Opening
Een blindegeleidestok
Kleed de ruimte aan met een groen kleed, waarop in het midden een kaars staat.
Bij de kaars een opgevouwen blindegeleidestok of een donkere bril en een mantel. De stok staat voor de blindheid die in het verhaal van vandaag een rol speelt, de mantel voor het moeten leven van het bedelen. De mantel wordt in het verhaal door de bedelaar afgegooid zodra hij Jezus ziet.
Ga met de kinderen in de kring zitten rondom de kaars en de attributen.
Word even stil, heet de kinderen welkom en steek de kaars aan. Hierna kunt u het gebed bidden.
Wijs de kinderen op de stok (blinde) en de mantel (bedelaar) die bij de kaars liggen en stel de vraag of zij weten wat die betekenen.
Na een korte peiling van de reacties verwijst u naar het Evangelie waar de stok en de mantel in zullen voorkomen. Daarna leest u het verhaal.
Bijbel
Genezen!
Jezus liep stevig door. Hij had zoveel gezegd en gedaan dat het al veel te laat was geworden. Hij moest nu echt naar Jeruzalem. Op weg naar Jeruzalem moest Hij eerst nog door Jericho. Ook al zo’n grote oude stad. Jezus verwachtte dat er daar ook weer mensen op Hem zouden staan te wachten.
En ja hoor! Jezus kwam de stad binnen en daar kwamen de mensen al op Hem toelopen.
Maar Jezus liep door. Hij wilde nu echt opschieten.
En toen was daar ineens een blinde bedelaar. Hij zat langs de rand van de weg. En hij vroeg waarom het ineens zo druk werd. Hij zag het niet, maar hij merkte het wel. Mensen vertelden hem dat Jezus eraan kwam. “Dat is mijn kans”, dacht de bedelaar. Ineens was hij niet bang meer van wat de mensen van hem vonden en hij riep heel hard: “Jezus, Jezus, zie mij hier zitten. Heb medelijden met mij!” Mensen werden keken boos zijn kant op en zeiden dat hij niet zo de aandacht moest trekken. Een blinde bedelaar langs de weg, die was het niet waard om naar te kijken. Die keek je niet in de ogen, daar hoefde je de naam niet van te weten, die was het zeker niet waard de aandacht van Jezus te trekken. Maar de bedelaar kon niet meer stoppen. Nog harder riep hij: “Jezus, help mij!”
Jezus stond stil. “Laat hem eens bij Mij komen”, zei Hij. De mensen mopperden zachtjes. Wat moest Jezus nu met die blinde bedelaar? Zo’n man is toch niets waard?! Maar toch zeiden ze tegen hem: “Kom Hij roept je!” De bedelaar gooide zijn mantel af, sprong overeind en schuifelde naar Jezus toe.
‘Dag’, zei Jezus, ‘Jij bent Bartimeüs, de zoon van Timeüs’. De mensen keken verbaasd. Hoe wist Jezus de naam van de bedelaar?! Was hij dan toch meer waard dan zij dachten? “Wat wil je dat Ik voor je doe, Bartimeüs?”, vroeg Jezus. “Rabboeni, (dat betekent meester in hun taal) maak dat ik zien kan!” Jezus raakte de ogen van Bartimeüs zachtjes aan. En opeens kon Bartimeüs zien!
“Ik kan zien, ik kan zien!” riep Bartimeüs. Hij was zo blij!! “Hoe kan dit gebeuren?”, vroeg hij aan Jezus. “Dit kon gebeuren omdat je in Mij geloofde”, zei Jezus. Bartimeüs ging niet naar huis. Hij wilde bij Jezus blijven en liep met Hem mee. Helemaal naar Jeruzalem.
En Jezus was ook blij dat Hij dit voor Bartimeüs had kunnen doen…. Al was Hij toch wat later op weg naar Jeruzalem dan Hij gedacht had!
Jezus liep stevig door. Hij had zoveel gezegd en gedaan dat het al veel te laat was geworden. Hij moest nu echt naar Jeruzalem. Op weg naar Jeruzalem moest Hij eerst nog door Jericho. Ook al zo’n grote oude stad. Jezus verwachtte dat er daar ook weer mensen op Hem zouden staan te wachten.
En ja hoor! Jezus kwam de stad binnen en daar kwamen de mensen al op Hem toelopen.
Maar Jezus liep door. Hij wilde nu echt opschieten.
En toen was daar ineens een blinde bedelaar. Hij zat langs de rand van de weg. En hij vroeg waarom het ineens zo druk werd. Hij zag het niet, maar hij merkte het wel. Mensen vertelden hem dat Jezus eraan kwam. “Dat is mijn kans”, dacht de bedelaar. Ineens was hij niet bang meer van wat de mensen van hem vonden en hij riep heel hard: “Jezus, Jezus, zie mij hier zitten. Heb medelijden met mij!” Mensen werden keken boos zijn kant op en zeiden dat hij niet zo de aandacht moest trekken. Een blinde bedelaar langs de weg, die was het niet waard om naar te kijken. Die keek je niet in de ogen, daar hoefde je de naam niet van te weten, die was het zeker niet waard de aandacht van Jezus te trekken. Maar de bedelaar kon niet meer stoppen. Nog harder riep hij: “Jezus, help mij!”
Jezus stond stil. “Laat hem eens bij Mij komen”, zei Hij. De mensen mopperden zachtjes. Wat moest Jezus nu met die blinde bedelaar? Zo’n man is toch niets waard?! Maar toch zeiden ze tegen hem: “Kom Hij roept je!” De bedelaar gooide zijn mantel af, sprong overeind en schuifelde naar Jezus toe.
‘Dag’, zei Jezus, ‘Jij bent Bartimeüs, de zoon van Timeüs’. De mensen keken verbaasd. Hoe wist Jezus de naam van de bedelaar?! Was hij dan toch meer waard dan zij dachten? “Wat wil je dat Ik voor je doe, Bartimeüs?”, vroeg Jezus. “Rabboeni, (dat betekent meester in hun taal) maak dat ik zien kan!” Jezus raakte de ogen van Bartimeüs zachtjes aan. En opeens kon Bartimeüs zien!
“Ik kan zien, ik kan zien!” riep Bartimeüs. Hij was zo blij!! “Hoe kan dit gebeuren?”, vroeg hij aan Jezus. “Dit kon gebeuren omdat je in Mij geloofde”, zei Jezus. Bartimeüs ging niet naar huis. Hij wilde bij Jezus blijven en liep met Hem mee. Helemaal naar Jeruzalem.
En Jezus was ook blij dat Hij dit voor Bartimeüs had kunnen doen…. Al was Hij toch wat later op weg naar Jeruzalem dan Hij gedacht had!
Gebed
Gebed om de ander aan te kijken
Goede God,
Hier zijn wij,
bij elkaar om meer over uw Zoon Jezus te horen.
Vandaag gaat het over een blindengeleidestok en een mantel.
Een blinde in de ogen kijken is niet gemakkelijk.
Je wordt er een beetje verlegen van.
Maar Jezus doet het en zo geneest Hij een blinde man,
die daar heel gelukkig van wordt.
Wij bidden dat er altijd mensen zijn
die een ander in de ogen durven te kijken
en hen helpen als dat nodig is.
Wees bij hen, God en wees bij ons.
Amen
Goede God,
Hier zijn wij,
bij elkaar om meer over uw Zoon Jezus te horen.
Vandaag gaat het over een blindengeleidestok en een mantel.
Een blinde in de ogen kijken is niet gemakkelijk.
Je wordt er een beetje verlegen van.
Maar Jezus doet het en zo geneest Hij een blinde man,
die daar heel gelukkig van wordt.
Wij bidden dat er altijd mensen zijn
die een ander in de ogen durven te kijken
en hen helpen als dat nodig is.
Wees bij hen, God en wees bij ons.
Amen
Verwerking
Gesprek met de kinderen
Het verhaal van vandaag is een verhaal dat goed is na te spelen (Bibliodrama)
Verdeel de rollen (Jezus, leerlingen, mensen in de stad, Bartimeüs).
Waarschijnlijk is het best moeilijk voor de kinderen om dit zo spontaan te doen.
Als u de rollen verdeeld hebt, overleg dan met de kinderen wie waar moet staan.
Waar is bijvoorbeeld Jeruzalem. Waar is Jericho. Waar ligt de blinde Bartimeüs.
Lees dan het verhaal opnieuw en laat de kinderen spelen wat u vertelt.
Wanneer de kinderen weer zitten vraagt u hoe ze het vonden om te doen? Hoe was het om de rol te spelen van de mensen? Wat voelde ze daarbij? Hoe was het om Bartimeüs te zijn? Hoe was het dat de mensen hem niet goed genoeg vonden? Hoe was het om Jezus te zijn? Hoe voelde het om Bartimeüs te helpen?
Vraag de kinderen of zij weleens bedelaars zien? Wat is dan hun eerste reactie?
Hoe denken ze dat het zou zijn om zo te leven?
Breng hen dan bij het thema van vandaag: ‘Kijk een ander in de ogen’.
Wat zal daarmee bedoeld worden? Wie kijk je liever niet in de ogen?
Vinden wij sommige mensen meer waard dan andere mensen? Wat zegt Jezus daarover?
Als je iemand letterlijk in de ogen kijkt, kan je het gevoel hebben dat je iemand leert kennen, zonder dat je hem al een tijd echt kent.
Vertel de kinderen dat we dit eens gaan proberen en begin met de opdracht ‘Kijk de ander in de ogen’. Zie hiervoor de Extra's.
Extra's
Knutselen: Ogen op stokjes
Wie ogen op stokjes heeft, ziet alles! Met de kinderen kunt u oogbolletjes maken.
Voorbeeld 1:
Benodigdheden
- Kleine schuimrubberen bolletjes
- Wiebeloogjes (Hema 1 euro per zakje)
- Saté prikkers
Werkwijze
Laat de kinderen ogenbollen maken naar eigen fantasie.
De wiebeloogjes kunnen er op geplakt worden als pupillen.
Voorbeeld 2
Benodigdheden
- Ronde kartonnetjes
- Gekleurde rondjes van papier of stickertjes
- Stokjes
- Wiebeloogjes
Werkwijze
Laat de kinderen op de ronde kartonnetjes ogen maken (laat voorbeeld zien).
De wiebeloogjes kunnen gebruikt worden als pupillen.
(de voorbeelden zijn aangepast overgenomen van de site buitengevoel.nl/halloween-hapjes-maken.)
Afbeelding: mensen die je snel voorbij loopt
Een afbeelding met mensen die zomaar voorbij gelopen worden. Om samen naar te kijken, en je af te vragen wat je zelf zou doen.
Kleurplaat: Bartimeüs
Een kleurplaat van de blinde Bartimeüs die door Jezus gezien wordt, en genezen wordt.
Blindemanspelletjes
Er zijn allerlei spelletjes waarbij het gaat om niet kunnen zien, zogenaamde blindemanspelletjes.
Tik, tik, wie ben ik?
Eén kind gaat in het midden van de kring op zijn knieën zitten, en sluit de ogen (eventueel kunt u een blinddoek gebruiken). De spelleidster wijst één kind aan dat achter het eerste kind gaat staan, deze op de rug tikt en zegt: 'tik, tik, tik, wie ben ik?’
Door het gericht luisteren naar de stem moet het kind raden wie er achter hem of haar staat.
Raden maar!
Eén kind gaat in het midden van de kring op zijn hurken zitten en sluit de ogen (eventueel weer een blinddoek gebruiken). De spelleider wijst een aantal kinderen aan die één voor één rustig achter het eerste kind gaan zitten. Dit kind moet raden hoeveel kinderen achter hem zitten.
Blindemannetje
Er worden groepjes van twee gemaakt. Er staan steeds vier paren in het midden.
De andere kinderen krijgen de opdracht om goed te kijken.
Van elk paar in het midden houdt het ene kind de ogen dicht en is het andere kind de begeleider. De spelleider vertelt dat de blinden hun begeleiders moeten kunnen vertrouwen. De begeleiders moeten dat vertrouwen ook geven. Zij moeten goed letten op mogelijke gevaren en duidelijk uitleggen wat er gaat gebeuren. De begeleiders leiden de blinden door de ruimte. Zij zijn er verantwoordelijk voor dat de blinden zich veilig voelen, en niet tegen een muur of een tafel botsen. Het begeleiden kan verbaal gedaan worden (‘een stap naar links, nu twee naar rechts’, enzovoort) maar zeker in het begin kan dit beter met de handen gedaan worden. De bedoeling is dat er vertrouwen wordt opgebouwd.
Spel: Kijk de ander in de ogen
Laat de kinderen twee aan twee tegenover elkaar gaan zitten aan een tafel. Vertel hen dat zij heel stil moeten worden en even de ogen dichtdoen. Vraag ze dan de ogen te openen en elkaar in de ogen te kijken en zeg dat we dat drie minuten gaan doen. In die drie minuten mag er niet gesproken worden.
Als de drie minuten voorbij zijn, laat dan één van de twee vertellen wat het hem of haar deed. Na een korte tijd wordt er gewisseld en vertelt de ander wat het hem of haar deed.
Dan komt iedereen terug in de kring en stelt u de vraag aan de hele groep: hoe was dit voor jullie?
Deze oefening vraagt om een goed nagesprek.
Dit spel is gebaseerd op een experiment van Amnesty International.
Op deze link staat een prachtig ontroerend filmpje van wat het ‘in de ogen kijken’ kan opleveren.
Liedje: Kijk een ander in de ogen
Het lied ‘Kijk een ander in de ogen’ is op de melodie van het lied ‘Aan de Amsterdamse grachten’. De tekst is geschikt voor wat oudere kinderen.
Het refrein is in ieder geval voor iedereen te zingen.
Refrein:
Kijk een ander in de ogen,
geef je hand, je hart en maak een gebaar,
doe wat ligt in je vermogen,
want wij zijn toch hier voor elkaar.
Zie die onbekende mensen,
met hun zorgen, hun verdriet en hun pijn.
Niemand kan zich beter wensen
dan een naaste voor hen te zijn.
Er staat een man aan de kant, het zit hem niet mee.
Hoe hij daar ooit is beland, hij heeft geen idee.
Er ging iets fout onderweg, en daarna nog meer.
En wat hij toen ook probeerde, het nam geen keer.
Toen werd het stiller, killer, zo leefde hij door,
maar in zijn dromen, komen oude vrienden nog voor...
Refrein
Er loopt een vrouw door de wijk, haast iedere dag.
Haar taal ligt vreemd in 't gehoor, dan zie ik haar lach.
Zij is haar land ooit ontvlucht, zo heb ik gehoord,
en kwam uiteindelijk hier, haar liefsten vermoord.
En haar bewo-gen ogen zoe-ken kort die van mij,
haar blik omarmt me,
warmt me, even komt zij nabij...
Refrein
Achtergrond
Wie kijk je aan?
Marcus 10
We zijn aangekomen in het tiende hoofdstuk van het Evangelie van Marcus. Kinderen zijn bij Jezus gebracht en een rijke jongeman kon het niet over zijn hart verkrijgen al zijn bezit te verkopen (voor een kameel is het makkelijker door het oog van een naald te gaan). Daarna voorspelde Jezus een derde keer wat er in Jeruzalem zou gaan gebeuren; zijn lijden en sterven. Dan is er de blinde bedelaar Bartimeüs en daarna volgt de intocht in Jeruzalem.
Kijk een ander in de ogen
Deze zondag heeft als thema ‘Kijk een ander in de ogen’. Daarmee kijken we niet alleen naar de genezing van een blinde, maar ook naar de menigte die hem geen blik waardig keurt en hem meer behandelt als een lastige vlieg, dan als een mens. De waardigheid van deze mens is dan in het geding. Doordat Jezus hem bij zijn naam noemt, Bartimeüs, kan hij opstaan, zijn mantel, teken van de armoede, weggooien en een nieuw leven beginnen.
Bartimeüs
In Marcus 7 wordt een doofstomme genezen. Van hem komen wij de naam niet te weten. Daar ligt de aandacht op hoe Jezus hem geneest: door zijn vingers in zijn oren te stoppen en zijn tong met speeksel aan te raken. Je zou kunnen zeggen dat Jezus daar letterlijk bij die man binnenkomt. Bij de blinde bedelaar wordt wél de naam genoemd maar wordt over de genezing niets gezegd. Het accent ligt anders. Maar bij beiden gaat het om de manier waarop je ziet, om wat je hoort en om hoe je spreekt. En bij beiden gaat het erom dat zij zich geheel aan Jezus overgeven. Bij de doofstomme zegt Jezus dat hij het niet moet vertellen. Maar hij kan het niet laten en rent rond, zeggend: “Alles heeft Hij welgedaan, Hij Iaat doven horen en stommen spreken.” Bartimeüs is niet zo uitbundig. Hij wordt volgeling van Jezus. Voor beiden geldt vanaf dat moment wat psalm 40 zegt: ‘Hier ben ik; uw wil te doen is wat ik verlang’ (vers 8 en 9).
Thema
Het thema ‘Kijk een ander in de ogen’ komt van het lied dat bij de Extra’s te vinden is. De melodie is van ‘Aan de Amsterdamse grachten’. De tekst wijst op de mensen die niet gezien worden en roept op hen eens in de ogen te kijken. Net als de bedelaar zitten zij letterlijk aan de rand van de weg; aan de rand van de samenleving. Als wij het woord bedelaar vervangen door dakloze, dan weten wij dat die er nog genoeg zijn: In zeven jaar tijd is het aantal daklozen in Nederland bijna verdubbeld. Telt ons land in 2009 nog 17.000 mensen, zeven jaar later bedraagt dat aantal 30.000. De meeste daklozen zwerven rond in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam. Daarom is het niet gek om eens met hùn ogen naar de wereld te kijken.
Organisatie
Sinds 1915 is Bartimeüs ook de naam verbonden aan het werk voor blinden en slechtzienden: “Bartiméus is in 1915 in Utrecht opgericht als 'Vereeniging tot bevordering van christelijke opvoeding en onderwijs voor blinde kinderen en jongelieden'. In 100 jaar tijd is Bartimeüs uitgegroeid tot een expertise-organisatie die mensen met een visuele beperking ondersteunt om het leven te leven zoals zij dat willen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten