er met Mij gaat gebeuren. Dat Ik pijn moet lijden en ga
sterven aan het kruis. Willen jullie dat dan ook?! Toen Johannes de
Doper Mij doopte, betekende dat ook dat mijn leven langs een heel
moeilijke en pijnlijke weg zou gaan.”
Jacobus en Johannes schrokken.
“Natuurlijk gaat het ons niet alleen om de mooie dingen Jezus! Wij
willen U volgen en wij weten dat dat niet gemakkelijk zal zijn.” Jezus
glimlachte. “Daar ben Ik ook erg blij mee”, zei Hij. “Maar wat er in de
hemel gebeurt, dat is niet aan Mij, dat is aan God, mijn Vader in de
hemel. Wat daar gebeurt, dat bepaalt Hij.”
De andere tien apostelen werden boos op Jacobus en Johannes. “Zulke dingen kun je toch niet vragen!”, zeiden ze. Jezus hoorde dat. “Het maakt niet uit wat zij vragen”, zei Hij. “Jullie zien hoe machtig sommige mensen zijn en hoe ze alleen maar aan zichzelf denken en alleen maar meer geld willen hebben. Zorg dat jullie nooit zo worden!! Als je groot en belangrijk wilt zijn dan moet je dienaar zijn, mensen helpen, voor mensen zorgen. Ook Ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om dienaren te hebben. Ik ben hier om mensen te helpen en voor ze te zorgen, ook al zal mijn leven straks eindigen aan het kruis, met veel pijn en verdriet…”
Gebed
Gebed om inzet van je talenten
I.
Goede God,
vanmorgen zijn wij hier bij elkaar
om te leren over U en de Bijbel
én om leuke dingen te doen.
Twee apostelen, twee vrienden van Jezus, Jacobus en Johannes,
hebben een speciale vraag voor uw zoon Jezus.
Ze durven hem niet goed de vraag te stellen…
misschien weten ze al wat Jezus als antwoord gaat geven.
Wij zijn benieuwd wat de vraag zal zijn
en wij bidden dat wij een fijne ochtend mogen hebben.
Amen
II.
Lieve God,
De een kan heel leuk tekenen
de ander is beter in boetseren
en weer een ander speelt goed piano.
Zo kan iedereen wel iets
en vullen we elkaar aan.
Het is leuk als je iets kan
en je krijgt een complimentje.
Soms heb je dan ook echt verdiend.
Wij bidden U dat we opletten om niet te gaan pronken
met wat je kan of met wat je verdient.
We weten: Je talenten gebruiken is heel goed,
als je maar niet alleen aan jezelf denkt.
Wilt U ons daarbij helpen?
Amen
Goede God,
vanmorgen zijn wij hier bij elkaar
om te leren over U en de Bijbel
én om leuke dingen te doen.
Twee apostelen, twee vrienden van Jezus, Jacobus en Johannes,
hebben een speciale vraag voor uw zoon Jezus.
Ze durven hem niet goed de vraag te stellen…
misschien weten ze al wat Jezus als antwoord gaat geven.
Wij zijn benieuwd wat de vraag zal zijn
en wij bidden dat wij een fijne ochtend mogen hebben.
Amen
II.
Lieve God,
De een kan heel leuk tekenen
de ander is beter in boetseren
en weer een ander speelt goed piano.
Zo kan iedereen wel iets
en vullen we elkaar aan.
Het is leuk als je iets kan
en je krijgt een complimentje.
Soms heb je dan ook echt verdiend.
Wij bidden U dat we opletten om niet te gaan pronken
met wat je kan of met wat je verdient.
We weten: Je talenten gebruiken is heel goed,
als je maar niet alleen aan jezelf denkt.
Wilt U ons daarbij helpen?
Amen
Verwerking
Gesprek met de kinderen
Johannes en Jacobus vroegen aan Jezus of zij in de hemel links en rechts van Hem mochten zitten.
Vraag de kinderen of ze een idee hebben waarom de vrienden deze vraag aan Jezus stellen.
Zou
het kunnen zijn dat ze een beloning willen voor al het werk dat ze
doen? Beloond worden voor wat je doet is prettig. Zo was het ook met
Jacobus en Johannes. Praat met de kinderen door over beloningen die ze
krijgen. Op school, thuis. Hoe zien die beloningen eruit? (een
aanmoediging, een schouderklopje, een knipoog, een bedankje, een
sticker, een krul in je schrift, een cadeautje, een dolfijn op je
zwembroek)
Belonen kan goed zijn, maar voor Jezus gaat het om helpen en zorgen
voor andere mensen. Voor Hem gaat het om meer dan ‘als ik het maar goed
heb’. Voor Hem gaat het er niet om of of je veel games hebt of heel veel
ander speelgoed.
Vraag wat Jezus echt belangrijk vindt. Denk nog
even terug aan de duimen bij het begin van deze kinderwoorddienst. Dat
ging over de dingen waar je goed in bent. Wat vindt Jezus daarvan? Hij
is er blij mee natuurlijk, maar vooral als je je talenten inzet voor
anderen. En Iets doen voor een ander hoeft niet gezien te worden; je
hoeft je daarvoor niet op de borst te kloppen; zo van: ‘kijk eens hoe
goed ik dat doe!’ Het kan ook gebeuren dat niemand het ziet (en niemand
je dus een duimpje geeft...)
Wat vinden de kinderen van deze mening van Jezus?
Ga nog even terug naa de wens van Johannes en Jacobus. Zij willen graag een beloning. Wat is die beloning? Een stoel naast Jezus in de hemel. Maak een overgang naar de stoelendans. Johannes en Jacobus wilden graag op een stoel zitten. Bij hun lukte het niet direct. Gaat het de kinderen wel lukken?! Speel het spel.
Extra's
Knutselen: Stickers maken
Kinderen kennen van school het systeem van belonen met een sticker.
Laat de kinderen zelf een plaatje bedenken dat zij graag als beloning
zouden willen krijgen. Daarvoor krijgen zij een drietal blanco stickers
waarop zij dat plaatje kunnen tekenen.
De beker van de kleurplaat
heeft veel ruimte boven de beker. Ook op de beker kunnen stickers
geplakt worden. Erboven kunnen bloemen getekend worden of andere
voorwerpen die in de beker staan.
U kunt de kinderen op weg helpen door al één sticker voor ze te printen, bijvoorbeeld met de afbeelding van de duim.
Nodig:
- blanco stickers, 3 per kind
- potloden, stiften, scharen
- Kleurplaat met beker
Een liedje over eerlijk delen, om tijdens het maken van de piramide naar te luisteren, of om samen te zingen.
Stoelendansspel
De leerlingen maken zich druk om de mooiste plaatsen naast Jezus. Wie heeft straks de beste stoel?
Nodig:
-
Stoelen, één minder dan het aantal kinderen
radio of tablet met muziek
Spelverloop
De stoelen (één minder dan het aantal spelers) worden met de rug naar elkaar in een kring of in twee rijen gezet. Terwijl de muziek speelt, lopen de spelers om de kring met stoelen. Stopt de muziek, dan probeert iedere speler zo snel mogelijk op een stoel te gaan zitten. Wie geen stoel heeft, valt af. Vervolgens kunt u één stoel weghalen en doorspelen. Als er nog twee spelers over zijn, dan de stoelen een eindje uit elkaar zetten, dan wordt het spannender.
Wie de laatste stoel heeft is de winnaar. En wat is de beloning? U zegt: dat heb je goed gedaan! en steekt uw duim op.
Variatie: De krantendans
Iedereen krijgt een
opgevouwen krant. Er wordt een muziekje opgezet en iedereen begint
willekeurig door de zaal te lopen. Als de muziek stopt, vouwt iedereen
zijn krant uit en gaat erop zitten. Wie het laatst zit, is af. Daarna de
krant weer opbouwen en verder spelen. Wie alleen overblijft is winnaar.
Liedje: De laatste zullen de eerste zijn
De laatsten zullen de eersten zijn
God keert de rollen om
De laatsten zullen de eerste zijn
in het Koninkrijk van God.
De onderdrukten worden vrij,
god zet hen op de eerste rij,
geringen gaan voorop.
Geringen gaan voorop.
2
En wie zichzelf verhoogt, die wordt
het allerlaatst gezien.
Maar wie zich houdt aan Zijn gebod
die zal de grootste zijn voor God
die telt, die telt voor tien,
die telt, die telt voor tien.
3
De eersten komen het allerlaatst,
God keert de rollen om.
Want Hij meet met een andere maat
en zet ons op de goede plaats
wanneer Hij wederkomt,
wanneer Hij wederkomt.
Tekst: Hanna Lam
Muziek: Wim ter Burg
Uit: Kom en zing! Geloofsliederen voor kinderen, liednr. 115, bladzijde 181, Baarn, Adveniat Geloofseducatie B.V, 2015
Achtergrond
Wie mag naast Jezus zitten?
Marcus 10
Het zijn de hoofdstukken in Marcus waar
Jezus driemaal zijn eigen lijden voorspelt. Hoofdstuk 8 eindigt met de
eerste: ‘Daarop begon Hij hun te leren, dat de Mensenzoon veel zou
moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de
schriftgeleerden verworpen worden en ter dood gebracht, maar drie dagen
later verrijzen.’
Jezus is volop aan het reizen. Van Betsaïda naar
de dorpen rond Caesarea van Filippus. Galilea wordt doorgetrokken om in
Kafarnaüm aan te komen, ‘waar Hij woont’. Vandaar vertrekt Hij en gaat
naar het gebied van Judea en het Overjordaanse. Bij de derde
lijdensvoorspelling (Mc.10,32) wordt voor het eerst het reisdoel
genoemd: ‘Zij trokken voort, op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon
aan de hogepriesters en schriftgeleerden zal worden overgeleverd.’
Ondertussen zijn wij Jacobus en Johannes al een keer tegengekomen.
Samen met Petrus waren zij door Jezus meegenomen naar de berg waar Hij
van gedaante veranderde. Zij hebben een uitzonderingspositie en zij
vragen zich af of dat niet een extra beloning met zich mee kan brengen:
een stoel naast Jezus in de hemel. Dat geeft Jezus de kans er nogmaals
op te wijzen welke houding Hij verlangt: ‘Wie onder u groot wil worden,
moet dienaar van u zijn, en wie onder u de eerste wil zijn moet de slaaf
van allen zijn.’
Johannes
en Jacobus zijn tot het inzicht gekomen dat Jezus zal sterven en dat
zijn dood geen totale mislukking inhoudt. Zij zijn daarmee verder dan de
andere leerlingen, bijvoorbeeld Petrus, die daar nog niet aan toe zijn.
Dat zij ook in het leven na de dood dichtbij Jezus willen zijn, met Wie
zij zich zo verbonden voelen, is eigenlijk niet raar.
De vraag van
de twee leidt tot wrijving in de groep: wie zich boven anderen verheven
acht, kan op tegenstand rekenen. Jezus komt met zijn bevrijdend inzicht:
afzien van geweld, afzien van aanspraak maken op bevoorrechte posities
kan alleen waar mensen de weg gaan van het dienen. Dat is niet de
gangbare weg. Jezus' appel geldt de leerlingen en ons allen: maak geen
misbruik van je macht, maar wordt dienaar. Een dienend leven zal je
beloning zijn.
Belonen
Positief gedrag benoemen en belonen werkt als de beste bekrachtiger. Negatief gedrag benoemen en aandacht geven maakt juist dat ook dit gedrag onder de aandacht komt. Dat willen we niet. Positief gedrag benoemen maakt juist dat het kind het gedrag nogmaals wil uitvoeren. Positief gedrag belonen geeft de kinderen het gevoel dat iets erg goed gegaan is en dat zorgt dat het gedrag zich zal herhalen. Elke kleine stap in het gewenste gedrag moet dan benoemd en beloond worden. Bemoedigen in plaats van corrigeren geeft je een voorsprong. Wees je vooral bewust van het feit dat ongewenst gedrag vanuit onmacht is, een vraag om hulp. Daarnaast maakt ieder kind (ook volwassenen) fouten en meestal niet met opzet.
Complimenten geven een kind het gevoel gewaardeerd te worden. Hierdoor gaan ze zich goed over zichzelf voelen en kunnen ze een positief zelfbeeld ontwikkelen. Een goed compliment vertelt een kind welk gedrag gewaardeerd wordt en een goede beloning geeft ook aan waarom het gedrag gewaardeerd wordt. Een kind leert erg veel van complimenten.
Een betere beloning dan aandacht en waardering is er niet. Iedereen
vindt het fijn om te horen wat hij goed doet. Het kind zal eerder
geprikkeld worden om het gedrag te herhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten