Soms moet je iets doen, en heb je geen idee of het goed zal gaan. Dan wil je goed voorbereid zijn en zorgen dat je alles wat je nodig hebt, bij je hebt. Maar eigenlijk is er maar één ding echt nodig, en dat is vertrouwen!
Jezus stuurt 72 leerlingen op pad om de Blijde Boodschap van God aan de mensen te vertellen. Ze mogen twee aan twee, maar... ze mogen niets meenemen. Het enige wat van ze gevraagd wordt is vertrouwen op God. Dan komt het zeker goed.
Deze kinderwoorddienst, zo vlak voor de vakantie, denken we met de kinderen na over op reis gaan. Is het belangrijk om een computerspelletje mee te nemen, of zijn er belangrijker zaken om de rugzakken mee te vullen?
Opening
Alles in je rugzak
Voor in de kerk staat een rugzak. Vraag de voorganger een inleidend praatje met de kinderen te houden. Daarbij verwijst hij naar de rugzak, waar maar weinig in kan. Is dat wel genoeg om mee op reis te gaan? De voorganger noemt de woorden ‘vertrouwen’ en ‘op weg gaan’.
Dan gaan de kinderen met de rugzak naar de kinderwoorddienstruimte. Daar wordt een kaars, samen met de rugzak in het midden gezet. Na het aansteken van de kaars en een kort openingsgebed worden een paar vragen gesteld om te zien wat de kinderen hebben meegekregen van de voorganger. Waarom een rugzak? Wat is vertrouwen eigenlijk? Na dit gesprekje wordt het evangelieverhaal voorgelezen.
Bijbel
Navertelling Lucas 10,1-9+17-20
De evangelielezing die vandaag gebruikt wordt is Lucas 10,1-9. Voor de jongste kinderen kan de navertelling gebruikt worden, voor wat oudere kinderen is de vertaling uit b.v. de Bijbel in Gewone Taal ook heel goed te begrijpen.
Op reis gestuurd
Het was aan het eind van de middag. De zon was bezig onder te gaan; een rode gloed spreidde zich over de velden. Nadat Jezus besloten had naar Jeruzalem te gaan, hadden Hij en zijn leerlingen de hele dag gelopen. Nu waren ze op een plek waar ze die nacht zouden blijven. Jezus was op een steen gaan zitten. Hij piekerde. Natuurlijk wist Hij wat in Jeruzalem zou gebeuren, maar Hij wilde daar nog niet aan denken. Er moest nog zoveel gebeuren!
Daarom riep Jezus zijn twaalf vrienden en stuurde ze op pad.
Hij zei: “Ga de mensen vertellen over het Koninkrijk van mijn Vader, van God. En maak de zieken gezond”. En Hij vertelde wat ze op hun reis mee mochten nemen. Dat was niet veel: geen stok, geen reistas, geen brood, geen geld en geen extra kleren. Ze moesten op God vertrouwen. Die zou voor hen zorgen. “Ga maar gewoon en alles zal je gegeven worden”, zei Jezus. En zo waren de leerlingen vertrokken.
Toch ging het Jezus niet snel genoeg. Hij wilde nog zoveel mogelijk mensen vertellen over het Koninkrijk van zijn Vader. Over God die zijn Liefde aan de mensen wilde geven. Maar er waren te weinig mensen om dat te doen. Jezus stond op van de steen. Hij wist wat Hij ging doen.
De volgende dag liet Hij nog eens 72 mensen bij Hem komen die in Hem geloofden. Ook tegen hen zei Hij dat ze op reis moesten gaan. Ze gingen twee aan twee, maar ook zij mochten niets mee nemen: “Neem geen geld mee, geen reistas en geen schoenen, en groet onderweg niemand”. Ze moesten de mensen vertellen van het Koninkrijk van God en ook aan hen gaf Hij de kracht om zieken te genezen. Zo vertokken ook de 72.
Toen ze terug kwamen waren ze heel erg blij. Mensen hadden heel goed geluisterd. Zieken waren écht genezen! Ze waren trots op zichzelf. Maar dat wilde Jezus niet. Hij zei: “Wees niet blij omdat júllie mensen genezen hebben, wees blij omdat God dit heeft gedaan. Híj heeft jullie die kracht gegeven. Híj is het die dit doet”.
Door te vertrouwen op God, konden zij doen wat Jezus deed: zieke mensen gezond maken, mensen die arm zijn helpen, en zo deze wereld een beetje mooier te maken. Dát moesten ze laten zien en vertellen.
Zo kwam de Blijde Boodschap van Jezus op steeds meer plekken! Steeds meer mensen gingen zo in Hem geloven.
Gebed
Openings- en slotgebed
Openingsgebed:
Goede God,
hier zitten wij weer bij elkaar in een kring.
Uit de kerk kregen wij een rugzak mee.
Hier staat hij nu...
Met een rugzak gaan wij op reis, op weg door het leven.
We nemen niet alleen een tandenborstel mee, en schone kleren
en iets om mee te spelen,
maar ook vertrouwen in de mensen die we gaan ontmoeten,
en eerlijkheid, en liefde.
Wij vragen U, God, wilt U met ons meegaan?
Daarvoor bidden wij,
daarvoor luisteren wij deze morgen naar de verhalen
over Jezus en zijn leerlingen.
Dank U, God.
Amen
Slotgebed:
Goede God,
dank U wel, dat wij vandaag weer samen waren.
Wij vragen U:
ga met ons mee op onze reis door het leven.
Leer ons op U te vertrouwen.
Dan durven we het aan
om alle bagage thuis te laten
en zomaar op weg te gaan.
Amen
Verwerking
Gesprek met de kinderen
Ga met elkaar om de rugzak zitten of zet de rugzak op tafel.
De vakantie komt in zicht. Sommige kinderen gaan weg, en zullen vast al nagedacht hebben over wat er echt mee moet.
Stel de vraag: Als je op vakantie gaat of je gaat ergens logeren, wat zou je dan het allerliefste mee willen nemen. Ga de kring rond en laat elk kind één voorwerp noemen dat hij of zij heel graag mee zou nemen. Vraag ook om te vertellen waarom juist dit voorwerp.
Maak van hieruit de overgang naar het thema ‘vertrouwen’.
Jezus stuurde zijn leerlingen op pad. “Ga de mensen vertellen over het Koninkrijk van mijn Vader, van God, zei Hij, en maak de zieken gezond”. En Hij zei hen dat ze konden vertrouwen op God, zijn Vader. Om te leren wat Jezus daarmee bedoelde, wilde Hij dat ze geen 'dingen' meenamen. Maar bedoelde Hij dat ze met een lege rugzak op pad moesten gaan? Of was de rugzak met iets anders gevuld? Geen spullen maar andere zaken. Wat zou dat dan kunnen zijn?
Help de kinderen op weg, maar laat ze zoveel mogelijk zelf bedenken wat zij in hun rugzak zouden willen stoppen, maar alleen dingen die geen voorwerpen zijn. (Denk aan vriendschap, liefde, durf, humor, eerlijkheid, vrolijkheid, gezelligheid etc.) Om hen op weg te helpen, kan eventueel de slottekst ‘bagage voor je levensweg’ gebruikt worden die u vindt bij Extra's.
U kunt de kinderen ook papiertjes (of post-it memoblaadjes) geven, waarop ze woorden die ze bedenken kunnen schrijven. Laat dan elk kind zijn of haar papiertje(s) aan de rugzak spelden of plakken, nadat u er met elkaar over heeft gepraat.
Ga met elkaar in gesprek over de woorden die zij hebben opgeschreven. Waarom zijn hun woorden belangrijk. Komt het woord vertrouwen ook voor? Waarom is het belangrijk om ook vertrouwen in je rugzak te hebben?
Wanneer u de tekst nog niet heeft gebruikt, sluit dan of met de tekst 'Bagage voor je levensweg'.
Extra's
Onderstaande tekst kunt u door de kinderen in laten vullen. Zie hiervoor de verwerking. U kunt hem ook als slottekst gebruiken. Vul dan zelf de woorden al in op de stippeltjes.
Stop wat ....... in je rugzak, (humor)
neem wat .......met je mee, (blijheid)
en wat ........ zoeken (reisgenoten)
dat is ook een goed idee.
Weten welke kant je op wilt.
en op weg gaan met een doel.
Ook al is dat doel maar simpel,
het geeft toch een goed gevoel.
Durf iemand naar de weg te vragen,
stuur misschien een beetje bij.
Laat je maar door Jezus leiden,
door de woorden die Hij zei.
Met wat wilskracht als bagage,
zit je bijna altijd goed.
Grote struikelblokken overkom je,
met een beetje ...... en ....... (durf en moed)
Als je ........ weet te geven, (liefde)
wordt het leven kinderspel.
Vul je rugzak dus met ........., (liefde)
wie dit uitdeelt komt er wel.
De tekst is afkomstig uit: Vuur en Vlam, missionair vormsel project, Liesbeth Stalmaijer, Adveniat
Bagage voor je levensweg: woordzoeker
Druk voor alle kinderen een bladzijde af, met het gedicht en de woordzoeker. Wanneer de onderstreepte woorden weggestreept worden, vormem de overgebleven letters een boodschap.
Oplossing: neem de mooiste symbolen mee als bagage voor het leven!)
De tekst is gebaseerd op Vuur en Vlam, missionair vormsel project, Liesbeth Stalmaijer, Adveniat
De woordzoeker komt uit Nobertusbode 2014
Liedje: Wil je wel geloven
Dit liedje, Wil je wel geloven van Hanna Lam en Wim ter Burg, is geschreven bij Lucas 13, 18-19. Het gebruikt het beeld van het mosterdzaad om te vertellen hoe alles groeit, wanneer je op God vertrouwt. Jezus begon ook maar met 72 leerlingen.
Afkomstig uit Alles wordt nieuw, bijbelliederen voor de jeugd, III,9 Callenbach, Nijkerk
Liedje: Het eerste woord zal vrede zijn
Dit liedje, Het eerste woord zal vrede zijn, van Hanna Lam en Wim ter Burg, is geschreven bij Lucas 10,1-12. Het gaat over hoe je andere mensen tegemoet zult treden. Jezus begon zo met zijn 72 leerlingen.
Om naar te luisteren of om samen te zingen.
Afkomstig uit Alles wordt nieuw, bijbelliederen voor de jeugd, III,20 Callenbach, Nijkerk
Blindemannetje spelen
Om Blindemannetje te spelen worden er groepjes van twee gemaakt. Er staan steeds vier paren in het midden.
De andere kinderen krijgen de opdracht om goed te kijken. Zij zijn later aan de beurt.
Van elk paar in het midden krijgt het ene kind een blinddoek voor en is het andere kind de begeleider.
De spelleider vertelt dat de blinden hun begeleiders moeten kunnen vertrouwen.
De begeleiders moeten dat vertrouwen ook waarmaken en dus goed letten op mogelijke gevaren en duidelijk uitleggen wat er gaat gebeuren.
De begeleiders leiden de blinden door de zaal, aan de hand van een door u gegeven opdracht, zoals 'Ga naar rechts achter in de zaal'. Zij zijn er verantwoordelijk voor dat de blinden zich veilig voelen, en niet tegen een muur of een tafel botsen.
Het begeleiden kan met woorden gedaan worden, ('een stap naar links, nu twee naar rechts' etc.) maar zeker in het begin kan dit beter gedaan worden door de begeleiders de blinden bij de hand te laten nemen.
De bedoeling van het spel is dat er vertrouwen wordt opgebouwd. Wanneer de blinden hun begeleiders vertrouwen zullen ze gemakkelijker de aanwijzingen opvolgen.
Om Blindemannetje te spelen worden er groepjes van twee gemaakt. Er staan steeds vier paren in het midden.
De andere kinderen krijgen de opdracht om goed te kijken. Zij zijn later aan de beurt.
Van elk paar in het midden krijgt het ene kind een blinddoek voor en is het andere kind de begeleider.
De spelleider vertelt dat de blinden hun begeleiders moeten kunnen vertrouwen.
De begeleiders moeten dat vertrouwen ook waarmaken en dus goed letten op mogelijke gevaren en duidelijk uitleggen wat er gaat gebeuren.
De begeleiders leiden de blinden door de zaal, aan de hand van een door u gegeven opdracht, zoals 'Ga naar rechts achter in de zaal'. Zij zijn er verantwoordelijk voor dat de blinden zich veilig voelen, en niet tegen een muur of een tafel botsen.
Het begeleiden kan met woorden gedaan worden, ('een stap naar links, nu twee naar rechts' etc.) maar zeker in het begin kan dit beter gedaan worden door de begeleiders de blinden bij de hand te laten nemen.
De bedoeling van het spel is dat er vertrouwen wordt opgebouwd. Wanneer de blinden hun begeleiders vertrouwen zullen ze gemakkelijker de aanwijzingen opvolgen.
Een rugzak om te versieren
Kleinere kinderen kunt u een rugzak op papier laten versieren. Geef ze een kleurplaat, om een rugzak van te maken die je heel graag mee wilt nemen.
Wanneer u nog een oude rugzak heeft, kunt u wat oudere kinderen ook vragen deze te versieren met stickers, viltstiften etc. Laat de kinderen samen één rugzak versieren, en eerst overleggen wat ze willen dat de rugzak duidelijk maakt (bijvoorbeeld vrolijkheid, liefde, iedereen hoort erbij etc.)
Wie geen echte rugzak heeft kan er ook een groot afdrukken, om met elkaar te versieren
Kleinere kinderen kunt u een rugzak op papier laten versieren. Geef ze een kleurplaat, om een rugzak van te maken die je heel graag mee wilt nemen.
Wanneer u nog een oude rugzak heeft, kunt u wat oudere kinderen ook vragen deze te versieren met stickers, viltstiften etc. Laat de kinderen samen één rugzak versieren, en eerst overleggen wat ze willen dat de rugzak duidelijk maakt (bijvoorbeeld vrolijkheid, liefde, iedereen hoort erbij etc.)
Wie geen echte rugzak heeft kan er ook een groot afdrukken, om met elkaar te versieren
Spelletje: Chocoladezoenenestafette
Om het spelletje te spelen worden er groepjes van twee gemaakt.
Twee aan twee klemmen de kinderen een chocoladezoen tussen elkaars wang en proberen de zoen over een hindernis parcours zo onbeschadigd mogelijk terug te brengen. De kinderen met de chocoladezoen die het minst beschadigd is, hebben gewonnen. We komen erachter dat het het best lukt als je vertrouwd bent met elkaar, als je elkaar omarmt.
Om het spelletje te spelen worden er groepjes van twee gemaakt.
Twee aan twee klemmen de kinderen een chocoladezoen tussen elkaars wang en proberen de zoen over een hindernis parcours zo onbeschadigd mogelijk terug te brengen. De kinderen met de chocoladezoen die het minst beschadigd is, hebben gewonnen. We komen erachter dat het het best lukt als je vertrouwd bent met elkaar, als je elkaar omarmt.
Achtergrond
Missionair op weg
Het Evangelie van Lucas telt 24 hoofdstukken. Vandaag, met hoofdstuk 10, zijn wij nog niet op de helft. We zijn hier in het deel van Lucas aangekomen, waar Jezus op reis gaat naar Jeruzalem. In Hoofdstuk 9,51schrijft Lucas:’Toen de tijd naderde dat Hij zou worden weggenomen, koos Hij vastberaden Jeruzalem als reisdoel’. Tien hoofdstukken lang is Jezus onderweg.
Jezus gebruikt de reis om het volk te onderrichten en gelijkenissen te vertellen. Maar Hij is ook op zoek naar steeds mee medestanders en medewerkers. Jezus is geen einzelgänger. Hij wil een gemeenschap tot stand brengen, en zijn naaste volgelingen laten delen in zijn zending. Ook zij krijgen dezelfde opdracht, om mensen op te zoeken, zich met hen in verbinding te stellen en hun het goede nieuws te brengen dat Gods Rijk nabij is.
De twaalf leerlingen zijn al op weg gezet in hoofdstuk 9; nu volgen er nog 72 volgelingen. En allen worden, twee aan twee, uitgezonden om het Koninkrijk van God te verkondigen, in woord en daad. Ze zullen demonen onderwerpen en zieken genezen. Het is een reis van overgave; ze moeten weerloosheid en geweldloosheid uitstralen. Men neemt niets mee maar vertrouwt op God; vertrouwt erop dat in het onbekende daadwerkelijk vrede te vinden is.
Net als Jezus rondtrekt en altijd onderweg is, zo leert Hij zijn leerlingen hetzelfde te doen. Die 'rusteloosheid' kun je alleen maar volhouden als er vrede in jezelf heerst, en je vertrouwt op God. Het eerste dat Jezus zijn leerlingen leert, is onderweg zijn. Telkens weer nieuwe mensen ontmoeten en nieuwe wegen gaan.
Zoals een gedicht van Antonio Machado het zegt: ‘Wandelaar, je sporen zijn de weg, en zij alleen; wandelaar, er is geen weg, de weg ontstaat in het gaan’. Zo bezien is er moed voor nodig op weg te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten