Een lastige parabel, deze zondag. Jezus lijkt het gedrag van een onrechtvaardige rentmeester goed te keuren. Zijn slimme manier van vrienden maken met het geld van zijn baas wordt door Jezus als voorbeeld aan zijn leerlingen verteld. Maar als voorbeeld van wat? Want wat de man doet is toch oneerlijk?
Jezus lijkt zijn leerlingen, en dus ook ons, te vragen: welke vrienden kunnen jullie maken met het onrechtvaardige geld.
We hopen dat de kinderen vandaag ontdekken geld niet het belangrijkste is, maar dat je het wel kunt gebruiken om mooie dingen mee te doen.
Opening
Eerlijk?
Zet een kaars op de tafel in de kinderwoorddienstruimte en steek die aan. Bij de kaars ligt een zak met knikkers of ronde nootjes (per kind tien).
Deze knikkers kunt u na de bijbellezing gebruiken bij de verwerking.
Leg ook de tekst van het gedicht ‘Eerlijk’ van Anneke van Wijngaarden op de tafel. Deze tekst vindt u bij de Extra’s.
Lees als opening het gedicht voor. Inventariseer de eerste reacties van de kinderen. Daarna maakt u de overgang naar de evangelielezing.
Bijbel
Navertelling Lucas 16,1-13
De lezing is vandaag uit Lucas 16,1-13. Voor de oudere kinderen is de Bijbel in Gewone Taal goed te begrijpen. Voor kleinere kinderen is er de navertelling.
Het voorbeeld van de slimme dienaar
Jezus vertelt verhalen. Zijn leerlingen vinden dat altijd heel mooi. Vandaag vertelt Jezus ook een verhaal aan zijn leerlingen:
‘Er was eens een erg rijke man. Hij had iemand in dienst die goed moest zorgen voor zijn geld. Dat was een heel belangrijke baan. Maar deze dienaar heeft zijn werk niet goed gedaan. Hij heeft het geld van zijn baas uitgegeven aan leuke dingen voor zichtzelf.
De rijke man hoort de mensen praten. Ze hebben het over de dienaar, die heel veel geld lijkt te hebben. Hij is bang dat er iets niet klopt. Hij pakt zijn boeken erbij, en rekent en rekent, en mompelt: “Het klopt niet, dat kan toch niet...”
Daarom roept hij zijn dienaar op kantoor en zegt: “Wat heb ik gehoord? Leg eens uit wat jij gedaan hebt. Ik heb je wel door, je bent oneerlijk, ik ga je wegsturen!”
De dienaar schrikt. Wat moet ik doen, denkt hij, waar moet ik gaan werken? Ik kan niet goed spitten in de tuin en als ik moet bedelen dan schaam ik me heel erg.
Dan bedenkt hij een plan. Hij laat alle mensen langskomen die nog geld aan zijn baas moeten betalen. Tegen die mensen zegt hij dat ze niet alles hoeven terug te betalen. Hij zal dat wel voor ze regelen. De eerste hoeft maar vijftig van de honderd vaten olijfolie terug te geven. Aan de tweede vraagt hij: “Wat ben jij mijn baas schuldig?” “Honderd zakken graan”, zegt de man. De dienaar zegt: “Streep die honderd maar door, maak er maar tachtig zakken van.” Daar is die man erg blij mee. Zo krijgt de dienaar er vrienden bij die hem later kunnen helpen, als hij ontslagen wordt.
De rijke man vindt dat wel erg slim van zijn dienaar. Hij heeft zo zelf zijn probleem opgelost.’
De leerlingen kijken Jezus verbaasd aan. “Dat is toch niet eerlijk,” roepen ze, “dat is toch gemeen!”
Jezus gaat verder: “De dienaar heeft natuurlijk niet goed gedaan, maar het is wel slim wat hij gedaan heeft. Hij heeft nagedacht hoe hij vrienden kon maken. Iedereen die Mij wil volgen zou net zo slim moeten zijn. Maar je moet wel andere manieren bedenken. Want Ik wil jullie nog iets zeggen: Wat de dienaar deed was niet goed. Hij was onbetrouwbaar voor zijn baas. En betrouwbaar zijn is belangrijk, of het nou om kleine of grote dingen gaat. Als je niet te vertrouwen bent met wat niet zo belangrijk is, dan ben je ook niet te vertrouwen met grote belangrijke dingen.
Gebed
Gebed om met geld het juiste te doen
Goede God,
we hebben geld nodig
om eten en drinken te kopen,
om een huis te betalen,
om kleren te kopen.
Onze ouders verdienen dat geld door te werken.
Met geld kunnen we veel doen.
We kunnen er mooie spullen voor onszelf van betalen,
maar we kunnen het ook uitgeven om anderen te helpen.
Goede God,
help ons om een juiste keuze te maken,
wanneer we geld uitgeven.
Help ons om het geld zo te gebruiken
dat we het delen met anderen,
die het meer nodig hebben dan wij.
Amen
Verwerking
Gesprek met de kinderen
Het is een ingewikkeld probleem dat geschetst wordt in Lucas 16, daarom is het goed wanneer u zich vandaag richt op een deel van de lezing. Het eerste deel (Lucas 16,1-9) vormt een samenhangend geheel. In het naspelen van deze situatie kunt u na gaan hoe de kinderen reageren op de inhoud van deze parabel.
Geef ieder kind evenveel (10) knikkers. Zelf speelt u in deze kinderwoorddienst de dienaar van de rijke heer; de kinderen zijn de mensen met de schulden. Zij moeten aan u, als dienaar van de rijke heer, het geleende geld terugbetalen.
Als ze van u minder hoeven terug te betalen wat gebeurt er dan?
Speel de situatie uit.
Laat de kinderen u de hoeveelheid geld geven die u noemt: het ene kind betaalt 5 knikkers van de 10 die hij schuldig is aan de heer. Een ander betaalt 8 van de 10 knikkers die hij schuldig is terug, enzovoort.
Vraag aan de kinderen wat ze er van vinden.
Vraag daarna aan de kinderen wat ze zouden doen met de knikkers (het geld) die ze nog over hebben. Waar zouden ze het voor gebruiken? Wat kun je allemaal doen met geld? Sparen, weggeven of misschien gebruiken om een leuk speelgoed of een leuke game van te kopen. Of, of ....
Kijk of er een gesprek op gang kan komen over waar het geld dat niet terug betaald hoefde te worden door de schuldenaars uiteindelijk aan besteed zal worden.
Wanneer u de situatie naspeelt met chocolademunten, dan kunt u de kinderen echt laten houden wat ze niet hoeven terug te betalen. Dan speelt het onderwerp 'eerlijkheid' nog meer een rol. De één mag meer houden dan de ander... hoe lossen ze dat op?
Kom aan het eind van het gesprek nog even terug op het gedicht dat u voorgelezen heeft bij de opening. Goed omgaan met geld is belangrijk. Goed omgaan met mensen ook. Vraag de kinderen wat ze van de dienaar vinden: hij was wel slim, maar was hij ook eerlijk?
Jezus heeft wel bewondering voor de dienaar die slim is. Maar Hij heeft respect voor iemand die betrouwbaar is.
Tot slot kunt u met de kinderen nog nadenken over geld nemen van de rijken om aan de armen te geven. Een bekend voorbeeld is het verhaal van Robin Hood. U vindt dit verhaal bij de Extra’s.
Gedichtje: Eerlijk
Eerlijk
Moet ik echt de waarheid spreken?
Moet ik altijd eerlijk zijn?
Moet ik altijd alles zeggen?
Doe ik dan geen mensen pijn?
En als ze me dan gaan vragen:
"Heb je een cadeau verstopt?"
Moet ik ze dan eerlijk zeggen,
"Ja, dat klopt!"
Als er iets dreigt mis te lopen.
en ik met een voorstel kom
dat de waarheid iets verdraait,
vind je dat dan slim of dom?
Als daarna weer alles goed gaat
en de schade wordt beperkt
kan je dan toch eerlijk zeggen
dat een beetje sjoemel werkt?
Als je met een beetje draaien
mensen verder helpen kan,
is dat toch alleen maar prettig
of lig je daar wakker van?
Anneke van Wijngaarden in de liturgiekrant van IKV PAX CHRISTI 2010
Het verhaal van Robin Hood
De verhalen over Robin Hood vertellen over een lastpak die lang geleden in Engeland leefde. Hij stond er om bekend dat hij veel aan de armen gaf en dat hij heel goed met pijl en boog kon schieten. Het is niet bekend of hij werkelijk heeft geleefd. Over hem wordt verteld dat hij stal van rijke en gierige mensen en dat hij dat niet voor zichzelf hield maar aan de armen gaf. Net als de dienaar in het Evangelie is hij niet helemaal eerlijk, maar hij kan op meer sympathie rekenen dan de dienaar want hij handelt niet uit eigenbelang.
Robin Hood
Dit verhaal begint als een goede koning (Richard Leeuwenhart) op kruistocht gaat en zijn broer (Jan Zonderland) de kroon in handen krijgt. Hij is echter een hele kwaadaardige koning.
Deze koning buit het volk uit, hij verhoogt de belasting enorm, maar Robin Hood en zijn vrienden zijn het hier niet mee eens. Ze worden vogelvrij verklaard en moeten zich verstoppen in de bossen. Daar bedenken ze een plan om de boosaardige koning tegen te werken.
Ze willen de geldkoets overvallen waarin het belastinggeld wordt vervoerd. Als de koets het kasteel verlaat en richting het bos rijdt, slaagt Robin erin het geld te pakken te krijgen. Hij verdeelt het geld onder de armen.
De kwaadaardige koning is ziedend en verzint een list om Robin Hood te kunnen arresteren. Hij schrijft een boogschietwedstrijd uit om Robin te lokken. De hoofdprijs is een kus mogen geven aan de Vrouwe Marian en Robin is verliefd op haar.
Uiteindelijk zijn er vier deelnemers, waaronder Robin, maar die is vermomd. De derde deelnemer schiet zijn pijl in de roos. Dan is Robin Hood aan de beurt en die splijt de pijl van de derde kandidaat in twee. Hiermee wint hij de wedstrijd.
Robin wil zijn prijs innen, maar dan gaat het mis. Vrouwe Marian en bijna al zijn rovers worden gearresteerd. Alleen Robin weet te ontsnappen met één man, Kleine Jan (die in werkelijkheid een reus is). Zij moeten de andere mannen redden van de galg. Dat lukt want Robin Hood schiet het touw van de strop door zodat zijn vrienden het overleven en niet worden opgehangen. Hij slaagt erin de kwaadaardige koning te pakken te krijgen en de mannen van Robin vechten tegen het leger van de kwaadaardige koning.
De goede koning hoort wat er gebeurd is en keert direct terug naar zijn land. Hij neemt meteen de troon weer over. Robin Hood en Marian kunnen eindelijk bij elkaar zijn en ze leefden nog lang en gelukkig.
Kleur- en tekenplaat: Robin Hood
Wanneer u het verhaal van Robin Hood verteld heeft, kunt u de kinderen vragen wat zij zelf vinden. Kun je van de rijke mensen spullen stelen voor de armen?
Waarom wel/niet?
Denk daarna met de kinderen na wat ze van hun eigen spullen zouden kunnen weggeven. Laat ze dat in de zak achter op de rug van Robin Hood tekenen. Daarna kunnen ze de kleurplaat inkleuren.
Spelletje: Jenga
Heeft u toevallig Jenga in huis? Speel dan een spelletje met de kinderen. Leg aan de kinderen uit dat we aan het Koninkrijk van God moeten werken. We laten dat zien door een toren te bouwen. Daarbij moeten we allemaal heel erg slim zijn, om zo hoog mogelijk te komen, en zo lang mogelijk vol te houden.
Laat de kinderen tegen elkaar spelen. Wie komt het hoogst? Welke toren blijft het langst staan? Speel daarna een potje samen. Komen de kinderen verder als ze samen spelen?
Heeft u geen Jenga, probeer dan andere blokjes te vinden waarvan een toren gebouwd wordt. Bouw de toren zo hoog mogelijk. Kijk ook hier of samen spelen beter gaat dan tegen elkaar spelen.
Spelletje: Slim zijn
Test hoe slim de kinderen zijn. Ze moeten een ruimte oversteken. Maar elke keer zitten er nieuwe voorwaarden aan het oversteken van de ruimte. Ze moeten met zijn allen oversteken, dus ze mogen gewoon samenwerken en afkijken.
Voorbeelden van de voorwaarden om over te steken:
• Je voeten mogen de vloer niet aanraken.
• Deze stoel moet mee, maar je mag hem niet aanraken met je handen.
• Je voeten en arme zitten aan elkaar vast.
• Jullie mogen allemaal de vloer niet aanraken. (Zorg dat ze iets voorhanden hebben waarop ze mogen staan)
• X (kindernaam) is een plank geworden; hij kan helemaal niets meer, maar hij moet naar de overkant.
• Deze snoepjes moeten opgegeten worden, maar dat kan pas aan de overkant, helaas werken jullie handen niet meer.
• De voeten van A,B en C (vul kindernamen in) zitten aan elkaar vast, maar in het midden van de overgang zit opeens een deur waar je niet met zijn 3e door heen kan.
• Bedenk zelf nog meer voorwaarden.
Achtergrond
Omgaan met geld
De parabel van de onrechtvaardige rentmeester
Met geld omgaan vraagt grote behoedzaamheid. Onze betrouwbaarheid staat op het spel. In dit kader vertelt Jezus in de evangelielezing uit Lucas 16 een parabel over de onrechtvaardige rentmeester. Hierin wordt niet het onrechtvaardige gedrag van de rentmeester tot voorbeeld gesteld, maar het feit dat hij met overleg heeft gehandeld. Daaraan lijkt het de volgelingen van Jezus, "de kinderen van het licht", nogal eens te ontbreken.
De rentmeester die uit eigenbelang de schuld van de mensen aan zijn heer met een groot deel vermindert, doet dit om er zelf in de toekomst beter van te worden. Toch prijst ook zijn heer hem; ook de rijke man komt door het kwijtschelden van een deel van de schuld in een beter daglicht te staan.
Het Griekse woord voor het handelen van de rentmeester 'met overleg', fronimos, betekent ook waakzaam, bezonnen. Jezus roept zijn leerlingen op tot waakzaamheid. Lucas gebruikt hetzelfde woord in 12,37, in verband met de dienaar die waakzaam is bij de komst van zijn Heer. Wanneer het Rijk Gods zich aandient moet hij even alert zijn als de rentmeester. Op de door ons gelezen parabel (16,1-9) laat Lucas een aantal losse uitspraken van Jezus volgen. Ze zijn onderling verbonden door een aantal trefwoorden: mammon, betrouwbaar en onrechtvaardig.
Mammon
Mammon is een Aramees woord dat 'rijkdom' betekent en waarschijnlijk afgeleid is van de woordstam 'betrouwbaar zijn', 'bestendig zijn'. Oorspronkelijk zou mammon dus betekend hebben: 'Rijkdom die bestendig is en dus zekerheid geeft', maar de betekenis evolueerde in een ongunstige zin.
In de joodse literatuur heeft het woord meestal een negatieve bijklank. De geijkte uitdrukking is ‘de valse mammon’. Dat laatste verduidelijkt vers 9: ‘Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.’ Jezus maant zijn leerlingen rechtvaardig en betrouwbaar met geld om te gaan, zodanig dat de verhoudingen tussen de mensen er beter van worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten