donderdag 24 juni 2021

Wees niet bang, maar blijf geloven!

 

dochter jairus2Jezus heeft de gave om mensen beter te maken. Tegelijkertijd vraagt Hij van de mensen die ernstig ziek zijn en zelfs de dood in de ogen zien, niet bang te zijn maar te blijven geloven.
Dat is geen gemakkelijke opgave. Want juist in perioden van onheil is het menselijk om je af te vragen waarom jou dit overkomt. Juist dan vragen mensen zich vaak af ‘waar is God?’. Jezus laat zien dat God er is, als je vertrouwt en gelooft. In de verhalen van de vrouw die al twaalf jaar bloedt, en het meisje dat gestorven lijkt, is er genezing. Maar Jezus zegt: "Je geloof heeft je gered!"

Met de kinderen spreken we deze keer over ziek zijn, en niet beter worden. Over troost die je elkaar kunt geven. Maar ook over de troost die God geeft, wanneer Hij mensen kracht geeft om te kunnen dragen wat ze moeten dragen. Troost is te vinden in het gedichtje van Marjet de Jong: 
Wees niet bang. God heeft gezegd: ‘Wie valt in mij, komt goed terecht.’

Vragen om kracht

De liturgische kleur is groen. Leg daarom een groen doek op de grond of een tafel en zet er een kaars op. Vraag de kinderen in een kring te gaan zitten.

bidden lichtjeVertel dat we in de kerk vaak een kaarsje aan te steken voor mensen die ziek zijn of die zijn overleden, om om troost of kracht te vragen. Ook het verhaal van vandaag gaat hier over. Mensen zoeken hulp en kracht.
Dat kunnen we elkaar geven door een kaarsje aan te steken en voor iemand te bidden.

Vraag of de kinderen iemand kennen waarvoor ze de kaars aan zouden willen steken. Wordt daarna samen stil en steek de kaars aan. Maak het kruisteken en bid het openingsgebed.


Navertelling Marcus 5,21-43

De evangelielezing van vandaag is Marcus 5,21-43. In deze evangelielezing worden twee verhalen over de genezende kracht van Jezus met elkaar verweven. Het verhaal van de genezing van de vrouw die al twaalf jaar last heeft van bloedverlies en het verhaal van het dochtertje van Jaïrus die ernstig ziek is en sterft voordat Jezus het huis is binnengegaan. Jezus zegt dat het kind niet gestorven is maar slaapt en doet haar weer tot leven komen en opstaan.

Beide verhalen in één lezing is voor (jonge) kinderen wellicht te veel om te bevatten. Wij bieden u daarom vandaag drie navertellingen aan.
U kunt een keuze maken uit één van de navertellingen of de navertelling kiezen die beide verhalen combineert in verkorte versie.
Oudere kinderen die de Bijbel in Gewone Taal goed begrijpen kunnen wellicht ook dit complete evangeliegedeelte lezen uit deze Bijbel.

Het dochtertje van Jaïrus

Overal waar Jezus heen ging, kwamen veel mensen op Hem af die Hem wilde zien en horen spreken.
Die dag was Jezus met zijn leerlingen op het meer geweest en ze wilden net de boot aanleggen aan de oever toen er een man kwam aanrennen.
dochter jairus vaderDe man heette Jaïrus en hij was helemaal in paniek. Toen hij Jezus zag, knielde hij voor Hem neer. Hij sprak en huilde tegelijk: ”Mijn dochtertje is heel erg ziek, ze kan elk moment dood gaan. Kom toch met mij mee om uw handen op haar hoofd te leggen zodat ze beter kan worden.” Jezus zag het verdriet van de man en ging met hem mee naar huis. Maar het was erg druk op straat en ze kwamen te laat!
Toen ze bij het huis van Jaïrus gekomen waren, kwam iemand naar ze toe die vertelde dat zijn dochtertje net was gestorven. Jezus hoorde wat er gezegd werd. Ze gingen naar de kamer waar het meisje lag. Jezus zei tegen de vader: ”Jaïrus, blijf geloven! Je dochter is niet dood, maar ze slaapt.” Jezus pakte de hand van het meisje en zei dat ze wakker moest worden. Ze deed haar ogen open en lachte naar Jezus en haar vader en moeder die ook in de kamer waren.
Ze stapte uit haar bed, liep rond en begon te spelen. Iedereen was verbaasd. De vader en moeder waren zo blij dat ze het aan iedereen wilden vertellen. Maar Jezus zei dat Hij dat niet wilde. “Niemand hoeft dit te weten”, zei Jezus tegen de ouders van het meisje.


De vrouw die heel lang ziek was

Het was heel druk in de stad. Jezus probeerde door de drukte heen te komen.
Plotseling voelde Jezus dat iemand aan zijn kleren trok. Hij stopte met lopen en keek om Zich heen. Petrus die ook bij Hem was riep een beetje boos: “Kom Jezus, we moeten doorlopen.” Maar Jezus zei: ”Nee, Petrus! Ik voel dat iemand Mij nodig heeft. Iemand die heel erg ziek is maar die door Mij aan te raken nu genezen is. Ik voelde een sterke kracht uit Mij weggaan. Wie heeft Mij aangeraakt?”
Jezus keek rond en zag een vrouw die een rode kleur kreeg van schaamte. Ze knielde voor Hem en zei: ”Ik was het, Heer. Ik ben zo lang ziek geweest. Geen dokter kon mij helpen. Ik verlies al twaalf jaar heel veel bloed en het stopt niet. Ik ben altijd moe en durf niet goed mijn huis te verlaten. Ik wilde U aanraken om beter te worden. Ik geloofde dat U mij zou helpen. En ik voel nu dat het bloeden gestopt is. Ik ben zo blij, want ik zal beter worden.”
Jezus zei tegen de vrouw: ”Uw vertrouwen is groot, God heeft u beter gemaakt. Ga naar huis, wees gelukkig en dank God voor dit wonder.”

Dit is het Woord van God
Kinderen: Wij danken God

Jezus maakt mensen beter

Jezus had haast. Hij liep met een man mee wiens dochtertje ernstig ziek was. De man heette Jaïrus en had Hem gevraagd of Hij het meisje beter kon maken. Het was zo druk dat ze niet goed tussen al die mensen door konden lopen. Het schoot maar niet op.
Plotseling voelde Jezus dat iemand aan zijn kleren trok. Hij stopte met lopen en keek om zich heen. Petrus die ook bij Hem was riep een beetje boos: “Kom Jezus, we moeten doorlopen, we hebben geen tijd te verliezen.” Maar Jezus zei: ”Nee, Petrus! Ik voel dat iemand Mij nodig heeft die heel erg ziek is maar die door Mij aan te raken nu genezen is. Ik voelde een sterke kracht uit Mij weggaan. Wie heeft Mij aangeraakt?”
Jezus keek rond en zag een vrouw die een rode kleur kreeg van schaamte. Ze knielde voor Hem en zei: ”Ik was het, Heer. Ik ben zo lang ziek geweest. Geen dokter kan mij helpen. Ik verlies al twaalf jaar heel veel bloed en het stopt niet. Ik wilde U aanraken om beter te worden. Ik geloofde dat U mij zou helpen. En ik voel nu dat het bloeden gestopt is. Ik ben zo blij, want ik zal beter worden.” Jezus zei tegen de vrouw: ”Uw vertrouwen is groot, God heeft u beter gemaakt. Ga nu maar gauw naar huis.”
dochter jairus3Toen ze bij het huis van Jaïrus aankwamen, liep er net iemand naar buiten. "Jullie zijn te laat, het meisje is gestorven." De vader begon te huilen, maar Jezus zei: ”Geloof Me maar, uw dochtertje is niet dood, ze slaapt.” In het huis van de man, pakte Jezus de hand van het meisje. Zachtjes zei Hij: "Meisje, sta op." Ze deed haar ogen open en sprong uit haar bed. Ze leefde en was helemaal gezond.
Ze zei: ”Ik heb honger!”
Iedereen begon te lachen van blijdschap en verbazing.


Gebed om kracht

Lieve God,
wij vragen U zo vaak
of U iemand beter wil maken die ziek is,
of of U iemand niet dood wilt laten gaan.
We zijn bang om mensen van wie we houden te moeten missen.
Wij zijn bang dat mensen te veel pijn hebben.
We zijn bang voor het verdriet.

Maar ziek zijn en dood gaan
horen bij ons leven.
Daar kunnen we niets aan doen.
Maar we kunnen mensen wel helpen
door om kracht te vragen.
Dan is genezen niet altijd beter worden,
maar wel je beter voelen.
Dan is de dood wel verdrietig
maar niet het einde.

En dat is best moeilijk God!
Daarom mogen we U altijd om hulp vragen
en om kracht bidden.
U luistert altijd.
Help ons te vertrouwen.
Help ons te weten dat we niet bang hoeven te zijn,
als we maar blijven geloven.

Amen

Gesprek met de kinderen

Tot een bepaalde leeftijd nemen de kinderen de genezingsverhalen vrij letterlijk en kan nog alles gewoon zomaar gebeuren zonder dat de waarom vraag gesteld wordt. Kabouters en Sinterklaas bestaan immers echt, tot op de leeftijd van 6 of 7 het ‘ongeloof’ begint door te dringen. De kans is groot dat u dus geconfronteerd gaat worden met vragen of dit wel kan.
In de evangelielezing wordt een vrouw genezen van haar bloedverlies en een meisje wakker gemaakt terwijl ze dood was. 
Als je dit letterlijk leest dan kan je dus worden aangeraakt door Jezus en je bent niet meer ziek, zoals de vrouw. Of je bent zo diep in slaap dat je eigenlijk al dood bent en Jezus kan je wakker maken. Dit kan aanleiding zijn tot vragen van de kinderen over hoe dat kan en vragen als “Waarom ging Oma dan wel dood? of waarom heeft mama kanker en maakt God haar niet beter?”
De vragen hieronder helpen u op weg om het gesprek aan te gaan.

Lees het Evangelie of één van de navertellingen en start met vragen te stellen hoe het evangelieverhaal bij de kinderen binnenkomt:

-  Wat gebeurde er in het verhaal?
-  Wat vind je bijzonder aan het verhaal?
-  Wat vind je raar?
-  Wat vind je leuk?
-  Wat begrijp je niet?
-  Waar wordt je boos van? Of bang? Of blij? 
-  Merk je iets van God in het verhaal? 
-  Wat leer je van het verhaal? 

TIP: U kunt deze vragen op kaartjes zetten en dan als praatkaartjes aan de kinderen voorleggen. Vertel de kinderen dat u vragen heeft over het verhaal die u aan ze gaat stellen. Laat ze reageren op de vragen. Zorg dat alle kinderen goed aan bod komen. Zo kunt u peilen hoe dit verhaal bij de kinderen overkomt en wat zij zich erbij afvragen.

Stel daarna de vraag:
- Heb jij ook wel eens meegemaakt dat iemand heel erg ziek was of zelfs dood ging?
Vraag door: Hoe zijn ze daar mee om gegaan? Gingen ze bidden en God vragen of iemand beter kon worden? Hielp dat? Hielp dat henzelf of hielp het ook diegene die ziek was?

bidden voor ziekenVertel de kinderen dat God onze gebeden en vragen vaak op en andere manier verhoort dan wij verwachten. Hij maakt iemand niet direct beter en mensen gaan dood ook al vraag je Hem dat niet te laten gebeuren. Maar als je iemand die ziek is of rouwt vertelt dat je aan God kracht vraagt voor hem of haar, dan helpt hen dat ook weer. De zieke krijgt kracht daardoor.
De zieke mensen zelf kunnen ook kracht vragen aan God. Hun angsten en verdriet aan God vertellen. Dat helpt hen om rustig te worden, en het aan te kunnen. Zo geneest God ook, op deze manier. Maar God heeft onze handen, voeten, woorden en ons geloof daarbij nodig.

U kunt dit gesprek afsluiten met het kindergedicht 'Durf te vallen'
Zie verder bij Extra’s hoe u dit gedichtje kunt gebruiken bij de creatieve verwerking.

Gedichtje: Durf te vallen

Dit gedichtje van Marjet de Jong is afkomstig uit het boekje Pluk het jaar! Kindergedichten voor alle seizoenen.  Adveniat, Baarn, 2018, blz. 71.
U vindt het bij de knop Pdurf te vallenroducten op deze site.

Durf te vallen

Stel je voor dat alle bomen
tot nieuw inzicht zouden komen,
dat ze zeiden met zijn allen:
‘Wij laten geen blad meer vallen!’

Stel je voor dat alle vruchten
aan de boom hingen te zuchten,
zo van: ‘Hou je vast, heel strak!
We blijven hangen aan de tak!’

En de korrels in de aren,
stel dat ze heel koppig waren:
‘Nee, niet rijp worden dit jaar!
We blijven eeuwig bij elkaar!’

De natuur zou langzaam sterven
en van lieverlee bederven.
Zo bekeken is het goed
dat wat leeft, eens vallen moet.

Ook de mensen gaan ooit dood,
terug weer naar de hemelschoot.
Wees niet bang. God heeft gezegd:
‘Wie valt in mij, komt goed terecht.’

 

Extra's

Knutselen: Gedicht van troost

Troost kaart maken

Benodigdheden

  • Uitdraai van het gedicht ‘Durf te vallen’ voor elk kind (bijvoorbeeld op gekleurd papier)troostkaart
  • Wit papier
  • Tekenmaterialen naar keuze
  • Scharen
  • Lijmstiften

Geef de kinderen een uitdraai van het gedicht ‘Durf te vallen’ en laat ze dit mooi uitknippen. (vierkant, rond enzovoort).

Vraag de kinderen welke tekening zij zouden willen maken die past bij dit gedicht als zij de illustrator zouden zijn van dit gedichtje. (Leg uit dat een illustrator iemand is die tekeningen maakt bij verhaaltjes in een boek.)
U kunt er voor kiezen de illustratie van Marcel Jurriëns uit het boek te tonen, deze staat naast de tekst bij de Extra's. 

'Durf te vallen' is een gedichtje dat troost kan geven. 
Vraag aan de kinderen of zij iemand kennen die troost kan gebruiken (bijvoorbeeld diegene die ook genoemd is bij het aansteken van de kaars bij de opening). 
Laat ze het gedicht met hun eigen illustratie dan mooi oprollen met een strikje er omheen en aan die persoon geven. 

Liedje: Kleine dochter van Jaïrus

Een liedje over het verhaal van het dochtertje van Jaïrus. Om samen te zingen.

 

 

2 18

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Geschreven door Hanna Lam, met muziek van Wim ter Burg. Verzamelbundel Alles Wordt Nieuw, II nr 18, Uitgeverij G.F. Callenbach bv, Nijkerk, 1983 

Kleine dochter van Jaïrus
Ben je van het spelen moe?
Kleine dochter van Jaïrus
zijn voorgoed je ogen toe?
Hoor, je vader roept een man,
die je wakker maken kan.

Kleine dochter van Jaïrus,
Jezus staat al voor de poort.
Kleine dochter van Jaïrus:
Jezus heeft het laatste woord.
Hoor…, Hij roept je bij je naam!
Het is tijd om op te staan!

Tikspelletjes

Jezus voelt in de drukte van alle mensen waar Hij door heen loopt dat iemand Hem onverwacht aanraakt. Drie voorbeelden van tikspelletjes waar ook het onverwacht aanraken centraal staat.

Wasknijpertje
nodig: wasknijperswasknijpers

Geef ieder kind drie wasknijpers en geef een startsein. De kinderen lopen in het rond en moeten proberen hun wasknijpers aan de kleding van een ander kind te hangen. Zodra je stop zegt tellen alle kinderen de wasknijpers (in de handen en op de kleding). Het kind met de minste wasknijpers heeft gewonnen. 


Blind tikkertje

De spelers starten geblinddoekt op 1 meter van elkaar. De leider geeft bevelen: 1 stap naar rechts, springen, 1 stap opzij, enz. Twee spelers die elkaar raken vallen af en moeten gaan zitten. Wie als laatste overblijft heeft gewonnen.


Omkijkertje

Eén kind staat met zijn gezicht naar een muur, de andere kinderen staan een paar meter verder op een rij, achter een lijn. De groep kinderen moet proberen het kind dat bij de muur staat te tikken, maar deze mag onverwachts omkijken. Als er een kind dan nog loopt moet hij terug naar de lijn en opnieuw beginnen.

Kleurplaat: Kleine dochter van Jaïrus

 Een kleurplaat voor wat oudere en een voor wat jongere kinderen.

 

kleurplaat dochtertje van jaïruskleurplaat jongere dochtertje van jairus

Achtergrond

Genezingsverhalen

 Ziekte kan een mens onvrij maken. Jezus is gekomen om een mens weer in zijn of haar kracht te laten staan.

Genezing van de bloedvloeiende vrouw

bloedvloeiende vrouwEen vrouw die al twaalf jaar letterlijk en figuurlijk leef bloedt. Ze verliest niet alleen haar bloed, haar levenskracht, maar waarschijnlijk ook nog eens al haar geld aan geneesheren die haar niet kunnen helpen. Intuïtief weet de vrouw dat Jezus haar zal kunnen redden van haar ziekte. Als ze Hem maar zal kunnen aanraken zal ze genezen zijn. Maar dit moet in het verborgene: niemand mag weten dt zij, een onreine vrouw zomaar een man aanraakt. Met deze handeling zal ze Jezus ook onrein maken, zo zegt haar geloof haar. De vrouw geneest, maar ze kan niet lang in het verborgene blijven. Jezus heeft haar opgemerkt.
aan Hem durft ze de hele waarheid te vertellen. Wanneer ze ook dit durft, kan Jezus zeggen: "Vrouw, uw geloof heeft u genezen. Ga in vrede en wees van uw kwaal verlost." Het doodbloeden is gestopt, dankzij haar vertrouwen in Jezus heeft deze vrouw ook haar vertrouwen in zichzelf teruggevonden. 

Kleding

Jezus wordt aan zijn kleren getrokken door de vrouw die al twaalf jaar bloedt.
De kleding in die tijd was voor mannen, vrouwen en kinderen min of meer hetzelfde.
Ze droegen een onderkleed of tuniek, een bovenkleed of mantel. Beide konden met een gordel worden gedragen. Hoofdbedekking was voor de vrouwen verplicht net zoals lange mouwen. Mannen konden kiezen om wel of niet hoofdbedekking te dragen.
De kleding was gemaakt van wol of linnen. In het (wet)boek Deuteronomium 22,11 staat dat wol en linnen niet in één kledingstuk verweven mogen zijn.

Het dochtertje van Jaïrus

Een genezingsverhaal van een twaalf jarig meisje. Het verhaal omvat het verhaal van de vrouw, die Jezus onderweg in de mensenmassa tegenkomt. Door dit intermezzo lijkt Jezus te laat te komen. Jaïrus, de vader van het meisje zoekt Jezus, omdat hij er op vertrouwt dat deze zijn dochter kan genezen. Hij vraagt dochtertje van jaïrusJezus zijn dochtertje de handen op te leggen en zo het kind te genezen. Jezus verrast iedereen door voor dit ten dode opgeschreven meisje ruim de tijd te nemen. Van Jaïrus wordt gevraagd dat hij blijft geloven dat zijn dochter op eigen benen kan staan. Jezus legt tenslotte niet de handen op maar pakt de hand van het meisje en zegt ‘Talita koem’ wat betekent: ’meisje, sta op!’

Handoplegging

Handoplegging is een symbolisch gebaar waar verschillende betekenissen aangegeven kunnen worden.
In het Oude Testament zien we vaak dat een hoger geplaatst persoon de handen oplegt aan een lager geplaatst persoon of dier. Er wordt een bepaalde macht en invloed overgedragen. Ook nakomelingen worden gezegend door handoplegging, bijvoorbeeld bij de handoplegging door Jacob bij Efraïm en Manasse (Genesis 48;8-22)
In het Nieuwe Testament wordt de handoplegging gezien wanneer mensen worden aangewezen voor een speciale taak. Bijvoorbeeld in Handelingen 13,2 waar door handoplegging Barnabas en Saulus de taak krijgen het Evangelie te gaan verspreiden.
Een magische betekenis krijgt de handoplegging in de verhalen waarbij genezing gevraagd of gegeven wordt.
Ook bij de doop heeft de handoplegging deze magische betekenis. Met de oplegging van de handen wordt de heilige Geest ontvangen.

Betekenis van de naam Jaïrus

De naam Jaïrus betekent: Hij is verlicht.
De Griekse versie van de Hebreeuwse naam is: Jaïr.
Jaïrus is de leider van de synagoge in Kafarnaüm.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten