Jezus volgen is niet iets wat je zomaar even doet. Soms moet je bereid zijn om er wat voor op te geven. Wie dat niet wil, kan mijn leerling niet zijn, is de boodschap die Jezus deze morgen aan de grote groep mensen geeft die met Hem mee trekken.
Bij Jezus horen doe dan ook je niet zonder daar eerst eens goed over na te denken. Alleen dan kun je het volhouden. Jezus geeft zelf het voorbeeld van een toren die gebouwd wordt zonder dat er eerst goed over nagedacht is. Die komt nooit af!
Met de kinderen denken we deze keer na over dingen (of mensen) achterlaten. Het is zeker niet gemakkelijk om zonder die dingen te leven die je gewend bent. Een prachtig voorbeeld van een volledige keuze voor een leven als volgeling van Jezus is Franciscus van Assisi. Het verhaal van zijn leven laat zien dat hij veel opgegeven heeft om zijn leven in het spoor van Jezus te gaan. Wie dat wil kan deze kinderwoorddienst vorm geven rondom het verhaal van Franciscus.
Opening
Hoeveel heb je nodig?
Plaats op de tafel in de kinderwoorddienstruimte een kaars. Leg ook blokken neer. U kunt houten blokken nemen, maar ook luciferdoosjes, kartonnen verpakkingen van bv. thee of ander materiaal dat gestapeld kan worden.
Begin met het aansteken van de kaars en vertel dat voordat u en de kinderen beginnen met de Bijbellezing het de bedoeling is dat de kinderen proberen een toren van ongeveer 30 cm. te bouwen van de blokken en/of de doosjes. Laat de kinderen aangeven hoeveel blokjes ze nodig denken te hebben en geef dat aantal blokjes aan hen.
Vraag hen na afloop wat hen opviel bij het bouwen. Lukt het met het aantal blokjes dat ze hadden gevraagd om een toren van 30 cm. te maken? Hielden ze blokjes over, of hadden ze er juist tekort? Vraag of de kinderen kunnen aangeven hoe dat komt.
Op de tafel legt u ook een paar platen van de heilige Franciscus van Assisi. Zowel een afbeelding van Franciscus als jongeling, rijk en goed gekleed, als een plaat waarop hij afgebeeld is als de monnik gekleed in een pij. Voorbeelden van deze platen vindt u bij de Extra’s, Ze kunnen bij het gesprek dienen als illustratie van het voor te lezen verhaal over Franciscus van Assisi.
Bijbel
Navertelling Lucas 14,25-33
De lezing is vandaag Lucas 14,25-33. Voor de oudere kinderen is de Bijbel in Gewone Taal goed te begrijpen. Voor jongere kinderen is er de navertelling.
Denk na voordat je aan iets begint.
Veel mensen liepen met Jezus mee. Hij merkte dat wel en draaide zich om. “Waarom komen jullie mee?”, vroeg Hij. “Weet je zeker dat je bij Mij wilt horen? Ik zal het jullie nog eens duidelijk zeggen: Als je mijn leerling wilt zijn moeten alle dingen en alle mensen minder belangrijk zijn dan het Mij volgen. Zelfs je vader en je moeder, je broers en zussen zijn dan minder belangrijk. Zelfs je eigen leven is niet zo belangrijk. Niets mag in de weg staan, als je mijn leerling wilt zijn."
Het leek alsof niet iedereen begreep wat Jezus bedoelde, daarom ging Hij verder:
"Je moet echt van te voren nadenken of je mijn leerling wel kúnt zijn. Ik geef een voorbeeld: Stel dat je een toren wilt bouwen. Dan denk van te voren toch ook na of je wel genoeg geld hebt om voldoende stenen voor de toren te kopen. Als je te weinig stenen kunt kopen, komt de toren niet af en lachen de mensen je uit."
Nog leek het alsof niet iedereen begreep wat Jezus wilde zeggen. Daarom gaf Hij nog een voorbeeld:
"Stel je eens een koning voor die de vijand wil aanvallen. Hij weet dat de andere koning 20.000 soldaten heeft, twee keer zoveel als hijzelf. Dan moet hij wel heel goed nadenken of hij een oorlog wil beginnen. Misschien is het dan slimmer om een dienaar naar de andere koning te sturen om hem om vrede te vragen."
De mensen knikten. Ze begonnen het te begrijpen.
"Bedenk dus goed wat het betekent om mijn leerling te zijn.”
Gebed
Gebed om te kunnen kiezen
Goede God,
elke dag zijn er momenten om te kiezen.
Steeds weer zeggen we
dat we U proberen te volgen,
maar doen we het ook echt?
Help ons te doen wat we bedenken.
God, wilt U ons steeds weer helpen kiezen
om als leerlingen uw weg te volgen.
Help ons om te zien
wat daarbij echt belangrijk is.
Goede God,
wanneer we nu nog niet weten
hoe we U kunnen volgen,
mogen we erop vertrouwen dat U ons helpt
om straks een goede keuze te maken.
Help ons later te kiezen voor uw manier van leven,
wanneer we begrijpen waar we aan beginnen
als we uw leerling willen zijn.
Amen
Gebed om bekering van Franciscus
Loof en prijs God altijd weer,
de drie-ene, allerhoogste Heer!
Denk aan God het allermeest,
Vader, Zoon en heilige Geest,
die al wat bestaat geschapen heeft,
die ons zijn trouwe vriendschap geeft.
Biecht maar op wat je hebt misdreven,
wie weet hoe lang je nog zult leven?
Als jouw hart vrijgevig is,
ontvang je ook zelf vergiffenis.
Wees waakzaam, ga weg van het kwade,
vul al je dagen met goede daden!
(vertaling Marjet de Jong)
Verwerking
Gesprek met de kinderen 1
Om de kinderen het gevoel te geven hoe het is om te zeggen dat je Jezus wilt volgen, kan een gedeelte van het verhaal over de heilige Franciscus van Assisi verteld worden. Hij is een mooi voorbeeld van een radicale keuze.
Vraag of de kinderen weten wie Franciscus was. (Ze kennen misschien wel een Franciscaan vanuit de kerk, of ze hebben van hem gehoord vanwege dierendag). Vertel in elk geval kort dat Franciscus in Italië leefde, in de 12e eeuw, 900 jaar geleden. Franciscus was iemand die rijk was en op een gegeven moment besloot om Jezus te volgen. Daarbij koos hij voor de armoede. Hij dacht dat rijk zijn en Jezus volgen niet samengingen. Vertel daarna hoe die keuze ging en laat de platen die u vindt bij Extra's zien:
Toen Franciscus besloot dat hij zijn leven anders wilde leven dan het rijke leven dat zijn vader voor hem bedacht had, ontstond er een heftige ruzie met zijn vader op de markt.
Plotseling verschenen er lichtjes in de ogen van Franciscus. "Alles wat ik van mijn vader heb, kan hij terugkrijgen", zei hij. "Maar dan ook alles!"
Toen trok hij zijn kleren uit, en overhandigde die aan zijn vader. De menigde sidderde. Daar stond Franciscus, helemaal bloot!
"Van nu af aan", verklaarde hij, "dien ik alleen mijn hemelse Vader. Van nu af aan wil ik alleen nog maar de rijkdom van Gods vriendschap."
Bisschop Guido holde naar Franciscus toe, sloeg zijn prachtige bisschopsmantel om hem heen en haastte zich met hem weg. Vader sprak nooit meer met zijn zoon. Met een blij, licht hart deed Franciscus een afgedragen bruin kleed aan dat van de tuinman van de bisschop was geweest, en knoopte als riem een touw om zijn middel.
(Tekst uit Franciscus van Assisi, Joyze Denham, Elena Temporin, KBS 2007)
Na het lezen van dit fragment kunt u de kinderen vragen of zij onmiddellijk ja zouden zeggen als Jezus hun vroeg mee te gaan? Geef ze de keuze: Wie zou ja zeggen, wie zou er even over willen nadenken? Wie zou misschien zelfs wel nee willen zeggen? Laat de kinderen nog even denken en zeg dat u er later in de kinderwoorddienst op terug zult komen. Ze hoeven nog niet direct hun antwoord te geven.
Vervolg het gesprek met de volgende vragen:
Vraag aan de kinderen of zij voorbeelden van situaties kennen waarbij ze het ene laten varen om het andere te kunnen doen. Of ze wel eens moeten kiezen tussen twee leuke of fijne bezigheden, zoals bijvoorbeeld gaan logeren bij oma of met een vriendje gaan zwemmen. Wanneer de kinderen een paar voorbeelden genoemd hebben kunt u samen tot de conclusie komen dat als je het ene doet je soms het andere (tijdelijk) moet laten. Zo is het ook voor de leerlingen van Jezus.
U kunt de kinderen ook vragen of ze zich kunnen voorstellen dat je dingen ook eens heel anders wil doen dan wat je geleerd is of dan je gewend bent. U kunt hen als voorbeeld een van de volgende situaties noemen: Misschien wil je op een hele andere manier vakantie vieren of misschien zou je op school wel anders willen omgaan met kinderen die gepest worden.
Na het gesprek kunt u de kinderen opnieuw vragen of ze net zo als Franciscus kunnen kiezen om God te volgen en hun eigen vader of moeder op het tweede plan stellen. Vraag ze ook waarom wel of waarom niet? Alle antwoorden zijn goed! Ook wanneer ze het nog niet weten. Twijfelen hoort er bij, zeker bij kinderen, maar vertel dat ook volwassenen het soms lastig vinden om te kiezen.
Sluit het gesprek af met het gebed om bekering van Franciscus. U vindt het bij de gebeden.
Gesprek met de kinderen 2
Speel het filmpje van het nummer: Op een onbewoond eiland van Kinderen voor Kinderen.
Jezus wil dat we alles achterlaten. Maar waarom eigenlijk? De reden kun je ook een beetje in het liedje terug horen. Als je niets hebt, hoef je je ook nergens zorgen over te maken. Dan kun je je volledig focussen op God. Een onbewoond eiland is dan trouwens niet de bedoeling, het idee is dat je leeft van de mensen die jij vertelt over God. Zo was het in de tijd van Jezus, en in onze tijd zou het een beetje zijn als een bedelaar.
Vraag aan de kinderen of ze alles zouden kunnen opgeven voor Jezus. Spreek met elkaar over wat ze wel en niet zouden kunnen opgeven. En waarom wel, of niet.
Speel het filmpje van het nummer: Op een onbewoond eiland van Kinderen voor Kinderen.
Jezus wil dat we alles achterlaten. Maar waarom eigenlijk? De reden kun je ook een beetje in het liedje terug horen. Als je niets hebt, hoef je je ook nergens zorgen over te maken. Dan kun je je volledig focussen op God. Een onbewoond eiland is dan trouwens niet de bedoeling, het idee is dat je leeft van de mensen die jij vertelt over God. Zo was het in de tijd van Jezus, en in onze tijd zou het een beetje zijn als een bedelaar.
Vraag aan de kinderen of ze alles zouden kunnen opgeven voor Jezus. Spreek met elkaar over wat ze wel en niet zouden kunnen opgeven. En waarom wel, of niet.
Extra's
Torens die nooit afgebouwd werden
In de meeste plaatsen steken de kerktorens van het dorp of de stad hoog boven alle andere gebouwen uit. Een hoge kerktoren gaf status, liet zien dat je belangrijk was. Een hoge toren was het zichtbare bewijs dat de mensen in het dorp zich een hoge toren konden veroorloven. Maar er zijn ook torens die er raar en onaf uitzien. Heel bekend zijn de torens van de Notre Dame in Parijs. Maar ook in Nederland zijn zulke torens. In Zierikzee staat de Sint-Lievensmonstertoren, in Oosterhout staat de St. Jan en ook de Ransdorper toren werd nooit afgebouwd vanwege geldgebrek. Kennen de kinderen ook torens die er onafgemaakt uitzien? Hoe komt het dat die toren niet af zijn? Wanneer is dat gebeurd en waarom?
Ga samen met de kinderen op zoek op internet.
Wanneer u geen internet tot uw beschikking heeft tijdens de kinderwoorddienst kunt u een een paar afbeeldingen laten zien, en met de kinderen een gesprek over de deze rare torens voeren.
Franciscus van Assisi
Franciscus van Assisi is een mooi voorbeeld van iemand die echt gekozen heeft. Hij wist, door eerdere ervaringen in zijn leven, waar hij aan begon. En gooide zijn leven radicaal om, door te breken met het rijke koopmansleven dat zijn vader voor hem uitgestippeld had.
Hier vindt u twee afbeeldingen (de rijke en de arme Franciscus) om bij de opening neer te leggen en te gebruiken bij het gesprek met de kinderen.
U vindt hier ook het verhaal van de keuze van Franciscus wat uitgebreider, geschikt voor oudere kinderen.
Het verhaal van Franciscus
Franciscus van Assisi werd in 1182 geboren in Assisi, een plaatsje in de Italiaanse landstreek Umbrië, als zoon van de rijke lakenkoopman Pietro Bernardone. De jongen kreeg de opvoeding die
bij zijn status paste. Het maakte hem tot een zelfverzekerde jongeman, vriendelijk in de omgang, vrolijk, in alle takken van sport de beste, gezien bij de meisjes en vrijgevig met geld. Hij droomde ervan ridder te worden.
Op een dag wandelde Franciscus in de buurt van de kerk van de heilige Damianus. Deze was zo oud dat zij nagenoeg op instorten stond. Hij voelde de innerlijke drang om de kerk binnen te gaan en er wat te bidden. Hij wierp zich voor de afbeelding van de gekruisigde op de grond. Tijdens zijn gebed werd hij overweldigd door een bijzonder rijke, geestelijke troost. Met tranen in de ogen keek hij op naar het kruis van de Heer. Op dat moment hoorde hij met eigen oren een stem vanaf het kruis heel duidelijk tot hem zeggen: “Franciscus, ga mijn huis herstellen! Je ziet toch dat het helemaal aan het vervallen is.”
Franciscus dacht dat het ging om het vervallen kerkje van San Damiano zelf. Dat knapte hij op met het geld dat hij verdiende door de in de kelder opgeslagen stoffen van zijn vader te verkopen. Deze had hem daar geen toestemming voor gegeven.
De vader van Franciscus was woedend en sloot hem op. Maar toen zijn moeder hem vrijgelaten had ging Franciscus gewoon door. Nu sleepte vader zijn zoon voor de rechter; die verwees de zaak door naar de bisschop. Omstuwd door de hele plaatselijke bevolking klaagde de vader zijn zoon aan bij de bisschop en eiste al het geld van zijn zoon terug. Daarop gespte Franciscus voor het oog van alle aanwezigen zijn beurs los en wierp die zijn vader voor de voeten. Vervolgens kleedde hij zich uit tot op het naakte lijf en gooide kledingstuk voor kledingstuk voor zijn vader neer. Toen kwam de bisschop achter de jongeman staan en sloeg zijn mantel om hem heen. Vanaf dat moment was het voor iedereen duidelijk, dat Franciscus voortaan niet meer bij zijn aardse vader hoorde, maar bij zijn Vader in de hemel, en bij de Kerk van diens Zoon, Jezus Christus.
Hij nam zijn intrek in het kloostertje bij de San-Damianokerk. Al gauw begreep hij dat God meer wilde dan de verbouwing van het San Daminianokerkje. Hij moest ook bouwen aan de wereld van God, de vriendschap tussen mensen, en van mensen met God. Hij volgde in alles Jezus na. Hij bedelde zijn voedsel bij elkaar. De eerste keer moest hij kokhalzen toen hij al die restjes en kliekjes zo op elkaar zag liggen. Maar hij wende er gauw aan. Wat hij nog bezat gaf hij weg aan armen en zwervers. Al gauw waren er mannen die zich bij Franciscus aansloten. "
We noemen ons Minderbroeders", zei Franciscus tegen hen. Na twee jaar begon hij in de omtrek te preken. Zijn boodschap was liefde: liefde voor de Schepper, voor mens, dieren, vogels en planten. Hij noemde alle schepselen zijn broeders en zusters, en schreef daarover zijn bekende Zonnelied.
De prullenbak
De prullenbak
Een rugzak vol met spullen, maar wat heb je écht nodig? De kinderen bepalen voor alle spullen in de rugzak of ze ook zonder kunnen. Doe dit met een groepje, of in tweetallen om het overleg en motiveren te stimuleren. Of geef ieder kind een eigen rugzak, en bespreek na.
Nodig:
• Minstens 1 prullenbak
• Minstens 1 rugzak
• Spullen voor in de rugzak zoals: geld/portemonnee, deken, eten, drinken, mobiel, knuffel, speelgoed, kleding, schoenen, pennen, papier, lucifers, wc-papier, haar elastiekjes, sieraden, een foto van familie, enz..
Het leukste is het als je voor iedereen een eigen rugzak en prullenbak hebt, dan kunnen kinderen helemaal zelf de spullen weg gooien die ze niet nodig hebben, maar in tweetallen of gewoon in de groep kan er ook gewerkt worden.
Laat de kinderen de spullen één voor één uit de rugzak halen. De vraag bij elk product is: zou je zonder dit kunnen leven? Zou je het kunnen achterlaten, en elke dag aan andere mensen kunnen vragen of je bij hun mocht slapen, of bij hun mocht eten?
Laat de kinderen dit zelf doen, stuur ze niet.
Vertel aan het einde dat de leerlingen van Jezus alles moesten achterlaten. Het enige dat ze mochten houden was de kleren die ze aan hadden en het geld dat ze kregen. Maar kregen ze geld voor meer dan een paar dagen, dan moesten ze dat aan de armen geven.
Kiep voor een dramatisch effect tot slot alle rugzakken leeg in de prullenbakken die ze voor zich hebben staan. Vertel de kinderen dat Jezus de leerlingen leerde dat je alleen zo Hem echt kon volgen, maar dat het jou zelf ook nog niet gelukt is.
Kleur- en tekenplaat: Torens bouwen
Voor de jongere kinderen kunt u onderstaande afbeelding afdrukken, zodat zij de toren van de kerk er bij kunnen tekenen, en de kerk kunnen kleuren.
Achtergrond
Wijsheid: Weet waar je aan begint
In de eerste lezing uit het boek Wijsheid wordt uitgelegd wat wijsheid is. Wijsheid is in de Bijbel nooit in de eerste plaats intellectuele kennis of theoretisch inzicht. Wijsheid is praktische kennis en levenservaring. Wijsheid is noodzakelijk bij het vervullen van een opdracht.
Wijs is degene die goed handelt. Wijs is ook degene die kijkt en overlegt wat doenlijk is. Je moet weten wat je doet en hoe. Daarbij komt het erop aan jezelf te kennen én tegelijkertijd een groot godsvertrouwen te hebben.
Een dergelijke wijsheid, bestaand uit zelfkennis en godsvertrouwen is nodig om leerling van Jezus te worden.
In het Evangelie van deze zondag wordt daarop voortgeborduurd. Jezus is onderweg naar Jeruzalem – naar zijn lijden en dood – en een grote menigte mensen trekt met Hem mee. Onderweg daagt Hij hen uit goed na te denken over wat ze zullen doen. Jezus vertelt twee korte verhalen om zijn punt duidelijk te maken. Deze twee verhalen horen beide tot het genre van de wijsheid. Op deze manier daagt Jezus de mensen uit tot zelfonderzoek: Weten de mensen die Hem volgen waar ze aan beginnen? Weten ze van zichzelf wat ze aankunnen? De lezingen van deze zondag wijzen erop hoe belangrijk de uitspraak: ‘Weet waar je aan begint’ is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten