Vandaag wil Jezus ons zeggen dat we steeds moeten bidden en het niet op moeten geven. Om het duidelijk te maken vertelt hij een parabel over een weduwe die in een uitzichtloze situatie verkeert. In een conflict met een tegenstander, eiste zij recht bij een rechter. Maar die luistert niet en vindt haar maar lastig. Zij houdt echter vol en bleef bij de rechter komen. Tot slot verschafte hij haar recht, maar eerder om van haar af te zijn, dan om de rechtvaardigheid.
God luistert ook naar onze gebeden om hulp. En als deze vrouw tenslotte toch haar recht krijgt van zo'n onrechtvaardige rechter, dan zal God die rechtvaardig is onze gebeden zéker verhoren. Maar dan moeten we wel blijven bidden!
Door te bidden komen we voor anderen op en vertellen we aan God wat we belangrijk vinden. Door dat vertellen komen we misschien ook wel op ideeën wat we zelf zouden kunnen doen!
We denken deze kinderwoorddienst met de kinderen na over volhouden en volharden in gebed, en over hoe God de gebeden van de mensen verhoort. Wie weet ontdekken de kinderen dat ook zijzélf de handen van God kunnen zijn.
Opening
Ziet u mij wel?
Zet een kaars midden op de tafel en steek hem aan. Vraag de kinderen om te gaan zitten. Samen met u kunnen ze nu, voor de bijbellezing, zich even inleven in de positie van iemand zoals de weduwe waar ze straks over zullen horen.
Stelt u eens de vraag aan de kinderen hoe vaak ze hun vinger hebben moeten opsteken in de les voordat de meester of juf reageerde op hun omhooggestoken hand. Vraag vervolgens waarom ze denken dat de juf of meester niet reageerde.
Misschien komen de kinderen met antwoorden als: de juf moest kiezen uit heel veel handen, ze keek mijn kant niet op, of de meester trekt hem altijd voor. Of: hij vroeg het wel aan mij, maar ik gaf niet het goede antwoord en toen wees hij een andere opgestoken vinger aan. Vraag even door aan de kinderen hoe dat was. Vervelend misschien, en waarom dan?
Sluit het gesprekje af met de opmerking dat de weduwe in het verhaal uit de Bijbel dat de kinderen gaan horen misschien ook wel het gevoel had dat ze steeds haar vinger omhoog stak om de aandacht van de rechter te trekken, maar dat ze steeds overgeslagen werd.
Bidt dan het openingsgebed over God die altijd naar ons luistert als wij tot Hem bidden, en lees het verhaal van de weduwe en de onrechtvaardige rechter.
Bijbel
Navertelling Lucas 18,1-8
De lezing is vandaag uit Lucas 18,1-8. Voor de oudere kinderen is de Bijbel in Gewone Taal of het Evangelieboek voor kinderen goed te begrijpen. Voor kleinere kinderen is er de navertelling.
De vrouw en de rechter
Jezus wilde aan zijn leerlingen laten zien hoe belangrijk het is om te blijven bidden. Hij zegt zelfs dat je dat nooit moet opgeven God om dingen te vragen. Hij zocht een voorbeeld om te laten zien hoe belangrijk het is om vol te houden. Toen vond Hij er één. En Hij vertelde: "In een grote stad woonde een rechter. Een rechter is iemand die moet beslissen wie er gelijk heeft, en die dus eerlijk moet omgaan met de regels. Anders kan hij niet goed weten of iemand gelijk heeft of niet. Deze rechter had geen respect voor God en hij hield ook nooit rekening met de mensen.
In dezelfde stad woonde ook een weduwe. Haar man was overleden, en nu was er niemand die voor haar kon zorgen. Daarom moest ze geholpen worden. Ze ging naar de rechter omdat hij ervoor kon zorgen dat ze goede hulp zou krijgen. Maar dat deed hij niet; hij deed net of hij de vrouw niet hoorde. De vrouw gaf niet op en kwam steeds weer bij hem terug. Dan vroeg ze het opnieuw, en nog eens, en nog een keer. En de rechter...? Die vond haar maar lastig omdat ze steeds terugkwam.
Nadat ze voor de twintigste keer naar hem toe was gegaan, besloot hij eindelijk te doen waar ze recht op had. Hij wilde van haar gezeur af zijn, en deed wat ze vroeg. Zo kreeg ze eindelijk hulp."
Jezus kijkt rond. Begrijpen de leerlingen zijn voorbeeld? Dan sluit Hij zijn verhaal af met de opmerking: "Kijk, als zelfs een oneerlijke rechter gaat doen wat je hem vraagt als je het steeds opnieuw vraagt, dan zal God toch zéker iets doen met het gebed dat de mensen elke dag tot hem bidden? God geeft altijd antwoord. Misschien is het antwoord soms wel eens anders dan je gedacht had. Blijf daarom geloven en loop niet van God weg."
Gebed
Gebed om vol te houden
Goede God,
We vertrouwen erop dat U naar ons luistert
en ons steeds wilt helpen,
Daarom bidden wij:
help ons door te gaan met het goede in mensen te zien
zelfs wanneer één van hen ons niet goed behandelt.
Help ons om te blijven geloven in mensen,
dat er altijd mensen zijn
die anderen blijven helpen en steunen.
We bidden ook voor wie de moed opgeeft,
en om steun voor families en vrienden die verdrietig zijn
om een ziek familielid.
God, geef ons geduld om rustig af te wachten
wat U zult antwoorden op onze vragen.
Al begrijpen wij uw antwoorden niet altijd,
help ons te vertrouwen
op uw liefde en zorg voor ons.
Amen
Verwerking
Gesprek met de kinderen
De weduwe uit het bijbelverhaal voelde zich niet gezien of gehoord door de rechter.
Via het gesprekje dat u met de kinderen voerde voordat u de bijbellezing voorlas, kunnen de kinderen gemerkt hebben dat zij dat gevoel ook kennen. Vraag aan de kinderen hoe het verhaal afgelopen is voor de weduwe. (de weduwe vindt uiteindelijk wel gehoor bij de rechter)
Hebben zij dat zelf ook gemerkt toen ze de aandacht van de juf of meester wilden trekken, dat ze opeens wel opgemerkt werden? Hadden ze dat wel verwacht? Waarom? (Juf let altijd goed op, meester geeft bijna iedereen een beurt bijvoorbeeld) Vertel de kinderen dat dit vertrouwen heet.
Maak de overgang naar het God ergens om vragen. We noemen dat bidden. Informeer kort of de kinderen wel eens bidden. Is dat dan voor henzelf, of bidden ze ook voor anderen?
Laat de kinderen nu aan elkaar vertellen waar ze goed in zijn: bv. in tekenen of voorlezen, of sporten. En vertel ze aansluitend dat God mensen vaak vraagt om met hun goede eigenschappen of vaardigheden anderen te helpen. Als je in het gebed God om iets vraagt voor een ander, zal Hij je vraag misschien niet zomaar vervullen, maar juist jóu vragen om met de gaven die jij hebt te ontdekken hoe je anderen kunt helpen.
Stimuleert u de kinderen voorbeelden te geven van hoe zij dat wat ze goed kunnen in kunnen zetten voor anderen. Als je mooi kunt tekenen kun je met je tekening iemand opvrolijken, bijvoorbeeld.
Aan het eind van het gesprek gaat u nog even terug naar het onderwerp bidden. Vertel de kinderen dat ze God vooral moeten blijven bidden om de goede afloop van iets. Maar dat het daarbij niet hoeft te blijven: zelf kunnen ze meewerken aan het laten uitkomen van het gebed door hun gaven (dat wat ze goed kunnen) in te zetten. Zo zorgen ze ook dat gebeden verhoord worden.
Sluit het gesprek af met een kleurplaat voor de kleintjes of een stripverhaal voor de wat oudere kinderen. U vindt deze bij de Extra's.
Kleurplaten: De weduwe en de onrechtvaardige rechter
Op de kleurplaat zien de kinderen de rechter en de weduwe. Laat de kinderen naar de houding van de personen kijken. Wat doet de rechter? (hij wijst af) Wat doet de weduwe? (zij dringt aan, houdt vol)
een moeilijke vraag: Waarom ziet de rechter er lachend uit? (hij lacht omdat hij niet ziet of wil zien hoe moeilijk de weduwe het heeft; haar verdriet interesseert hem niet!)
Er is ook nog een wat moeilijkere kleurplaat voor wat oudere kinderen.
Stripverhaal bij Lucas 18,1-8
In dit stipverhaal lijken alle plaatjes op elkaar. Toch gebeurt er iets...
Druk voor alle kinderen de strip op een A-4tje af. Laat de kinderen bij elke afbeelding tekst bedenken, en die in tekstballonnen toevoegen, zodat het verhaal tot leven komt. Laat de kinderen verschil maken tussen wat gezegd en wat gedacht wordt. (tekst-ballonnetjes en tekst-wolkjes).
Laat de kinderen na afloop hun verhaal aan de hand van de plaatjes aan elkaar vertellen.
Spelletje: hoe lang houd je het vol?
De weduwe bleef net zo lang volhouden tot ze gehoord werd. U kunt met de kinderen een volhoud-spelletjes doen.
Dit spelletje laat zien hoe knap het is en ook hoe moeilijk om vol te houden. Maar als je volgehouden hebt voel je je heel trots.
U kunt de kinderen vragen of ze met z’n tweeën elkaar een hand willen geven en dan allebei op een been willen gaan staan.
Dan stelt u een aantal vragen aan de kinderen. Bijvoorbeeld: 'Wat is een weduwe?' 'Wat doet een rechter?' 'Wat is bidden?' Bedenk zelf nog meer vragen. Wie een vraag goed heeft beantwoord, mag 5 seconden proberen de ander om te duwen.
Als diegene blijft staan, dan is de volgende vraag voor de ander.
Hoe lang houden de kinderen het vol om op één been te staan?
Wie zijn tweede voet aan de grond zet is af!
Verhaal over de hulp van God
Ik wacht op redding
Er is een enorme overstroming in het dorp. Het water stroomt door de straten en komt steeds hoger te staan. Een man is zo slim om op het dak van zijn huis te vluchten. Al snel komt er een vlot aan en de man op het vlot roept: "Meneer, kom met me mee, het is hier levensgevaarlijk!" Maar de man roept: "Nee, want ik vertrouw op God, God zal me redden!" De man op het vlot haalt zijn schouders op en vaart verder.
Even later wordt het de man nat onder de voeten, zó hoog is het water al. Het water stijgt snel als er een boot langskomt. De bestuurder van de boot roept: "Meneer, klim in de boot, u verdrinkt nog!" "Nee", zegt de man "de Heer zal me redden!" De bestuurder kan hem niet overtuigen en vaart dan maar door.
Het water staat de man nu tot aan zijn lippen. Een helikopter vliegt uit en hangt recht boven hem. Er wordt een touw uitgeworpen. De piloot roept naar beneden: "Meneer, we verzoeken u onmiddellijk omhoog te klimmen, want u gaat het anders niet redden hier! Dit is niet verantwoord!" Maar het antwoord van de man blijft hetzelfde: "Beste piloot, ik blijf hier, want God zal me redden!"
Uiteindelijk verdrinkt de man tóch en komt hij in de hemel voor God te staan. Verontwaardigt zegt hij: "Mijn Heer, ik heb al die tijd op U vertrouwd en om U geroepen! Waar was U? Waarom redde U mij niet?" God zucht daarop eens diep en antwoordt net zo verontwaardigt: "Beste man, Ik stuurde een vlot, een boot en zelfs een helikopter op u af..."
Achtergrond
De rechter en God
Deze en de komende zondag de 30ste van het jaar C zijn beiden uit hoofdstuk 18 van Lucas en gaan beide over bidden. Volgende week gaat het meer over de manier waarop je bidt, deze week is het meer een aansporing om vol te houden met het gebed.
In de vijf boeken van Mozes zijn de weduwe, de wees en de vreemdeling de toetssteen of er recht gedaan wordt en of een koning al dan niet rechtvaardig regeert. Zo staat er in Deuteronomium 10,8: “Hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding.” En in Deuteronomium 24,20: “Wanneer u bij de olijvenoogst tegen de takken slaat, mag u achteraf niet nagaan of u wel alles hebt. De rest is voor de weduwen, wezen en vreemdelingen.”
De toehoorders van Jezus moeten hun oren gespitst hebben, toen zij hoorden over een weduwe en een rechter. Zij wisten dat het dan over het hart van de Thora zou gaan: ‘heb je naasten lief als jezelf’.
Jezus vertelt de parabel van de weduwe en de onrechtvaardige rechter in de verzen 2-8a, waarbij we nog een onderscheid kunnen maken tussen de parabel zelf (verzen 2-5) en de uitleg van Jezus (‘de Heer’, verzen 6-8a). De nadruk ligt op de rechter. Het bezoek van de weduwe dient slechts om het onrechtvaardige gedrag van de rechter te illustreren. Hij is helemaal niet begaan met het lot van weduwen en wezen.
Hoe anders is God! Die zal eindeloos recht verschaffen aan allen, en in het bijzonder aan wie onrecht is aangedaan. De oorspronkelijke betekenis van deze parabel ligt in het contrast tussen de rechter en God.
wordt de aandacht verlegd naar het aandringen van de weduwe. De vraag hoe wij omgaan met ‘de weduwe, wees en vreemdeling’ is nog steeds een toetssteen voor het al dan niet rechtvaardig zijn van de samenleving. In feite zegt het verhaal: als de onrechtvaardige rechter al luistert naar de herhaaldelijk aandringende weduwe, hoeveel temeer zal God dan recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen!
Zo wordt de parabel een aansporing om goed te doen voor de naaste en zonder ophouden te bidden. Het slotvers 8b versterkt die aansporing nog: “Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?” Zullen er mensen zijn die steeds maar weer God betrekken bij hun leven?
N.B.: lees vooral ook eens de eerste lezing uit Ecclesiasticus, van de komende zondag: "Het gebed van de arme dringt door de wolken heen, zolang het zijn doel niet bereikt, rust het niet; het laat niet af, totdat de Allerhoogste zich erbarmt, en de Rechtvaardige oordeel velt en recht verschaft."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten